4.3Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 02/800489-13
Feit 1:
Op 22 december 2012 vindt een gewelddadige overval plaats in een woning te [pleegplaats], aan de [adres 2]. Op het moment van de overval bevinden zich vier personen in de woning te weten, de heer [slachtoffer 1], mevrouw [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 6].
De heer [slachtoffer 1] liep op een gegeven moment naar de bijkeuken. Hij opende de deur van de bijkeuken en zag drie personen staan. De drie personen hadden bivakmutsen op. De heer [slachtoffer 1] liep op de kleinste persoon af. Deze had een groot zwart pistool in zijn hand. Een ander persoon had een klein pistool bij zich, ook zwart van kleur. Toen de heer [slachtoffer 1] op de kleinste overvaller afstapte, voelde hij een klap op zijn hoofd en hoorde hij een knal. Op enig moment zat de heer [slachtoffer 1] op zijn knieën in de bijkeuken. De kleinste overvaller riep “geld, geld”. Toen de heer [slachtoffer 1] ging staan, riep de kleinste overvaller om horloges. De echtgenote van [slachtoffer 1], mevrouw [slachtoffer 2], zat ook op haar knieën in de bijkeuken. Een van de overvallers liep met de heer [slachtoffer 1] naar de woonkeuken. In de woonkeuken heeft de heer [slachtoffer 1] geld aan een overvaller gegeven. Hij gaf vier briefjes van 500 euro aan de overvaller. De overvaller zei: “Meer geld, jij hebt meer geld, ik moet meer geld”. Er werd geroepen door de kleine overvaller en later ook door de anderen “Ik ga schieten, ik ga doodschieten, geld, meer geld. Mevrouw [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] werden geboeid met tiewraps. In de slaapkamer moest de heer [slachtoffer 1] de tweede kluis openen. In de kluis lagen juwelen en horloges. Deze goederen zijn door een overvaller in een zak gedaan en meegenomen. Er is ook Osmaans geld weggenomen. De buit bestond uit geld, dure merkhorloges en sieraden (totale waarde ongeveer 800.000 euro).
De aangifte wordt ondersteund door de getuigenverklaring van mevrouw [slachtoffer 2]. Zij was boven toen ze rumoer hoorde en een harde knal. Zij ging naar beneden en zag een persoon helemaal vermomd met een capuchon over zijn hoofd en een bivakmuts. Dit was de kleine overvaller. Hij zei tegen haar “dit is een overval”. In de bijkeuken zat de heer [slachtoffer 1] op zijn knieën. Er stonden nog twee overvallers in de bijkeuken, een van de twee was langer dan de ander. Volgens de getuige was de langste overvaller een Hollander, hij had een klein wapen vast. De kleinste overvaller had een groot wapen bij zich. Hij heeft het wapen gericht op het hoofd van de getuige. Getuige en haar zoon [slachtoffer 3] werden geboeid met tiewraps.
Ook getuige [slachtoffer 3] ondersteunt de aangifte. Hij was boven toen hij zijn moeder, mevrouw [slachtoffer 2], hoorde gillen. Hij is naar beneden gegaan. In de bijkeuken zag hij zijn vader en moeder geknield op de grond liggen. Één van de overvallers richtte het wapen op [slachtoffer 3]. [slachtoffer 3] moest bij zijn ouders gaan liggen. [slachtoffer 3] en zijn moeder bleven in de bijkeuken. Een van de overvallers deed bij hen tiewraps om.
De heer [slachtoffer 1] heeft een signalement van de daders gegeven:
Dader 1: regenpak, fel groene handschoenen, blauwe bivakmuts met vrij grote ooggaten,
20-25 jaar, sprak met dialect Marokkaans/Turks, iets donkerder dan blank persoon, normaal postuur, lengte 1.80-1.85.
Dader 2: kleine man met het grote wapen, zwarte bivakmuts alleen neus was te zien, niet zijn ogen, zwarte joggingsbroek, Nike schoenen, donker blauwe Air Max met iets wit, kleiner dan de rest, opvallend klein lengte ongeveer 1.60, jas met capuchon zonder bont, donkerkleurig, Marokkaans dialect, donkere handschoenen, groot zwart pistool.
Dader 3: overvaller met het kleine wapen, zwarte spijkerbroek, leeftijd 20-25 jaar, donkerblauwe bivakmuts, soort ringbaardje of wat haargroei rond zijn mond, slank postuur, lengte 180-185, droeg een klein wapen, Marokkaan, sprak met dialect.
