ECLI:NL:RBZWB:2014:2774
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Johannes Petrus Amandus van Hooijdonk
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 april 2014 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Johannes Petrus Amandus van Hooijdonk, die op 30 januari 2012 is overleden. De verzoekers, erfgenamen van de erflater, hebben verzocht om de vereffening op te heffen op grond van artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek, stellende dat de nalatenschap geen baten bevat. Het verzoekschrift is ingediend door mr. H.J.M. Snijder, notaris te Roosendaal.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er wel degelijk baten zijn, namelijk een onverdeeld aandeel in de echtelijke woning aan de Middenstraat 101 te Roosendaal, die is verkocht voor € 236.000,00. De kantonrechter oordeelt dat, hoewel de nalatenschap in beginsel geen geringe baten vertoont, de opbrengst van de woning volledig ten goede komt aan de hypotheekverstrekker, die als preferente schuldeiser moet worden voldaan. Hierdoor is er geen ruimte voor andere schuldeisers en kan de opheffing van de vereffening worden bevolen.
De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de wettelijke publicatieplicht voor de opheffing van de vereffening niet hoeft te worden nageleefd, omdat de kosten van publicatie niet in het belang van de belanghebbenden zijn. In plaats daarvan zal de beschikking bekend worden gemaakt via internet, wat een efficiëntere en kosteneffectievere manier is om belanghebbenden te informeren. De vereffeningkosten zijn vastgesteld op € 77,00, die ten laste van de boedel komen. De griffier is belast met de inschrijving van de opheffing in het boedelregister.