ECLI:NL:RBZWB:2014:290

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 januari 2014
Publicatiedatum
22 januari 2014
Zaaknummer
C/02/260939 / HA ZA 13-170
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • I.M. van den Heuvel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen Regionale Kruisvereniging West-Brabant en Kruiswerk Voor U over afsplitsing en contributie

Op 8 januari 2014 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen de Regionale Kruisvereniging West-Brabant en Kruiswerk Voor U. De Regionale Kruisvereniging vorderde een verklaring voor recht dat Kruiswerk Voor U niet bevoegd is zich af te scheiden van de vereniging. Daarnaast vorderde zij dat Kruiswerk Voor U zou worden verboden om leden te benaderen om hun lidmaatschap op te zeggen, en dat zij zou worden veroordeeld tot betaling van proceskosten. Kruiswerk Voor U voerde verweer en vorderde in reconventie betaling van contributie en afgifte van een ledenbestand.

De rechtbank oordeelde dat Kruiswerk Voor U, als zelfstandige vereniging met volledige rechtspersoonlijkheid, gerechtigd is om zich af te splitsen van de Regionale Kruisvereniging. De rechtbank wees de vorderingen van de Regionale Kruisvereniging af, omdat zij niet kon aantonen dat de afsplitsing onrechtmatig was. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van Kruiswerk Voor U tot betaling van contributie en afgifte van het ledenbestand toewijsbaar waren. De rechtbank legde Regionale Kruisvereniging West-Brabant de kosten van de procedure op, omdat zij in het ongelijk was gesteld.

De uitspraak benadrukt de zelfstandigheid van verenigingen en de mogelijkheid voor afdelingen om zich af te splitsen, mits zij als rechtspersoon zijn opgericht. De rechtbank heeft ook aandacht besteed aan de redelijkheid en billijkheid in de onderlinge verhoudingen tussen de verenigingen, en heeft partijen aangeraden om hun relatie op een constructieve manier te ontvlechten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Handelsrecht
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/260939 / HA ZA 13-170
Vonnis van 8 januari 2014
in de zaak van
de vereniging
REGIONALE KRUISVERENIGING WEST-BRABANT,
gevestigd te Roosendaal,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. I.M. van den Heuvel,
tegen
de vereniging
KRUISWERK VOOR U, GEMEENTE RUCPHEN,
gevestigd te Sprundel,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. H.S. Memelink.
Partijen zullen hierna Regionale Kruisvereniging West-Brabant en Kruiswerk Voor U genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 8 januari 2014,
  • het proces-verbaal van comparitie van 18 november 2013.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.Het geschil

in conventie

2.1.
Regionale Kruisvereniging West-Brabant vordert  samengevat – na vermeerdering van eis bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
  • een verklaring voor recht dat Kruiswerk Voor U niet bevoegd is zich als afdeling van Regionale Kruisvereniging West-Brabant af te scheiden, alsmede dat indien zij dat heeft gedaan of alsnog doet zulks onrechtmatig is jegens Regionale Kruisvereniging West-Brabant alsmede;
  • dat het Kruiswerk Voor U wordt verboden zich af te scheiden van Regionale Kruisvereniging West-Brabant en leden van Regionale Kruisvereniging West-Brabant ertoe te bewegen hun lidmaatschap van Regionale Kruisvereniging West-Brabant te beëindigen, de leden van te benaderen met onjuiste berichten, alles onder verbeurte van dwangsommen en met veroordeling van Kruiswerk Voor U in de kosten van de procedure.
2.2.
Kruiswerk Voor U voert verweer.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
2.4.
Kruiswerk Voor U vordert  samengevat - veroordeling van Regionale Kruisvereniging West-Brabant tot betaling van een bedrag van € 18.888,75 ter zake de contributie, subsidiair een bedrag van € 4657,50 ter zake de ledenbijdrage, vermeerderd met rente en voorts veroordeling van Regionale Kruisvereniging West-Brabant om over te gaan tot afgifte van het adressenbestand van de leden van Kruiswerk Voor U op straffe van een dwangsom, met veroordeling van Regionale Kruisvereniging West-Brabant in de kosten van de procedure.
2.5.
Regionale Kruisvereniging West-Brabant voert verweer.
2.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

