ECLI:NL:RBZWB:2013:CA3093
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van scholingsuitgaven voor medische bibliotheek door arts-assistent in opleiding tot gynaecoloog
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 april 2013 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie betreffende de aftrekbaarheid van scholingsuitgaven. De belanghebbende, die zijn studie tot basisarts in 2001 had afgerond, had in de periode van 1994 tot en met 2002 diverse studieboeken aangeschaft, die hij als medische bibliotheek aanduidde. In 2008 was hij werkzaam als arts-assistent in opleiding tot gynaecoloog en had hij een bedrag van € 1.200 aan afschrijving op deze boeken als scholingsuitgaven willen aftrekken. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat de boeken in het leertraject tot gynaecoloog waren gebruikt. De rechtbank verwees naar artikel 6.40 van de Wet inkomstenbelasting 2001, dat bepaalt dat kosten alleen aftrekbaar zijn in het jaar dat ze zijn betaald. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om af te wijken van deze hoofdregel en verklaarde het beroep ongegrond.
De rechtbank behandelde ook het beroep van de belanghebbende op het gelijkheidsbeginsel. Dit beroep faalde, omdat de belanghebbende niet had aangetoond dat de inspecteur in vergelijkbare gevallen een andere behandeling had gegeven. De rechtbank benadrukte dat voor een beroep op de meerderheidsregel gegevens moesten worden overgelegd die aantonen dat de inspecteur in minstens twee identieke gevallen de afschrijvingskosten als scholingsuitgaven had geaccepteerd. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende slechts één anonieme aangifte had overgelegd, wat onvoldoende was om zijn stelling te onderbouwen.
De uitspraak werd gedaan door mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. B.W. van Eeken-Liu. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waar partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep kunnen instellen. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.