ECLI:NL:RBZWB:2014:3558

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 mei 2014
Publicatiedatum
23 mei 2014
Zaaknummer
AWB-13_618
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslag bouwleges door belanghebbende BV

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 mei 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen belanghebbende BV en de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. Het proces betreft een beroep tegen een aanslag bouwleges die aan belanghebbende was opgelegd. De heffingsambtenaar had op 10 december 2012 een uitspraak op bezwaar gedaan, waartegen belanghebbende in beroep ging. De zittingen vonden plaats op 31 mei 2013 en 9 mei 2014, waarbij belanghebbende werd vertegenwoordigd door haar mededirecteur en een gemachtigde.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak op bezwaar vernietigd. De aanslag bouwleges is vastgesteld op € 25.928, wat een vermindering inhoudt ten opzichte van de eerder opgelegde aanslag. Daarnaast is de heffingsambtenaar veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van belanghebbende, die zijn vastgesteld op € 1.704, en het terugbetalen van het griffierecht van € 310. De rechtbank heeft in haar overwegingen de bouwkosten van belanghebbende als uitgangspunt genomen voor de berekening van de aanslag.

De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De rechtbank heeft de procedure en de vereisten voor het instellen van hoger beroep uiteengezet, inclusief de noodzaak om een afschrift van de uitspraak bij het beroepschrift te voegen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Procedurenummer AWB 13/618
uitspraak van 23 mei 2014
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen
[belanghebbende] BV, gevestigd te [plaats A],
belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg,
de heffingsambtenaar.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van de heffingsambtenaar van 10 december 2012 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan haar opgelegde aanslag bouwleges ([aanslagnummer]).
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 mei 2013 te Tilburg. Aldaar zijn verschenen en gehoord, belanghebbende in de persoon van haar mededirecteur, [B], tot bijstand vergezeld van de gemachtigde, [gemachtigde], verbonden aan [kantoornaam gemachtigde] te Boxtel, en namens de heffingsambtenaar, [verweerder].
Het nadere onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 mei 2014 te Eindhoven. Aldaar zijn verschenen en gehoord, belanghebbende in de persoon van haar mededirecteur, [C], tot bijstand vergezeld van de gemachtigde, [gemachtigde], voornoemd, en namens de heffingsambtenaar, [verweerder], voornoemd.

1.Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • vermindert de aanslag bouwleges tot een bedrag van € 25.928;
  • veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.704;
  • gelast dat de heffingsambtenaar het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 310 aan deze vergoedt.

2.Gronden

2.1.
De heffingsambtenaar heeft zich nader op het standpunt gesteld dat voor de berekening van de hoogte van de aanslag bouwleges uitgegaan kan worden van de door belanghebbende bepleite bouwkosten, te weten een bedrag van € 920.000. De rechtbank stelt de aanslag bouwleges derhalve nader vast op € 25.928 (€ 14.420 plus 2,74% van € 420.000). Het beroep is gegrond.
2.2.
Ter zitting hebben partijen verder overeenstemming bereikt over de hoogte van de kosten van de door de gemachtigde verleende rechtsbijstand als bedoeld in artikel 1, aanhef, onder a, Besluit proceskosten bestuursrecht. Partijen zijn het erover eens dat ter zake van de bezwaarfase uitgegaan moet worden van 1 punt met een waarde per punt in de bezwaarfase van € 243 en ter zake van de beroepsfase moet worden uitgegaan van 3 punten (indienen van het beroepschrift; verschijnen ter zitting; verstrekken van schriftelijke inlichtingen;
verschijnen ter nadere zitting) met een waarde per punt van € 487. De rechtbank stelt de totale proceskosten derhalve vast op € 1.704 (€ 243 + € 1.461).
Deze uitspraak is gedaan op 23 mei 2014 door mr. C.A.F.M. Stassen, rechter, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. M. Jansen, griffier.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Aan deze uitspraak hoeft eerst uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist (artikel 27h, derde lid en artikel 28, zevende lid AWR).
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,
5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.
Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.