in conventie en in reconventie

3.1.
De navolgende feiten staan in rechte vast.
3.1.1.
Regionale Kruisvereniging West-Brabant is een vereniging met volledige rechtspersoonlijkheid opgericht bij een notariële akte van 10 augustus 1984 door plaatselijke kruisverenigingen onder wie de Kruisverenigingen Rucphen, Schijf, Sprundel en Zegge, rechtsvoorgangers van Kruiswerk Voor U. Regionale Kruisvereniging West-Brabant betrof - blijkens haar statuten uit 1984 - bij oprichting een vereniging van basiskruisverenigingen en had een coördinerende, toeziende, ondersteunende en uitvoerende taak.
3.1.2.
Kruiswerk Voor U is een zelfstandige vereniging met volledige rechtspersoonlijkheid in de huidige vorm ontstaan bij notariële akte van 5 juni 2008.
3.1.3.
Op 30 januari 1992 zijn de statuten van Regionale Kruisvereniging West-Brabant gewijzigd. Op grond van deze wijziging zijn de volledig rechtsbevoegde plaatselijke verenigingen voor thuisgezondheidszorg niet langer lid maar zijn natuurlijke personen lid geworden van Regionale Kruisvereniging West-Brabant, waarbij het lidmaatschap van Regionale Kruisvereniging West-Brabant en het lidmaatschap van de plaatselijke verenigingen voor thuisgezondheidszorg - de afdelingen- samenvallen. De vereniging Regionale Kruisvereniging West-Brabant wordt verdeeld in afdelingen, zijnde rechtspersonen die verplicht zijn hun statuten in overeenstemming te brengen en te houden met de doelstelling van Regionale Kruisvereniging West-Brabant en waarbij is bepaald dat de algemene vergadering van de afdelingen gelden als afdelingsvergadering van de Regionale Kruisvereniging West-Brabant. Voorts is bepaald dat de algemene vergadering van Regionale Kruisvereniging West-Brabant bestaat uit afgevaardigden van de afdelingen of hun plaatsvervangers.
3.1.4.
Regionale Kruisvereniging West-Brabant houdt de ledenadministratie van haarzelf en van haar afdelingen bij en int de jaarlijkse contributie van degenen die lid zijn van beide partijen van thans € 13,20 waarvan 80% wordt besteed door Regionale Kruisvereniging West-Brabant en 20% beschikbaar komt voor Kruiswerk Voor U.
3.1.5.
Tussen partijen zijn geschillen van inzicht ontstaan over de wijze waarop de kruisvereniging het beste invulling kan geven aan thuisgezondheidszorg.
3.1.6.
Bij brief van 20 oktober 2012 heeft Kruiswerk Voor U aan Regionale Kruisvereniging West-Brabant onder opgave van redenen bericht dat zij genoodzaakt is te melden dat zij met ingang van 1 januari 2013 zelfstandig zal verdergaan en zich afzondert van Regionale Kruisvereniging West-Brabant. Regionale Kruisvereniging West-Brabant heeft zich hiertegen bij brief van haar raadsman verzet.
3.2.
Kern van het geschil is dat Regionale Kruisvereniging West-Brabant van oordeel is dat Kruiswerk Voor U zich als afdeling van Regionale Kruisvereniging West-Brabant niet van haar kan afscheiden, terwijl Kruiswerk Voor U van oordeel is dat zij als zelfstandige vereniging met volledige rechtspersoonlijkheid daartoe wel gerechtigd is.
3.3.
Vast staat dat Kruiswerk Voor U een zelfstandige vereniging met volledige rechtspersoonlijkheid is hetgeen met zich meebrengt dat de bepalingen uit boek 2 BW voorzover deze op een vereniging of mede op een vereniging van toepassing zijn, ook voor Kruiswerk Voor U gelden. Dit brengt met zich mede dat Kruiswerk Voor U rechtspersoonlijkheid bezit (artikel 3 boek 2 BW). Als zelfstandig rechtspersoon, zo wordt in de literatuur verdedigd, moet het voor een afdeling met rechtspersoonlijkheid altijd mogelijk zijn uit het afdelingsverband te stappen. Volgens Stille (De afdeling in het verenigingenrecht Kluwer 1986 pagina 217 en verder) “
is het mogelijk dat een afdeling-
rechtspersoon niets meer ziet in de activiteiten van de hoofdvereniging en op grond daarvan uit het afdelingsverband stapt”,dit ook in het geval de statuten van daarin niet voorzien of dat zelfs verbieden. Stille acht het in strijd met de zelfstandigheid van zo’n afdeling als rechtspersoon om een eeuwige band met de hoofdvereniging te verlangen. Ook volgens Dijk/ Van der Ploeg (Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij Kluwer, Zesde druk pagina 311) kan de afdeling-vereniging van haar kant de afdelingsrelatie verbreken waarbij wordt opgemerkt dat eventuele opzegging van het hoofdverenigingslidmaatschap door de afdelingsleden zelf zal dienen te geschieden. Naast de zelfstandigheid van een afdelings-rechtspersoon vormen de omstandigheid dat de wet een beëindiging van de relatie niet verbiedt (naar Rechtbank Leeuwarden 27 juni 1901, W 76350) en de mogelijkheid overeenkomsten van onbepaalde tijd te kunnen beëindigen ( LJN: BZ4163, Hoge Raad, 14-06-2013, 12/01625) argumenten om uit te gaan van de mogelijkheid van beëindiging van een afdelingsrelatie bij een afdeling-rechtspersoon. Met betrekking tot het laatste argument dient nog de toelichting dat gelet op de achtereenvolgende statuten van Regionale Kruisvereniging West-Brabant als overgelegd, geconcludeerd dient te worden dat tussen de zelfstandige kruisverenigingen in West-Brabant een samenwerking is overeengekomen die uitvoering heeft gevonden in een verenigingsstructuur met een hoofdvereniging en afdelingen en dat zich thans de situatie voordoet dat een van de zelfstandige afdelingen deze samenwerking, althans met de hoofdvereniging, wenst te beëindigen.
3.4.
Afgevaardigden van Kruiswerk Voor U maken deel uit van de algemene vergadering van Regionale Kruisvereniging West-Brabant. Regionale Kruisvereniging West-Brabant ontleent hieruit het argument dat afsplitsing niet mogelijk is omdat een orgaan zich niet kan afsplitsen. Dit argument treft geen doel. Kruiswerk Voor U is geen orgaan van Regionale Kruisvereniging West-Brabant maar zelfs als zij dat wel zou zijn is zij daarnaast een rechtspersoon en maakt haar rol in de algemene vergadering van Regionale Kruisvereniging West-Brabant niet dat zij niet kan ophouden afdeling van Regionale Kruisvereniging West-Brabant te zijn. Ook de eventuele omstandigheid dat de statuten van Regionale Kruisvereniging West-Brabant bij een beëindiging van de afdelingsrelatie met Kruiswerk Voor U niet meer geheel passend zijn op situatie die daardoor ontstaat maakt - gelet op de eigen belangen van Kruiswerk Voor U - niet dat Kruiswerk Voor U de afdelingsrelatie niet zou kunnen beëindigen.
3.5.
Dat Kruiswerk Voor U heeft besloten de afdelingsrelatie op te zeggen en daar mededeling van heeft gedaan, is door Kruiswerk Voor U gesteld en door Regionale Kruisvereniging West-Brabant niet bestreden. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is Kruiswerk Voor U gerechtigd tot het nemen van een dergelijk besluit en heeft een dergelijk besluit in beginsel ook het beoogde effect. Dit brengt met zich dat de vorderingen van Regionale Kruisvereniging West-Brabant, dienen te worden afgewezen. Ten aanzien van de vordering van Regionale Kruisvereniging West-Brabant Kruiswerk Voor U te verbieden leden er toe te bewegen het lidmaatschap van Regionale Kruisvereniging West-Brabant op te zeggen, wordt nog overwogen dat de rechtbank vanwege de ontstane situatie en de wijze waarop het lidmaatschap van de beide verenigingen en verdeling van de contributie is geregeld, een oproep van Kruiswerk Voor U onder haar leden tot beëindiging van het lidmaatschap van Regionale Kruisvereniging West-Brabant niet zonder meer onrechtmatig acht. Bijkomende omstandigheden kunnen dit anders maken maar die zijn niet gesteld of gebleken. Tenslotte overweegt de rechtbank dat niet is niet gebleken van onjuiste mededelingen van de zijde Kruiswerk Voor U, zodat de vordering van Regionale Kruisvereniging West-Brabant terzake geen feitelijke grondslag heeft.
3.6.
Op grond van artikel 2:8 lid 1 BW dienen een rechtspersoon en degenen die bij haar organisatie zijn betrokken zich zodanig jegens elkaar te gedragen als door de redelijkheid en de billijkheid wordt gevorderd. De rechtbank acht deze bepaling die een ruim bereik heeft ook van toepassing op de onderhavige situatie en dan met name op de wijze waarop de beide verenigingen hun relatie dienen te ontvlechten. Tussen de verenigingen is, zoals ter comparitie toegelicht, verschil van inzicht ontstaan welke weg het kruiswerk moet inslaan nadat door wetswijzigingen veel van haar taken zijn verdwenen. Het is niet aan de rechtbank om tussen de beide standpunten van partijen op dat vlak een keuze te maken, zij kan partijen slechts voorhouden dat de standpunten van beide verenigingen goed verdedigbare standpunten inhouden die passen binnen het doel van de verenigingen en dat slechts de wijze waarop partijen dit geschil zijn aangegaan afbreuk doet aan de wijze waarop zij hun doel wensen te bereiken en waartoe de middelen ingezet dienen te worden.
3.7.
Zo heeft Regionale Kruisvereniging West-Brabant geweigerd het gedeelte van de ledenbijdrage dat door haar begin 2013 is geïnd van de leden van de beide verenigingen dat toekomt aan Kruiswerk Voor U aan Kruiswerk Voor U af te dragen omdat Kruiswerk Voor U zich - volgens Regionale Kruisvereniging West-Brabant ten onrechte - op het standpunt stelde dat Kruiswerk Voor U geen afdeling meer is van Regionale Kruisvereniging West-Brabant. Daar waar Regionale Kruisvereniging West-Brabant geacht dient te worden mede de aan Kruiswerk Voor U toekomende contributie te hebben geïnd (ondanks de beëindiging van de afdelingsrelatie door Kruiswerk Voor U) dient Regionale Kruisvereniging West-Brabant deze standaard ledenbijdrage bij gebreke van afspraken over de ontvlechting van de beide verenigingen aan Kruiswerk Voor U te voldoen op basis van de bestaande afspraken op dat vlak, dit mede in het licht van artikel 2:8 lid 1 BW. Daar waar Kruiswerk Voor U zich erover beklaagt dat Regionale Kruisvereniging West-Brabant zo veel overheaduitgaven heeft kan zij op haar beurt niet verwachten dat gezien de langdurige relatie tussen de verenigingen, de opzegging op 20 oktober 2012 al voor 2013 het effect diende te hebben dat zij aanspraak kon maken op de helft van de betaalde lidmaatschapsgelden. De rechtbank zal de vordering van Kruiswerk Voor U voorzover deze meer bedraagt dan € 4.657,50 dan ook afwijzen. Kruiswerk Voor U vordert wettelijke rente met ingang van 1 januari 2013 over dit bedrag zonder evenwel hiervoor een grondslag te vermelden. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat wettelijke rente verschuldigd is vanaf 29 mei 2013, 14 dagen na het nemen van de conclusie na antwoord in reconventie.
3.8.
De vordering van Kruiswerk Voor U tot afgifte van een kopie van het adressenbestand van de leden van Kruiswerk Voor U zal worden toegewezen op nader te bepalen wijze. Kruiswerk Voor U als zelfstandige vereniging met leden die eveneens lid zijn van Regionale Kruisvereniging West-Brabant liet haar ledenadministratie kennelijk bijhouden door Regionale Kruisvereniging West-Brabant. Als zelfstandige vereniging dient Kruiswerk Voor U de beschikking te hebben over haar ledenbestand. Mede gelet op het bepaalde in artikel 2:8 lid 1 BW dient Regionale Kruisvereniging West-Brabant, die ook voor Kruiswerk Voor U het ledenbestand bijhield, hiervan een kopie aan Kruiswerk Voor U te verstrekken, thans ook in het kader van de ontvlechting waarbij artikel 2:8 lid 1 BW nog steeds gelding heeft. Het standpunt van Regionale Kruisvereniging West-Brabant dat zij niet hoeft mee te werken vanwege het eigen standpunt van Kruiswerk Voor U dat zij geen afdeling meer is - welk standpunt zij bestrijdt - verdient geen verdere bespreking. Vanwege deze proceshouding acht de rechtbank het verstandig de gevorderde dwangsom, met een maximering, toe te wijzen.
Het komt de rechtbank ten slotte voor dat de besturen van beide partijen er ook om financiële redenen en met het oog op hun doelstelling verstandig aan doen zich te wenden tot een notaris die het vertrouwen van beide partijen geniet om de gevolgen van de beëindiging van de afdelingsrelatie van Kruiswerk Voor U met Regionale Kruisvereniging West-Brabant door Kruiswerk Voor U in de geest van artikel 2:8 lid 1 BW nader te regelen.
3.9.
Als overwegend in het ongelijk gestelde partij zal Regionale Kruisvereniging West-Brabant worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Deze worden begroot op € 595,00 aan griffierecht en € 904,- in conventie en € 452,- in reconventie aan honorarium advocaat (2 respectievelijk 1 punt van tarief II ad € 452,-).

