ECLI:NL:RBZWB:2014:4598
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.A.P. de Roij
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 juli 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen [belanghebbende] BV, gevestigd te [plaats A], en de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. De heffingsambtenaar had aan belanghebbende een aanslag leges opgelegd, waartegen belanghebbende bezwaar heeft gemaakt. Dit bezwaar werd op 20 december 2013 ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de gemachtigde van belanghebbende op 29 januari 2014 beroep ingesteld tegen deze uitspraak op bezwaar.
De rechtbank heeft vastgesteld dat belanghebbende € 318 aan griffierecht verschuldigd was voor het door haar ingestelde beroep, conform artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft belanghebbende erop gewezen dat dit griffierecht binnen vier weken na verzending van de mededeling van de griffier moest worden voldaan. Ondanks een aangetekende herinnering op 3 maart 2014, is het griffierecht niet tijdig voldaan.
De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat belanghebbende in verzuim is geweest door het griffierecht niet tijdig te betalen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, P.A.C. Balemans. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, zoals vermeld in artikel 8:55 Awb.