ECLI:NL:RBZWB:2014:2774

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 april 2014
Publicatiedatum
28 april 2014
Zaaknummer
2886455_E17042014
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Johannes Petrus Amandus van Hooijdonk

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 april 2014 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Johannes Petrus Amandus van Hooijdonk, die op 30 januari 2012 is overleden. De verzoekers, erfgenamen van de erflater, hebben verzocht om de vereffening op te heffen op grond van artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek, stellende dat de nalatenschap geen baten bevat. Het verzoekschrift is ingediend door mr. H.J.M. Snijder, notaris te Roosendaal.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er wel degelijk baten zijn, namelijk een onverdeeld aandeel in de echtelijke woning aan de Middenstraat 101 te Roosendaal, die is verkocht voor € 236.000,00. De kantonrechter oordeelt dat, hoewel de nalatenschap in beginsel geen geringe baten vertoont, de opbrengst van de woning volledig ten goede komt aan de hypotheekverstrekker, die als preferente schuldeiser moet worden voldaan. Hierdoor is er geen ruimte voor andere schuldeisers en kan de opheffing van de vereffening worden bevolen.

De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de wettelijke publicatieplicht voor de opheffing van de vereffening niet hoeft te worden nageleefd, omdat de kosten van publicatie niet in het belang van de belanghebbenden zijn. In plaats daarvan zal de beschikking bekend worden gemaakt via internet, wat een efficiëntere en kosteneffectievere manier is om belanghebbenden te informeren. De vereffeningkosten zijn vastgesteld op € 77,00, die ten laste van de boedel komen. De griffier is belast met de inschrijving van de opheffing in het boedelregister.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Kanton
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 2886455 OV VERZ 14-1607
beschikking d.d. 17 april 2014 op een verzoek tot opheffing ex artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
ingediend door:
Eveline Chermaine Middelkoop, wonende te (4702 HX) Roosendaal, aan het adres Alfrinkhof 4,
Petrus Adrianus Nicolaas van Hooijdonk, wonende te (4693 RB) Poortvliet, aan het adres Stoofstraat 25,
Esther van Hooijdonk, wonende te (4613 GD) Bergen op Zoom, aan het adres Koperen Doos 11,
Cherona van Hooijdonk, wonende te (4817 GJ) Breda, aan het adres Lage Kant 124a,
in de nalatenschap van:
Johannes Petrus Amandus van Hooijdonk,
laatstelijk gewoond hebbende te (4702 GC) Roosendaal, aan het adres Middenstraat 101,
overleden te Roosendaal op 30 januari 2012,
nader te noemen erflater.
Het verzoekschrift is ingediend door tussenkomst van mr. H.J.M. Snijder, notaris te Roosendaal.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit het volgende stuk:
- het op 17 maart 2014 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met bijlagen.
1.2 De inhoud van deze stukken geldt hier als ingelast.

2.Het verzoek

2.1
Verzoekers, erfgenamen van erflater, zijn vereffenaar van de beneficiair aanvaarde nalatenschap van erflater en verzoeken op grond van het bepaalde in artikel 4:209 BW opheffing van de vereffening. Zij stellen dat de nalatenschap geen baten bevat.
2.2
Ter onderbouwing van het verzoek is een aan de schuldeisers verzonden brief, een overzicht van de tot de nalatenschap behorende schulden en de verklaring van erfrecht overgelegd.

3.De beoordeling

3.1
De kantonrechter volgt verzoekers niet in hun stelling dat de nalatenschap geen baten bevat. Uit de bijgevoegde producties blijkt immers dat er sprake was van een onverdeeld aandeel in de echtelijke woning aan de Middenstraat 101 te Roosendaal, welke is verkocht voor een bedrag van € 236.000,00.
3.2
In beginsel kan een verzoek op grond van artikel 4:209 BW slechts worden toegewezen wanneer de geringe baten der nalatenschap daartoe aanleiding geven. Gelet op de waarde van de woning is er geen sprake van geringe baten. Uit de door de kantonrechter gehanteerde “Handleiding Erfrechtprocedures Kantonrechter”, volgt echter dat een verzoek tot opheffing ook kan worden toegewezen indien uit de baten niet meer dan de preferente crediteuren en de kosten van de vereffening kunnen worden voldaan. Nu is gebleken dat de op de woning rustende hypotheek (vrijwel) even hoog is als verkoopwaarde van de woning, dient de gehele opbrengst aan de hypotheekverstrekker, als preferente schuldeiser, te worden voldaan. Op grond hiervan ziet de kantonrechter derhalve aanleiding om de opheffing van de vereffening te bevelen.
3.3
De wet bepaalt dat deze opheffing dient te worden gepubliceerd. Nu er, naast de voormelde woning, geen baten zijn, wordt geoordeeld dat het in niemands belang is om daarvoor nog kosten te maken. Omdat de nalatenschap beneficiair aanvaard is zouden de kosten van publicatie voor rekening van het budget voor de rechtspraak komen, dus voor rekening van de Staat. Nu geen publicatie heeft plaatsgevonden van het vereffenaarschap en er ook verder geen dwingende noodzaak bestaat voor de -kostbare- wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking (publicatie in de Staatscourant en advertentie in twee nieuwsbladen), zal deze niet worden voorgeschreven. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede, wellicht betere, mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich. De bekendmaking van de beschikking zal plaatsvinden op www.rechtspraak.nl/uitspraken. Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd met internet beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever, dan met de publicatiemiddelen uit de tijd waarin het huidige erfrecht werd ontworpen, toen de toegang tot internet nog niet algemeen was. Verzoekers zullen daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.
3.4
De kantonrechter zal de vereffeningkosten, conform de opgave van verzoekers, vaststellen op € 77,00.
3.5
De griffier zal zorg dragen voor inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister.

4.De beslissing

De kantonrechter:
- beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van erflater;
- stelt de reeds gemaakte vereffeningkosten vast op € 77,00 en brengt deze kosten ten laste van de boedel;
- verstaat dat deze beschikking bekend gemaakt zal worden door plaatsing op www.rechtspraak.nl/uitspraken.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.J. van den Boom, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 april 2014, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoek(st)er en door de in de procedure verschenen belanghebbenden: binnen drie maanden te rekenen van de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's‑Hertogenbosch.