Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Het verkochte komt eerst voor risico van koper, zodra de notariële akte van levering is ondertekend, tenzij de aflevering eerder plaatsvindt, in welk geval het risico met ingang van die dag overgaat op koper.'.
De onroerende zaak is met ingang van het moment van tekenen van de akte van levering voor risico van koper, tenzij de feitelijke levering eerder plaatsvindt, in welk geval het risico met ingang van die dag overgaat op koper."Bij notariële akte van [datum] 2008 verleden door notaris [notaris P] te Venlo, wordt de onroerende zaak geleverd door [C BV] aan [B BV].
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
BNB1980/234 Tussen partijen is niet in geschil dat op 1 januari 2007 een herinvesteringsvoornemen aanwezig was en dat per die datum de genoemde herinvesteringsreserve gevormd kon worden. Volgens de inspecteur heeft belanghebbende daarna haar herinvesteringsvoornemen losgelaten en dient om die reden de herinvesteringsreserve bij belanghebbende in de winst opgenomen te worden. De rechtbank verwerpt dit standpunt. Belanghebbende heeft aangevoerd dat het vervangingsvoornemen onverminderd is blijven bestaan en de rechtbank heeft geen reden om hieraan te twijfelen, met name niet nu [A BV] onder meer als doel heeft het beleggen in onroerend goed. De omstandigheid dat de aandeelhouder van belanghebbende in de loop van 2007 is gaan onderhandelen over de verkoop van aandelen in [A BV] leidt niet tot een ander oordeel nu het vervangingsvoornemen vanuit het perspectief van belanghebbende en niet vanuit het perspectief van de aandeelhouder dient te worden beoordeeld. Het gelijk op dit punt is aan belanghebbende, hetgeen inhoudt dat de herinvesteringsreserve niet wordt opgeheven vanwege het niet langer aanwezig zijn van een herinvesteringsvoornemen.
5.Proceskosten
6.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: