20.1In geval van schending door werknemer van [artikel 18; rechtbank] van deze overeenkomst verbeurt werknemer aan werkgever, voor zover vereist in afwijking van artikel 7:650 BW, lid 3 en lid 5 in het bijzonder, een onmiddellijk opeisbare boete van € 25.000,- voor iedere overtreding, vermeerderd met een bedrag van € 1.000,- voor elke dag dat werknemer in gebreke blijft aan het artikel te voldoen (…)”
[naam werkgever] heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 november 2011.
In een kortgedingprocedure van Joss tegen [naam werkgever] heeft de kantonrechter van rechtbank Breda bij vonnis van 11 januari 2012 (hierna: het kortgedingvonnis) beslist:
“- veroordeelt [naam werkgever] binnen vierentwintig uur na betekening van dit vonnis het onderhouden van contacten met relaties van Joss in de zin van artikel 18 van de arbeidsovereenkomst, voor zover deze relaties waren van Joss vóór 1 november 2011, te staken en gestaakt te houden tot en met 31 oktober 2012, voor zover die contacten tot doel hebben het verkopen of bevorderen van de verkoop van producten gelijk of soortgelijk aan die welke vóór 1 november 2011 tot het assortiment van Joss behoorden;
- veroordeelt [naam werkgever] om in geval hij (na betekening van dit vonnis) gebreken mocht blijven aan bovenstaande veroordeling te voldoen, aan Joss een dwangsom betalen van € 2.500,- per dag, echter tot een maximum van € 100.000,-;”
In een bodemprocedure van Joss tegen [naam werkgever] (hierna: de bodemprocedure) heeft Joss samengevat onder meer het volgende gevorderd:
- verklaring voor recht dat [naam werkgever] een bedrag van € 100.000,- aan dwangsommen heeft verbeurd uit hoofde van het kortgedingvonnis;
- veroordeling van [naam werkgever] om aan Joss te betalen een bedrag van € 202.000,- aan verbeurde boetes uit hoofde van het relatiebeding en het boetebeding.
Bij vonnis van 9 januari 2013 in de bodemprocedure (hierna: het vonnis van 9 januari 2013) heeft de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant onder meer samengevat:
- de in d) bedoelde vordering tot verklaring voor recht afgewezen,
- de vordering tot betaling van een bedrag van € 202.000,- toegewezen voor een bedrag van € 25.000,- en voor het overige afgewezen.
Na het onder e) vermelde vonnis hebben Joss en [naam werkgever] een vaststellingsovereenkomst (hierna: de vaststellingsovereenkomst) gesloten. In de vaststellingsovereenkomst is onder meer bepaald welk bedrag [naam werkgever] aan Joss dient te betalen en volgens welk betalingsschema. De vaststellingsovereenkomst bepaalt verder:
“3. Joss zal hoger beroep instellen tegen het vonnis van de kantonrechter d.d. 9 januari 2013 (…) tegen de eerste zittingsdatum van januari 2016
(…)
5. Indien en voor zover [naam werkgever] de voor hem uit deze overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen niet volledig en/of niet tijdig nakomt, komt het overeengekomen betalingsschema (…) te vervallen en heeft Joss alsnog recht op het totaal van de aan haar bij voornoemde vonnissen toegewezen bedragen (…). Joss heeft in dat geval tevens het recht de procedure in hoger beroep (…) op de kortst mogelijke termijn te introduceren (…)”
Joss heeft op 5 april 2013 aan Retro opdracht gegeven om tegen het in e) vermelde vonnis een appèldagvaarding uit te brengen vóór het verstrijken van de appèltermijn op 9 april 2013. Retro heeft deze opdracht aanvaard.
De appèldagvaarding is niet tijdig betekend.
[naam werkgever] is de betalingsverplichtingen uit hoofde van de vaststellingsovereenkomst niet nagekomen.
In een e-mail van 16 mei 2013 aan Sandra van Nieuwkerk meldt [naam werkgever] het volgende:
“Na beëindiging van mijn dienstverband bij Joss mode heb ik actief en met een collectie riemen de volgende klanten bezocht die tevens relatie waren/zijn van joss mode;
Superstar
Sting
Pull&Bear
Zara
60% single
Stradivarius
Promod
Shoeby
Liberty
Showroom Varesano (kocht voorraad petrol industries) Biba/score Republic JC Sweden
Ik was in loondienst bij de firma 2j distribution van Jean Christophe Varesano. Voor hem verkocht ik riemen en andere lederen modeaccesoires. Alles vanuit de collectie van petrol industries/van zon mode. Dus onder andere bij relaties van Joss mode. Ook heb ik riemen verkocht op de beurs who’s next in Parijs. Ook daarmee heb ik het concurrentiebeding/relatiebeding geschonden. Dus t klopt in die zin dat ik daar in die hoedanigheid ben gezien.”