ECLI:NL:RBZWB:2014:406

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 januari 2014
Publicatiedatum
28 januari 2014
Zaaknummer
02/810893-13 + 02/800417-13 + 02/665095-13 + 02/666718-12
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Bogaert
  • A. Kouwenhoven
  • J. Prenger
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewelddadige overval op woning met ernstige bedreiging en diefstal

Op 22 december 2012 vond een gewelddadige overval plaats in de woning van de directeur van Destil, waarbij drie gemaskerde mannen met vuurwapens de woning binnendrongen. De overvallers bedreigden de directeur, zijn echtgenote en hun 14-jarige zoon, terwijl hun 4-jarige zoon boven in bad zat. De overvallers dwongen de directeur om een kluis te openen en gingen er met een aanzienlijke buit vandoor, waaronder geld en dure sieraden ter waarde van ongeveer 800.000 euro. De rechtbank Zeeland-West-Brabant behandelde de zaak op 14 januari 2014, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten presenteerden. De verdachte werd aangeklaagd voor meerdere feiten, waaronder de gewelddadige overval, woninginbraak en belediging van ambtenaren. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de overval, maar achtte de woninginbraak en belediging van ambtenaren wel bewezen. De rechtbank legde een jeugddetentie op van 137 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor begeleiding door de reclassering. De benadeelde partijen, waaronder de slachtoffers van de overval, werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de verdachte was vrijgesproken van het feit waaruit de schade voortvloeide. De rechtbank benadrukte de ernst van woninginbraken en de impact op de slachtoffers, en hield rekening met eerdere veroordelingen van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team jeugd
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/810893-13, 02/800417-13, 02/665095-13 en 02/666718-12
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 januari 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats], [adres],
raadsman mr. C.W. Flokstra, advocaat te Amsterdam

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 14 januari 2014, waarbij de officier van justitie, mr. Paapen, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
Ter zitting zijn overeenkomstig artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering de zaken onder voormelde parketnummers gevoegd.

2.De tenlastelegging

Verdachte staat terecht terzake dat
Parketnummer 02/810893-13
hij op of omstreeks 22 december 2012 te [pleegplaats],
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de
[adres]) heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer 2000 Euro
en/of een groot aantal horloges en/of sieraden, in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan
en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte
en/of zijn mededader(s)
- gemaskerd die woning is/zijn binnengedrongen en/of
- die [slachtoffer 1] een of meer vuurwapens heeft/hebben getoond en/of
- die [slachtoffer 1] een klap (met een vuurwapen) op/tegen zijn hoofd heeft/hebben
gegeven en/of
- een schot met een vuurwapen heeft/hebben gelost en/of
- die Van [slachtoffer 1] dreigend heeft/hebben toegevoegd: "Geld, geld" en/of
"Horloges" en/of "Meer geld, jij hebt meer geld, ik moet meer geld"en/of "Ik
ga schieten, ik ga doodschieten, geld, meer geld" en/of
- een of meer vuurwapens op die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heef/hebben
gericht en/of
- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend heeft/hebben toegevoegd: "Dit
is een overval", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of
strekking en/of
- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] onder bedreiging van een of meer
vuurwapens dwongen op de grond te gaan liggen en/of
- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] met tie wraps heeft/hebben vastgebonden.
Parketnummer 02/800417-13
hij op een tijdstip in of omstreeks een periode van 10 mei 2013 tot en met 11
mei 2013 te [pleegplaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning
(gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een (voetbal-)sok
en/of zesentwintig, althans meerdere, althans een sierra(a)d(en) en/of (een)
horloge(s) en/of (een bos) sleutels, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij
verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
parketnummer 02/665095-13
hij op of omstreeks 25 februari 2013 te [pleegplaats] opzettelijk beledigend (een)
ambtena(a)r(en), te weten [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7], gedurende en/of
ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in
diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden
"kankermongolen" en/of "rot op teringlijders" en/of "kankerhoer", althans
woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
parketnummer 02/666718-12
hij op of omstreeks 07 september 2012 te [pleegplaats] opzettelijk beledigend een
ambtenaar, te weten [slachtoffer 8], surveillant, gedurende en/of ter zake
van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid
zijn, verdachtes, opgestoken middelvinger heeft getoond en/of mondeling heeft
toegevoegd de woorden "Sukkel" en/of "Jij bent een sukkel", althans woorden
van gelijke beledigende aard en/of strekking.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het feit met parketnummer 02/810893-13 wettig en overtuigend bewezen. Zij baseert zich daarbij op de aangifte van de heer [slachtoffer 1], de getuigenverklaring van [slachtoffer 2], de getuigenverklaring van [slachtoffer 3], het aanstralen van de telefoon van verdachte op een mast nabij de woning aan de [adres] de dag voor de overval, de telefoon van de broer van verdachte die enkele uren na de overval ging bewegen vanuit Tilburg in de richting van [pleegplaats] en net na middernacht aanstraalde op de mast vlakbij de woning aan de [adres], de tapgesprekken tussen verdachte en [medeverdachte 1] en de tapgesprekken tussen verdachte en zijn broer en ouders op de dag dat twee medeverdachten zijn opgepakt.
De officier van justitie acht het feit met parketnummer 02/800417-13 wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de aangifte en de bekennende verklaring van verdachte.
De officier van justitie acht het feit met parketnummer 02/665095-13 wettig en overtuigend
bewezen en baseert zich daarbij op het proces-verbaal van bevindingen en de bekennende verklaring van verdachte.
De officier van justitie acht het feit met parketnummer 02/666718-12 wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op het proces-verbaal van bevindingen en de verklaring van verdachte dat hij de verbalisant sukkel heeft genoemd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van het feit met parketnummer 02/810893-13. De rechter-commissaris heeft geen ernstige bezwaren aangenomen voor dit feit. Uit het dossier volgt niet dat verdachte op 22 december 2012 in de woning aan de [adres] is geweest. De signalementen die de slachtoffers hebben gegeven zijn te algemeen. Veel mensen voldoen aan die omschrijving. Volgens de officier van justitie zou aan de hand van de zendmastgegevens van de telefoon van verdachte zijn op te maken dat er een voorverkenning heeft plaatsgevonden. Dit staat echter in het geheel niet vast. De officier van justitie noemt als bewijsmiddel de tapgesprekken. Hieruit valt wellicht op te maken dat verdachte iets weet van de overval maar niet dat hij betrokken is. Het zijn slechts vermoedens. Uit het dossier volgt niet dat verdachte aanwezig is geweest in de woning. Er is geen bewijs dat er een nauwe en bewuste samenwerking is geweest, zodat verdachte van dit feit dient te worden vrijgesproken.
De verdediging is van mening dat de woninginbraak, het feit met parketnummer 02/800417-13, kan worden bewezen. Verdachte bekent dit feit.
De verdediging is van mening dat de belediging met parketnummer 02/665095-13 wettig bewezen kan worden aangezien verdachte dit feit bekent. De verdediging is van mening dat de belediging met parketnummer 02/666718-02 niet kan worden bewezen en bepleit vrijspraak voor dit feit. Verbalisant [slachtoffer 8] kent verdachte omdat hij hem al meerdere malen heeft gecontroleerd. Door hem in het onderhavige geval desondanks wederom naar zijn ID te vragen, handelt verbalisant [slachtoffer 8] onrechtmatig. Onder die omstandigheden kunnen het opzet en het beledigende karakter van de uiting niet worden bewezen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte bij het feit met parketnummer 02/810893-13 betrokken is geweest. Op camerabeelden is te zien dat drie overvallers op 22 december 2012 de woning ingaan. Echter, uit niets valt op te maken dat verdachte één van die drie personen is. De tapgesprekken tussen verdachte en [medeverdachte 1] zijn opvallend, maar leveren geen bewijs op dat verdachte betrokken is bij de overval op de woning. Dat de telefoon van verdachte op 21 december 2012, de dag voor de overval, aanstraalde op de mast nabij de woning [adres] te [pleegplaats], is eveneens opvallend te noemen, maar is geen bewijs van betrokkenheid van verdachte bij dit feit. Ook uit de signalementen valt niet met zekerheid op te maken dat verdachte een van de overvallers is. Verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken van dit feit wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.