Verdachte [medeverdachte 3]:
In de omgeving van de woning heeft uitgebreid sporenonderzoek plaatsgevonden.Op de vluchtroute vlak bij de woning is een muts aangetroffen. Deze is veilig gesteld, bemonsterd en voorzien van Sinnummer: AAFN4961NL. Dit monster is door het NFI onderzocht en blijkt een DNA-mengprofiel te bevatten.Dit mengprofiel matcht met het referentiemonster van verdachte. Het is extreem veel waarschijnlijker dat de bemonstering celmateriaal van drie personen bevat, te weten, verdachte en twee onbekende personen (niet verwant aan verdachte).Vlakbij de muts lag in de sloot een tas.In de tas zat een envelop met Osmaans geld, een horloge en een I-phone.Deze goederen waren afkomstig uit de woning.
Naast het aantreffen van DNA op een muts, die lag op de vluchtroute in de buurt van een tas afkomstig van de overval, is er een getuigenverklaring van de vriendin van de broer van verdachte. De vriendin van [medeverdachte 3], de broer van verdachte [medeverdachte 3], heeft [medeverdachte 3] horen zeggen dat [verdachte] een beroving had gedaan en dat het wel groot zal worden en ook op Opsporing Verzocht zou komen. Ook had zij gehoord dat het ging over veel geld en sieraden en over dure horloges.
Ook past verdachte [medeverdachte 3] in het signalement van de kleinste overvaller dat de getuigen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] geven. Bij de doorzoeking in de woning van verdachte [medeverdachte 3] is een te grote jas aangetroffen, jas merk Bijenkorf, maart 46, antraciet van kleur met capuchon. Ook zijn in de woning van verdachte [medeverdachte 3] Nike Air Max schoenen aangetroffen met zwarte zool, zwart met wil logo.
Verdachte [medeverdachte 3] past in het signalement dat aangever van dader 2 geeft, te weten, de kleinste overvaller met het grote wapen.
De rechtbank acht gelet op het voorgaande de roofoverval op de woning wettig en overtuigend bewezen.
Parketnummer 02/800489-13
Feit 2
De rechtbank is met de raadsvrouwe van oordeel dat dit feit, de woninginbraak in de [adres 5] te Tilburg, niet wettig en overtuigend kan worden bewezen en spreekt verdachte hiervan vrij. Het enige bewijsmiddel dat in de richting van verdachte wijst, is een sigarettenpeuk die in de woning is gevonden, waarop DNA van verdachte is aangetroffen. De rechtbank is echter van oordeel dat het hierbij gaat om een verplaatsbaar object, zodat niet zonder meer kan worden geconcludeerd dat verdachte een van de daders is geweest. Naast de sigarettenpeuk is er geen bewijs dat in de richting van verdachte wijst.
Parketnummer 02/800489-13
Feit 3
De rechtbank is met de raadsvrouwe van oordeel dat dit feit, de woninginbraak in de [adres 6] te Tilburg, evenmin wettig en overtuigend bewezen kan worden en spreekt verdachte hiervan vrij. In deze zaak zijn de enige bewijsmiddelen die in de richting van verdachte wijzen, tapgesprekken tussen [medeverdachte 2], een vriend van verdachte, de broer van verdachte en verdachte waarin wordt gesproken over een kluis die weggenomen is en die in de tuin van de buren ligt. Dit is onvoldoende om te bewijzen dat verdachte bij deze inbraak betrokken is geweest.
Parketnummer 02/655109-13
[verdachte] is schooljaar 2012-2013 begonnen op de [naam opleiding] bij ROC Tilburg. [verdachte] vertelde de leerplichtambtenaar dat het probleem voor hem in de ochtend zit. Hij komt met de bus uit de Reeshof, deze zit vaak te vol. [verdachte] komt dan net te laat op school. Volgens de moeder van [verdachte] heeft hij moeite met plannen, met name in de ochtend. [verdachte] komt laat uit bed. [verdachte] kwam ook regelmatig te laat na de pauze. Hij ging dan een broodje halen.
Uit het proces-verbaal en de daarbij behorende geleidelijstblijkt dat het schoolverzuim van [verdachte] is gepleegd in de tenlastegelegde periode en dat het aantal dagdelen en uren van verzuim 23,75 dagdelen en 95 uren bedroeg. De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen.
De raadsvrouwe van verdachte bepleit vrijspraak van de leerplichtzaak aangezien de moeder vrijgesproken is van dit feit. De rechtbank verwerpt dit verweer. Verdachte heeft een eigen verantwoordelijkheid. Het verwijt dat verdachte wordt gemaakt is een ander dan het verwijt dat de moeder wordt gemaakt.