ECLI:NL:RBZWB:2014:233
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Van Triest
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige door de kinderrechter
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 januari 2014 een verzoek behandeld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige. De stichting heeft geen machtiging tot uithuisplaatsing aangevraagd, omdat de gezagdragende ouders instemden met de tijdelijke uithuisplaatsing van de minderjarige. De kinderrechter overweegt dat de wet geen mogelijkheid biedt voor een dergelijke uithuisplaatsing zonder een machtiging van de kinderrechter, zelfs niet in het geval van een ondertoezichtstelling.
De minderjarige, die op dat moment in een woongroep verbleef, heeft tijdens de zitting verklaard dat hij het eens is met het verzoek van de stichting en dat hij zich goed voelt in de huidige situatie. De gezinsvoogd van de stichting heeft aangegeven dat de ouders vrijwillig hebben meegewerkt aan de uithuisplaatsing en dat de stichting de ondertoezichtstelling wil verlengen om verdere hulpverlening te kunnen bieden. De moeder van de minderjarige steunt de verlenging, terwijl de vader niet ter zitting is verschenen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er positieve ontwikkelingen zijn in de situatie van de minderjarige, maar dat er ook risico's zijn die een verlenging van de ondertoezichtstelling rechtvaardigen. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 18 april 2014, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tevens is het verzoek om een machtiging tot uithuisplaatsing afgewezen, omdat dit niet in overeenstemming is met de wet.