02/800417-13
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd bij de rechter-commissaris; [2]
- de aangifte van [slachtoffer 4]. [3]
02/665095-13
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd bij de politie; [4]
- het proces-verbaal van bevindingen; [5]
02/666718-12
Op 7 september 2013 zagen de verbalisanten [slachtoffer 8] en [verbalisant 1] twee personen lopen. Dit bleken te zijn [verdachte] en [medeverdachte 2]. De verbalisanten wilden de personen controleren. [verdachte] verhief zijn stem en wenste zijn identiteitsbewijs niet te overhandigen aan de verbalisanten. [verdachte] zei “Sukkel” tegen verbalisant [slachtoffer 8], waarbij hij ook in de richting van verbalisant [slachtoffer 8] keek. [verdachte] bleef zich onttrekken aan de controle. Hij keek verbalisant [slachtoffer 8] aan en zei “Jij bent een sukkel”. [verdachte] werd aangehouden ter zake van belediging. Toen verdachte in de arrestantenruimte van het dienstvoertuig zat, stak hij zijn middelvinger op naar verbalisant [slachtoffer 8]. [6]
Verdachte bekent dat hij de verbalisant sukkel heeft genoemd [7] , maar ontkent dat hij een middelvinger naar hem heeft opgestoken.
De rechtbank acht de belediging van verbalisant [slachtoffer 8] wettig en overtuigend bewezen. Een verbalisant is bevoegd te vragen naar het identiteitsbewijs van personen, ook als hij of zij bekend is met de identiteit van de persoon in kwestie. Dit is slechts anders indien misbruik wordt gemaakt van deze bevoegdheid bijvoorbeeld door de persoon in kwestie bewust dwars te zitten. Daarvan is in het onderhavige geval niet gebleken. De rechtbank acht naast het uiten van de belediging “sukkel” ook het opsteken van de middelvinger wettig en overtuigend bewezen, gelet op het ambtsedig proces-verbaal.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Parketnummer 02/800417-13
hijop een tijdstip in
of omstreeks eendeperiode van 10 mei 2013 tot en met 11
mei 2013 te [pleegplaats] tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans
alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in
/uiteen woning
(gelegen aan de [adres]
)heeft weggenomen een
(voetbal-
)sok
en/of zesentwintig, althans meerdere, althans eensierra
(a)d
(en
)en
/of (een)
horloge
(s
)en
/of (een bos
)sleutels,
in elk geval enig goed, geheel of ten
deletoebehorende aan [slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5],
in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij
verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebrachtdoor middel van braak
, verbreking en/of
inklimming;
parketnummer 02/665095-13
hijop
of omstreeks25 februari 2013 te [pleegplaats] opzettelijk beledigend
(een)
ambtena
(a)r
(en
), te weten [slachtoffer 6] en
/of[slachtoffer 7], gedurende en
/of
ter zake van de rechtmatige uitoefening van
zijn/haar/hun bediening, in
diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden
"kankermongolen" en
/of"rot op teringlijders" en
/of"kankerhoer"
, althans
woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
parketnummer 02/666718-12
hijop
of omstreeks07 september 2012 te [pleegplaats] opzettelijk beledigend een
ambtenaar, te weten [slachtoffer 8], surveillant, gedurende en
/ofter zake
van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid
zijn, verdachtes, opgestoken middelvinger heeft getoond en
/ofmondeling heeft
toegevoegd de woorden "Sukkel" en
/of"Jij bent een sukkel"
, althans woorden
van gelijke beledigende aard en/of strekking.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een jeugddetentie van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met als bijzondere voorwaarde begeleiding door Reclassering Nederland, ook indien dat inhoudt behandeling bij Het Dok of een soortgelijke instelling en het dragen van een enkelband.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit een deels onvoorwaardelijke jeugddetentie waarbij het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan het voorarrest. Als bijzondere voorwaarde bepleit hij begeleiding door Reclassering Nederland. De raadsman vraagt de rechtbank een termijn op te leggen voor het dragen van een enkelband.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een woninginbraak en twee beledigingen van ambtenaren in functie. Met name de woninginbraak acht de rechtbank een ernstig feit.
Aan het plegen van woninginbraken tilt de rechtbank zwaar. Woninginbraken veroorzaken niet alleen de nodige materiële schade, maar maken ook een forse inbreuk op de privacy van de bewoners. Het is voor hen vaak bijzonder onaangenaam om te leven met de wetenschap dat een vreemde in hun woning is geweest en hun persoonlijke bezittingen heeft doorzocht.
De rechtbank houdt er bij de strafoplegging rekening mee dat verdachte eerder is veroordeeld ter zake van vermogensdelicten en dat hij nog in een proeftijd liep van deze veroordeling.
