ECLI:NL:RBZWB:2014:2715

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 maart 2014
Publicatiedatum
24 april 2014
Zaaknummer
C/02/265593 / HA ZA 13-445
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.C. de Regt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en rechtsgeldigheid van hypotheekrecht in het kader van vruchtgebruik

In deze zaak vordert de besloten vennootschap 't Hoogsael B.V. betaling van een bedrag van € 360.000,00 van gedaagde, die de weduwe is van de erflater. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst van geldlening die op 28 maart 2012 is gesloten, waarbij 't Hoogsael een lening van € 460.000,00 aan gedaagde heeft verstrekt. Gedaagde heeft het recht van vruchtgebruik op de nalatenschap van haar overleden echtgenoot, en volgens het testament was zij bevoegd om de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen te vervreemden, te verpachten of anderszins in gebruik af te staan zonder schriftelijke toestemming van de hoofdgerechtigden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde, ondanks verschillende sommaties, sinds oktober 2012 geen rente meer heeft betaald. Gedaagde betwist de rechtsgeldigheid van het hypotheekrecht dat op de woning is gevestigd, maar de rechtbank oordeelt dat gedaagde als vruchtgebruikster ook de bevoegdheid had om de goederen te bezwaren. De rechtbank passeert het verweer van gedaagde en oordeelt dat het hypotheekrecht rechtsgeldig is gevestigd ten behoeve van de vordering van 't Hoogsael.

De rechtbank heeft de vordering van 't Hoogsael toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten. Tevens is verklaard dat het hypotheekrecht op de woning rechtsgeldig is gevestigd, waardoor 't Hoogsael gerechtigd is tot parate executie. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. de Regt en openbaar uitgesproken op 19 maart 2014.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Handelsrecht
Middel burg
zaaknummer / rolnummer: C/02/265593 / HA ZA 13-445
Vonnis van 19 maart 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap
'T HOOGSAEL B.V.,
gevestigd te Zundert,
eiseres,
advocaat mr. J.A. Vermeeren te Etten Leur,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. R.M.A. Lensen te Terneuzen.
Partijen zullen hierna ‘t Hoogsael en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek
  • de akte aan de zijde van ’t Hoogsael.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] is de weduwe van wijlen [naam erflater], overleden op [overlijdensdatum]. Tot de nalatenschap behoorde de woning aan de [adres + plaatsnaam]. Bij testament van 27 maart 2001 heeft de erflater over zijn nalatenschap beschikt en haar het vruchtgebruik van de erfdelen van elk van zijn afstammelingen gelegateerd. Onderdeel D2 en in het bijzonder het onderdeel k van dit testament luidt als volgt: de vruchtgebruikster is wel bevoegd de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen geheel of ten dele te vervreemden, te verpachten of anderszins in gebruik af te staan, zonder schriftelijke toestemming van de hoofdgerechtigden. De vruchtgebruikster is wel bevoegd op het vermogen in te teren.
‘t Hoogsael heeft op 28 maart 2012 met [gedaagde] een overeenkomst van geldlening gesloten waarbij ’t Hoogsael een lening van € 460.000,00 aan [gedaagde] heeft verstrekt voor de duur van 10 jaar tegen een rente van 6% per jaar. Bij notariële akte, op 28 maart 2012 verleden voor notaris mr. M.I.H. Stolker te Hulst, heeft [gedaagde], handelende voor zich als “schuldenaar” en als “hypotheekgever” alsmede in haar hoedanigheid van directrice van de besloten vennootschap [naam BV], erkend € 520.000,00, aan ‘t Hoogsael verschuldigd te zijn, waarvan € 460.000,00 op de datum van de akte ter leen is verstrekt en het restant van € 60.000,00 uiterlijk op 27 maart 2013 zou worden verstrekt. Tot meerdere zekerheid voor de terugbetaling van € 702.000,00 (hoofdsom, inclusief rente, boeten en kosten) heeft [gedaagde] ten gunste van ’t Hoogsael het recht van hypotheek gevestigd op het woonhuis met aanhorigheden aan de [adres + plaatsnaam]. Op 22 oktober 2012 heeft zij met toestemming van ’t Hoogsael € 100.000,00 afgelost.

