In deze zaak vorderde de eiseres, die na een borstoperatie klachten had ontwikkeld, schadevergoeding van de gedaagden, waaronder de plastisch chirurg, zijn verzekeraar en de fabrikant van de borstimplantaten. De eiseres had in 2004 twee borstimplantaten van Eurosilicone laten plaatsen door de plastisch chirurg, maar kreeg in 2009 klachten, waaronder een zwelling van de rechterborst. Na onderzoek bleek dat een van de implantaten gescheurd was, wat leidde tot ontstekingen en verdere operaties. De eiseres stelde dat de gedaagden onrechtmatig hadden gehandeld en aansprakelijk waren voor de geleden schade, zowel materieel als immaterieel. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden niet aansprakelijk waren op basis van artikel 6:77 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de gevolgen van de scheuring van het implantaat niet bekend waren bij de arts en het ziekenhuis en zij niet hoefden te weten dat deze gevolgen zich zouden voordoen. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een gebrekkig product en dat de informatievoorziening aan de eiseres voldoende was geweest. De vorderingen tegen de plastisch chirurg en zijn verzekeraar werden afgewezen, terwijl de zaak tegen de fabrikant van de implantaten werd aangehouden voor nader onderzoek naar de gestelde klachten van de eiseres.