Drs. Wetsteijn, psycholoog, heeft een rapport uitgebracht over verdachte in de zaak betreffende de woninginbraak. De psycholoog concludeert dat er bij verdachte in formele zin niet kan worden gesproken van een ziekelijke stoornis of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, wel van antisociaal gedrag. In verstandelijk opzicht reikt hij tot een normaalbegaafd intelligentieniveau. In termen van toerekeningsvatbaarheid kan gedacht worden aan licht verminderd toerekeningsvatbaarheid. De psycholoog adviseert bij een bewezenverklaring van de woninginbraak een deels voorwaardelijke detentie op te leggen met als bijzondere voorwaarde begeleiding door de reclassering, ook als dat inhoudt meewerken aan een ambulante behandeling bij Het Dok en elektronisch toezicht.
Reclassering Nederland heeft eveneens een rapport uitgebracht over verdachte. Ter zitting heeft mevrouw Alvers het rapport toegelicht. De reclassering adviseert indien verdachte wordt vrijgesproken van de woningoverval en wordt veroordeeld voor de woninginbraak een deels voorwaardelijke straf op te leggen, met als bijzondere voorwaarde begeleiding door Reclassering Nederland en elektronisch toezicht. Elektronisch toezicht reduceert de gelegenheid om delicten te plegen en is een middel om structuur en regelmaat in het dagelijks leven aan te brengen. Het moment van stoppen met de enkelband is afhankelijk van verdachte zelf, namelijk zo gauw er geen signalen meer komen van de politie van overlast.
De rechtbank heeft bij de stafoplegging rekening gehouden met de uitgebrachte rapportages over verdachte.
De officier van justitie is bij haar eis uitgegaan van de bewezenverklaring van de gewapende overval op een woning. Nu de rechtbank verdachte van dit feit vrijspreekt, zal zij een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een jeugddetentie voor de duur van 137 dagen noodzakelijk is. De rechtbank ziet geen ruimte voor een andere of lichtere sanctie. Wel ziet de rechtbank aanleiding een deel daarvan, te weten 60 dagen voorwaardelijk op te leggen. Deze voorwaardelijke straf maakt een verplichte en in de ogen van de rechtbank noodzakelijke begeleiding door de Reclassering mogelijk.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert een schadevergoeding van € 183.941,00 voor het feit met parketnummer 02/810893-13. De benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] vorderen ieder een schadevergoeding van € 5.000,00 voor het feit met parketnummer 02/810893-13.
Verdachte is vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan.
De rechtbank zal daarom de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen.
De benadeelde partij [slachtoffer 4] vordert een schadevergoeding van € 5.961,00 voor het feit met parketnummer 02/800417-13.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Nu de benadeelde partij [slachtoffer 4] ter zitting uiteen heeft gezet dat de schade volledig door de verzekering is vergoed, zal de schade op nihil worden gesteld.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 27, 77a, 77g, 77h, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 266, 267, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het onder parketnummer 02/810893-13 tenlastegelegde feit;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 02/800417-13:Diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
parketnummer 02/665095-13:Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, meermalen gepleegd;
parketnummer 02/666718-12:Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentie van 137 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, geen medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht niet ter inzage aanbiedt;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als
bijzondere voorwaarde:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland, ook als dat inhoudt meewerken aan behandeling bij Het Dok, of soortgelijke instelling en het dragen van een enkelband gedurende de eerste drie maanden van de proeftijd of zoveel korter als de reclassering verantwoordelijk acht;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarde;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde jeugddetentie;
Benadeelde partijen
- verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], [adres] te [pleegplaats] niet-ontvankelijk in hun vorderingen en bepaalt dat die vorderingen bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil; (BP.15)
- veroordeelt verdachte tot betaling van de schade aan de benadeelde partij [slachtoffer 4], [adres] te [pleegplaats];
- de rechtbank stelt de schade op nihil;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil; (BP.06)
-heft het geschorste bevel voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. Bogaert, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. Kouwenhoven en mr. Prenger, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Persoons, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 28 januari 2014.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt -tenzij anders vermeld- bedoeld het eindproces-verbaal met dossiernummer 2013091422 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 67, met bijlagen (hierna te noemen proces-verbaal 1), het eindproces-verbaal met dossiernummer 2013040720 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 18 (hierna te noemen proces-verbaal 2), of van het eindproces-verbaal met dossiernummer 2012193313 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 21 (hierna te noemen proces-verbaal 3).
2.Het proces-verbaal van verhoor verdachte door de rechter-commissaris.
3.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4], pagina 27 en 28 van eind-proces-verbaal 1.
4.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 13 van eind-proces-verbaal 2.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 9 van eind-proces-verbaal 2.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 16 en 17 van eind-proces-verbaal 3.
7.De verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 14 januari 2014.