ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ9612
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Combee
- A. Hertsig
- J. Ebben
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van poging tot moord en doodslag, veroordeling voor poging tot zware mishandeling na schietincident en aanrijding in Oisterwijk
Op 19 maart 2012 vond er een schietincident plaats in Oisterwijk waarbij twee slachtoffers betrokken waren. De verdachte werd beschuldigd van (poging tot) moord en doodslag, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om deze beschuldigingen te ondersteunen. De verdachte verklaarde dat hij niet op de slachtoffers had geschoten en dat zijn broer, medeverdachte, de schoten had gelost. De rechtbank concludeerde dat er geen wettig bewijs was dat de verdachte op de slachtoffers had geschoten, en sprak hem daarom vrij van deze feiten.
Echter, de rechtbank achtte het wel bewezen dat de verdachte opzettelijk met zijn auto tegen een van de slachtoffers, [slachtoffer 1], is aangereden. De rechtbank baseerde deze conclusie op camerabeelden die toonden dat de verdachte met onverminderde snelheid op [slachtoffer 1] inreed, zonder te remmen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans had aanvaard dat [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. De verdachte werd daarom veroordeeld voor poging tot zware mishandeling.
Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn strafblad. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 176 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de verdachte was vrijgesproken van de feiten waaruit de schade was ontstaan. Dit vonnis werd uitgesproken op 7 mei 2013 door de rechtbank Zeeland-West-Brabant.