3.Het geschil

3.1. ‘
t Hoogsael vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
[gedaagde] - door ’t Hoogsael in de dagvaarding aangeduid met “[naam erflater]” - veroordeelt tot betaling van € 360.000,00 vermeerderd met 6 % rente per jaar vanaf 1 oktober 2012 tot de dag der voldoening;
voor recht verklaart dat het hypotheekrecht op de woning aan de [adres + plaatsnaam] bij akte van 28 maart 2012 rechtsgeldig is gevestigd ten behoeve van de vordering van ‘t Hoogsael op [gedaagde] van € 496.000,00 en dat ’t Hoogsael aldus gerechtigd is om tot parate executie over te gaan;
[gedaagde] veroordeelt in de kosten van de procedure.
3.2. ’
t Hoogsael legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. De geldlening is verstrekt voor de duur van 10 jaar. Partijen zijn overeengekomen dat de hoofdsom met rente en kosten zonder voorafgaande opzegging dadelijk opeisbaar is indien de rente niet uiterlijk binnen veertien dagen na de vervaldatum is voldaan. Sinds oktober 2012 betaalt [gedaagde] ondanks verschillende sommaties geen rente meer. [gedaagde] betwist het bestaan van de geldlening en achterstallige rentevergoedingen niet. De woning is geen eigendom van [gedaagde]; zij kreeg na het overlijden van haar echtgenoot bij akte van 23 februari 2005 het recht van vruchtgebruik en de bevoegdheid om over de zaak te beschikken. Daaronder valt ook het recht om de woning met het recht van hypotheek te bezwaren.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. De door ’t Hoogsael ingeroepen titel staat nog aan vernietiging bloot. Het door wijlen [naam erflater] opgemaakte testament is richtinggevend voor het geschil tussen partijen. Zij betwist dat ‘t Hoogsael het recht van hypotheek heeft verkregen. Zij stelt zich op het standpunt dat zij zonder schriftelijke toestemming van haar dochters niet bevoegd was het recht van hypotheek te vestigen. Niet is voldaan aan de vereisten van artikel 3:212 van het Burgerlijk Wetboek. Zij volstaat vooralsnog met het benoemen van dit aspect en doet geen beroep op vernietiging. De bevoegdheid tot vertering geeft geen recht het goed te bezwaren. [gedaagde] beschikte niet over een geldige titel en was ook niet beschikkingsbevoegd. Zij betwist voorts dat uit de parlementaire geschiedenis bij artikel 3:212 lid 2 BW volgt dat onder vervreemding tevens bezwaren mag worden verstaan. De tekst van het testament is duidelijk. Tot de gedetailleerde regeling van bevoegdheden behoort niet de bevoegdheid om onder het vruchtgebruik vallende zaken te bezwaren. Het hypotheekrecht is aldus niet rechtsgeldig tot stand gekomen en aan ’t Hoogsael komt geen executierecht toe.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde] heeft de vordering tot betaling van € 360.000,00, vermeerderd met 6 % rente per jaar vanaf 1 oktober 2012 tot de dag van voldoening niet betwist. De rechtbank passeert het verweer van [gedaagde] dat het hypotheekrecht op de woning aan de [adres + plaatsnaam] bij akte van 28 maart 2012 niet rechtsgeldig is gevestigd ten behoeve van de vordering van ‘t Hoogsael op [gedaagde] van € 496.000,00 en dat ’t Hoogsael aldus niet gerechtigd is om tot parate executie over te gaan. [gedaagde] heeft zelf gesteld dat zij als vruchtgebruikster bevoegd was de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen geheel of ten dele te vervreemden, te verpachten of anderszins in gebruik af te staan zonder schriftelijke toestemming van de hoofdgerechtigden en om op het vermogen in te teren. Onder deze bevoegdheid moet ook de bevoegdheid tot bezwaren als het mindere van vervreemding worden begrepen. Voorts is gesteld, noch gebleken dat, mede gelet het feit dat de hypotheek verleden werd door de notaris die ook met de afwikkeling van de nalatenschap belast was, ’t Hoogsael reden had om aan de bevoegdheid van [gedaagde] te twijfelen. Nu [gedaagde] heeft afgezien van de mogelijkheid om zich op de vernietiging te beroepen en niet is gebleken van door derden, zoals de blooteigenaren, aangevoerde gronden die aan de toewijzing van de vordering in de weg staan en ’t Hoogsael heeft tenslotte onweersproken gesteld dat [gedaagde] ondanks verschillende sommaties sinds oktober 2012 geen rente meer heeft betaald zal de rechtbank de vorderingen toewijzen.
4.2.
[gedaagde] dient als de in het ongelijk te stellen partij te worden veroordeeld in de kosten van de procedure, door de rechtbank begroot op
kosten exploit € 92,82
griffierecht € 3.715,00
advocaatkosten € 4.000,00 (2 punten x tarief IV € 2.000,00)
-------------
Totaal € 7.807,82

5.De beslissing

De rechtbank
- veroordeelt [gedaagde] om aan 't Hoogsael B.V. te betalen een bedrag van € 360.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente van 6% per jaar vanaf 1 oktober 2012 tot de dag van voldoening
- veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, aan de zijde van ‘Hoogsael begroot op € 7.807,82, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de 15e dag na de datum van deze uitspraak;
- verklaart deze uitspraak tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- verklaart voor recht dat het hypotheekrecht op de woning aan de Wilhelminastraat 143A te Sint Jansteen bij akte van 28 maart 2012 rechtsgeldig is gevestigd ten behoeve van de vordering van ’t Hoogsael op [naam erflater] van in totaal € 486.000,00 en dat ’t Hoogsael gerechtigd is tot parate executie over te gaan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2014.