Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
- een vuurwapen, (merk Glock) en/of
- een vuurwapen (merk Zastava) en/of
- een gas-/alarmpistool (Valtro, type OSS 117) en/of
- 2 patronen (GFL 9mm KNALL) en/of
- 42 patronen (Sellier & Bellot, type 9 mm PARA) en/of
- 19 patronen (GFL 9mm LUGER), althans een hoeveelheid patronen, voorhanden heeft gehad;
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
- Twee portofoons;
- Een reistas (Toyota) met daarin een plastic zak met munitie;
- Tiewraps, die per paar op een dusdanige manier aan elkaar waren gemaakt dat ze gebruiksklaar waren om personen op een snelle manier te kunnen boeien aan handen en/of voeten;
- Een politie uniformjas met een insigne van de Regiopolitie Flevoland en in de jaszakken werkhandschoenen;
- Een politieholster met daaraan een KLPD pistoolholster;
- Drie paar en vier losse werkhandschoenen. Deze handschoenen welke in de politiejas en op de vloer van de laadruimte van het voertuig werden aangetroffen, bleken allen vochtig. Ze waren besmeurd met hennepplantresten en voelden kleverig aan. Deze handschoenen roken sterk naar de geur van hennep;
- Een gaspistool (Valtro, type OSS 117);
- Drie heggenscharen.
of omstreeks19 juli 2011
te Prinsenbeek en/of Breda en/of Papendrecht, althans in de provincie Zuid-Holland, in elk gevalin Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, een of meerwapens van categorie III, te weten:
- een vuurwapen, (merk Glock) en
- een vuurwapen (merk Zastava) en
- een gas-/alarmpistool (Valtro, type OSS 117) en
- 2 patronen (GFL 9mm KNALL) en
- 42 patronen (Sellier & Bellot, type 9 mm PARA) en
- 19 patronen (GFL 9mm LUGER),
of omstreeks19 juli 2011
te Prinsenbeek en/of Breda en/of Papendrecht, althans in de provincie Zuid Holland, in elk gevalin Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, opzettelijk heeft vervoerd, in elk gevalopzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van ongeveer 100 kilo hennep,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep,zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partijen
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het onder 3 tenlastegelegde feit;
een gevangenisstraf van 50 weken;
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] niet-ontvankelijkin hun vorderingen en bepaalt dat die vorderingen bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht;