Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 mei 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen [belanghebbende] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratie. De belanghebbende had verzuimd om voor drie vrachtauto's de eurovignetten te verlengen, wat resulteerde in 27 naheffingsaanslagen van € 8 per stuk, elk vergezeld van een verzuimboete van € 246. De rechtbank heeft de boetes beoordeeld in het licht van de omstandigheden van de belanghebbende, waaronder de drukte van de bedrijfsvoering en de verhuizing naar een nieuw pand. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de overtredingen terecht waren vastgesteld, de opgelegde boetes niet in verhouding stonden tot de ernst van de overtredingen. De rechtbank heeft daarom de boetes verminderd tot € 150 per verzuim en het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard voor wat betreft de boetes, terwijl het beroep voor het overige ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft de inspecteur ook veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, die zijn vastgesteld op € 26. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.