Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[Gedaagde sub 1],
[Gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding,
- het tegen gedaagden verleende verstek.
2.De beoordeling
€ 1.421,00(1,0 punt × tarief € 1.421,00)
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is eiseres IHT Industrie- und Handels-Treuhand GmbH, een vennootschap naar Duits recht, die gevestigd is in Dreieich, Duitsland. De eiseres heeft gedaagden, die niet verschenen zijn, aangesproken op een overeenkomst van borgtocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering een internationaal karakter heeft, en heeft eerst de bevoegdheid van de Nederlandse rechter beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat de Nederlandse rechter bevoegd is, omdat partijen in de overeenkomst expliciet hadden gekozen voor de Nederlandse rechter, meer specifiek de rechtbank Breda, als bevoegde instantie voor geschillen.
De eiseres vorderde primair een hoofdelijke veroordeling van de gedaagden tot betaling van € 100.000,00 op basis van de borgtocht. De rechtbank oordeelde echter dat gedaagde sub 2 slechts had meegetekend ter bevestiging van haar toestemming en niet als borg, waardoor zij niet hoofdelijk aansprakelijk was voor de betaling. De rechtbank wees de primaire vordering af, maar kende wel de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten toe aan eiseres.
De rechtbank heeft de gedaagden als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 5.232,76. De beslissing van de rechtbank omvatte ook de veroordeling van gedaagde sub 1 tot betaling van de hoofdsom, de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten. Het vonnis is uitgesproken op 8 januari 2014 en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.