Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 januari 2014,
- het proces-verbaal van comparitie van 18 november 2013.
2.Het geschil
in conventie
- een verklaring voor recht dat Kruiswerk Voor U niet bevoegd is zich als afdeling van Regionale Kruisvereniging West-Brabant af te scheiden, alsmede dat indien zij dat heeft gedaan of alsnog doet zulks onrechtmatig is jegens Regionale Kruisvereniging West-Brabant alsmede;
- dat het Kruiswerk Voor U wordt verboden zich af te scheiden van Regionale Kruisvereniging West-Brabant en leden van Regionale Kruisvereniging West-Brabant ertoe te bewegen hun lidmaatschap van Regionale Kruisvereniging West-Brabant te beëindigen, de leden van te benaderen met onjuiste berichten, alles onder verbeurte van dwangsommen en met veroordeling van Kruiswerk Voor U in de kosten van de procedure.
3.De beoordeling
in conventie en in reconventie
is het mogelijk dat een afdeling-
rechtspersoon niets meer ziet in de activiteiten van de hoofdvereniging en op grond daarvan uit het afdelingsverband stapt”,dit ook in het geval de statuten van daarin niet voorzien of dat zelfs verbieden. Stille acht het in strijd met de zelfstandigheid van zo’n afdeling als rechtspersoon om een eeuwige band met de hoofdvereniging te verlangen. Ook volgens Dijk/ Van der Ploeg (Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij Kluwer, Zesde druk pagina 311) kan de afdeling-vereniging van haar kant de afdelingsrelatie verbreken waarbij wordt opgemerkt dat eventuele opzegging van het hoofdverenigingslidmaatschap door de afdelingsleden zelf zal dienen te geschieden. Naast de zelfstandigheid van een afdelings-rechtspersoon vormen de omstandigheid dat de wet een beëindiging van de relatie niet verbiedt (naar Rechtbank Leeuwarden 27 juni 1901, W 76350) en de mogelijkheid overeenkomsten van onbepaalde tijd te kunnen beëindigen ( LJN: BZ4163, Hoge Raad, 14-06-2013, 12/01625) argumenten om uit te gaan van de mogelijkheid van beëindiging van een afdelingsrelatie bij een afdeling-rechtspersoon. Met betrekking tot het laatste argument dient nog de toelichting dat gelet op de achtereenvolgende statuten van Regionale Kruisvereniging West-Brabant als overgelegd, geconcludeerd dient te worden dat tussen de zelfstandige kruisverenigingen in West-Brabant een samenwerking is overeengekomen die uitvoering heeft gevonden in een verenigingsstructuur met een hoofdvereniging en afdelingen en dat zich thans de situatie voordoet dat een van de zelfstandige afdelingen deze samenwerking, althans met de hoofdvereniging, wenst te beëindigen.