4.De beslissing

De rechtbank
In conventie
wijst de vorderingen af,
veroordeelt Regionale Kruisvereniging West-Brabant in de kosten van de procedure gevallen aan de zijde van Kruiswerk Voor U, tot op heden begroot op € 1.499,-, te verhogen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 januari 2014 tot aan de dag der algehele betaling en met de nakosten van € 131,- indien dit vonnis niet wordt betekend, te verhogen met € 86,- , indien dit vonnis wordt betekend,
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
In reconventie
veroordeelt Regionale Kruisvereniging West-Brabant tot betaling aan Kruiswerk Voor U van een bedrag van € 4.657,50 ( zesenveertig honderd zevenenvijftig euro en vijftig eurocent) te verhogen met de wettelijk rente vanaf 29 mei 2013 tot aan de dag der algehele betaling,
veroordeelt Regionale Kruisvereniging West-Brabant om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis over te gaan tot afgifte van een kopie van het bestand op 31 december 2012 van leden van Regionale Kruisvereniging West-Brabant die tevens leden waren van Kruiswerk Voor U, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag dat Regionale Kruisvereniging West-Brabant in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, welke dwangsom maximaal een bedrag van € 10.000,- zal bedragen,
veroordeelt Regionale Kruisvereniging West-Brabant in de kosten van de procedure gevallen aan de zijde van Kruiswerk Voor U tot op heden begroot op € 452,-, te verhogen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 januari 2014 tot aan de dag der algehele betaling.
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Heuvel en in het openbaar uitgesproken op 8 januari 2014. []