In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, hebben de eiseressen, waaronder JVC Kenwood Belgium NV en Sepura PLC, een verzoek ingediend tot herstel van een eerder vonnis van 27 mei 2014. Dit verzoek was gericht op het corrigeren van een kennelijke fout in rechtsoverweging 4.7.3 van dat vonnis, waarin een verwisseling was gemaakt tussen portofoons en mobilofoons. De eiseressen stelden dat de beslissing over de mobilofoons onterecht was en dat de vordering ten aanzien van perceel 4 moest worden afgewezen, terwijl de vorderingen ten aanzien van percelen 2A en 2B toegewezen dienden te worden.
De advocaat van de eiseressen, mr. C.G. van der Wiel, betoogde dat de rechtbank een vergissing had gemaakt en dat de vordering ten aanzien van perceel 1 ook moest worden afgewezen. De advocaat van de gedaagde, Veiligheidsregio Midden en West Brabant, mr. drs. H.M. Fahner, onderschreef het verzoek tot herstel, maar stelde dat de vordering voor perceel 2 alsnog moest worden toegewezen.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke vergissing in het eerdere vonnis. De rechter heeft vastgesteld dat de vorderingen ten aanzien van de percelen 2A en 2B moesten worden toegewezen, terwijl de vordering ten aanzien van perceel 1 moest worden afgewezen. Het herstelvonnis is op 2 juni 2014 uitgesproken, waarbij de rechter de nodige wijzigingen in het dictum heeft aangebracht en de partijen heeft gelast om de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis te retourneren.