3.1.De volgende feiten staan in rechte vast:
- [eiseres] is gehuwd geweest met de op 4 oktober 2011 overleden heer [naam X] (hierna: [naam X]).
- Op 31 mei 2010 heeft [naam X] zijn huisarts telefonisch verzocht om een verwijzing naar een medisch specialist in verband met een verdikking op zijn hoofd. De huisarts heeft [naam X] doorverwezen naar een medisch specialist; de huisarts heeft hem niet lichamelijk onderzocht.
- op 3 juni 2010 hebben [eiseres] en [naam X] een aanvraagformulier voor een overlijdensrisicoverzekering bij ING Levensverzekering Retail N.V. (hierna: ING) ondertekend. Op het aanvraagformulier staat als offertedatum 21 mei 2010 vermeld. [eiseres] en [naam X] hebben het aanvraagformulier ingevuld en ondertekend. Op pagina 4 van het aanvraagformulier staat onder meer het volgende vermeld:
“(…)Ik heb alle gegevens naar waarheid ingevuld. Wanneer u dit aanvraagformulier niet juist of onvolledig invult, voldoet u niet aan uw mededelingsplicht (verzwijging). ING Levensverzekering Retail N.V. kan zich dan beroepen op de artikelen 7:928-7:930, 7:982 en 7:983 Burgerlijk Wetboek en hieraan de gevolgen verbinden, zoals het opzeggen van de verzekering, het weigeren van de uitkering of het beperken van de hoogte van de uitkering.(…)”
- Op 3 juni 2010 heeft [naam X] daarnaast een gezondheidsverklaring voor de bewuste overlijdensrisicoverzekering bij ING ondertekend waarop wordt gevraagd naar zijn gezondheidstoestand. Op de eerste pagina van de gezondheidsverklaring staat voor zover hier van belang het volgende vermeld:
“(…)
Het is zeer belangrijk dat u alle vragen juist en volledig beantwoordt.…
Vermeld al uw klachten, ook als u denkt dat deze niet belangrijk zijn of als geen arts heeft bezocht. Wanneer u deze gezondheidsverklaring niet juist of onvolledig invult, is er sprake van verzwijging. Dit kan betekenen dat de verzekering vernietigbaar is en dat de verzekeraar een verzoek om premievrijstelling afwijst of een uitkering bij arbeidsongeschiktheid of overlijden weigert.(…)”
Vraag 3 van het betreffende gezondheidsformulier luidt onder meer als volgt:
“(…)
3 Uw gezondheidstoestand
Heeft u hieronder een of meer categorieën aangekruist? Vul dan voor elke aandoening, ziekte of gebrek ook de vragen op de bijlage bij vraag 3 in, bijvoorbeeld over raadpleging huisarts/specialist, blijvend letsel of arbeidsongeschiktheid.
Lijdt u of heeft u geleden aan ᴏ A t/I …een of meer van de volgendeaandoeningen, ziekten en/ofgebreken (hier vallen ookklachten onder)?
Let op!U moet ook een rubriekaankruisen als u- een huisarts, hulpverlener of artsheeft geraadpleegd;
ᴏ H goed-of kwaadaardige zwelling of tumor, kwaadaardige aandoeningen, bloedziekte, bloedarmoede?ᴏ J huidaandoeningen, spataderen, open been, fistels, trombose (…)”
Bij voormelde vraag heeft [naam X] categorie J aangekruist en in de bij vraag 3 behorende bijlage ingevuld dat hij in 2007 last heeft gehad van een fistel. Op de laatste pagina heeft [naam X] de gezondheidsverklaring ondertekend met als datum 3 juni 2010. Hierbij staat onder meer vermeld:
“(…)
Ondergetekende verklaart dat hij/zij kennis heeft genomen van de bij dit formulier behorende Toelichting op de gezondheidsverklaring, dat de antwoorden op bovenstaande vragen en de eventuele bijgevoegde bijlage (n) door hem/haar zijn gegeven en naar waarheid en volledig zijn vermeld, dat hij/zij zich ervan bewust is dat een onjuistheid of onvolledigheid in deze gezondheidsverklaring kan leiden tot verval van de rechten uit de overeenkomst(…)”
- De overlijdensrisicoverzekering bij ING is afgesloten met ingang van 2 juni 2010 met als einddatum 2 juni 2040. De premie per maand bedroeg € 29,51 per maand. Het polisblad vermeldt [naam X] als verzekerde en [eiseres] als verzekeringnemer en begunstigde. Aan de begunstigde komt bij overlijden van de verzekerde vóór de einddatum van het contract een bedrag vrij van € 120.000,--. Dit kapitaal daalt jaarlijks conform een aflossingsschema.
- Op 10 augustus 2010 is de verdikking op het hoofd van [naam X] in het ziekenhuis onderzocht en op 11 augustus 2011 operatief verwijderd. Na onderzoek is omstreeks 18 augustus 2010 gediagnosticeerd dat de betreffende verdikking op het hoofd van [naam X] een kwaadaardige vorm van huidkanker (maligne melanoom) betrof.
- Op 4 oktober 2011 is [naam X] aan de gevolgen van een maligne melanoom overleden.
- [eiseres] heeft het overlijden van [naam X] gemeld bij Nationale Nederlanden, zijnde de rechtsopvolger van ING als verzekeraar van de betreffende overlijdensrisicoverzekering.
- Bij brief van 1 december 2011 heeft Nationale Nederlanden [eiseres] medegedeeld dat het geringe tijdsverloop tussen de ingangsdatum van de overlijdensrisicoverzekering en het overlijden van [naam X] aanleiding is voor haar om nader advies in te winnen bij haar medisch adviseur.
- Bij brief van 28 februari 2012 heeft Nationale Nederlanden aan [eiseres] medegedeeld dat zij de door [eiseres] ingevulde en ondertekende vragenlijst heeft ontvangen en dat zij aan de Toetsingscommissie Gezondheidsgegevens (hierna: de Toetsingscommissie) heeft verzocht een onderzoek in te stellen naar de rechtmatigheid van de claim van [eiseres] op de afgesloten overlijdensrisicoverzekering.
- Bij brief van 7 mei 2012 heeft de Toetsingscommissie aan [eiseres] onder meer geschreven dat [naam X] op de gezondheidsverklaring d.d. 3 juni 2010 geen volledige informatie heeft gegeven door slechts aan te geven dat hij in 2007 heeft geleden aan een fistel omdat hij in juli 2008 geopereerd is aan een tumor op het hoofd en hij in mei 2010 op eigen verzoek door zijn huisarts is verwezen naar een dermatoloog omdat de zwelling op zijn hoofd weer groeide. Daarnaast schrijft de Toetsingscommissie dat [naam X] gezien de voorgeschiedenis had moeten begrijpen dat hij van de huisartsconsultatie met het verzoek om verwijzing naar de dermatoloog melding had moeten maken, ook al was toen de ernst van de situatie wellicht nog niet duidelijk. De Toetsingscommissie beslist dat [naam X] jegens de verzekeringsmaatschappij in gebreke is geweest door zijn op
3 juni 2010 afgelegde gezondheidsverklaring niet naar waarheid in te vullen en daarin van de huidaandoening die al in 2008 bekend was geen mededeling te doen.
- Bij brief van 21 mei 2012 heeft [eiseres] de Toetsingscommissie verzocht haar standpunt te herzien omdat dit volgens [eiseres] - kort gezegd - is gebaseerd op onjuiste en/of onvolledige gegevens.
- Bij brief van 7 juni 2012 heeft Nationale Nederlanden aan [eiseres] medegedeeld dat de claim onder de polis wordt afgewezen omdat haar informatie is onthouden die voor een juiste beoordeling van het te verzekeren risico van belang was en dat zij om die reden bij de acceptatie van de verzekering geen verantwoorde afweging van het aangeboden risico heeft kunnen maken. Nationale Nederlanden beroept zich daarbij op het bepaalde in artikel 2 sub 2.2. van de polisvoorwaarden en artikel 7:930 BW.
- Bij brief van 29 juni 2012 deelt de Toetsingscommissie aan [eiseres] mede dat zij haar beslissing inhoudende dat [naam X] de gezondheidsverklaring niet volledig en naar waarheid heeft ingevuld handhaaft; zij erkent dat de informatie met betrekking tot de medische geschiedenis uit 2008 onjuist was. De Toetsingscommissie concludeert op basis van alle beschikbare gegevens dat [naam X] de zwelling op zijn hoofd niet als een eenvoudige wrat had mogen beschouwen toen hij op 3 juni 2010 zijn gezondheidsverklaring invulde. Naar het oordeel van de Toetsingscommissie had [naam X] in de bewuste gezondheidsverklaring bij vraag 3 onder letter H resp. letter J de zwelling moeten vermelden, zeker omdat hij ten al om een verwijzing naar een dermatoloog had verzocht. Zij handhaaft dus haar afwijzing.
- Bij brief van 27 september 2012 heeft [eiseres] Nationale Nederlanden bericht zich niet te kunnen verenigen met door Nationale Nederlanden ingenomen standpunt bij brief van 7 juni 2012. Nationale Nederlanden heeft daarop bij brief van 2 november 2012 haar standpunt herhaald.
- Bij brief van 14 januari 2013 heeft een door [eiseres] ingeschakelde medisch adviseur
([naam Y]) geconcludeerd dat [naam X] de gezondheidsverklaring naar waarheid heeft ingevuld omdat [naam X] als leek de wrat waarvan hij geen klachten ondervond niet op het gezondheidsformulier diende te vermelden nu het niet de bedoeling kan zijn alle onschuldige probleempjes op de gezondheidsverklaring aan te geven.
- Bij brief van 20 februari 2013 heeft Nationale Nederlanden haar standpunt gehandhaafd. Nationale Nederlanden is niet tot uitkering onder de overlijdensrisicoverzekering overgegaan.