In deze tussenuitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 6 augustus 2014, staat de beëindiging van de jaarlijkse subsidie aan Stichting Podium Reimerswaal centraal. De stichting, die sinds 1994 een financiële bijdrage van de gemeente ontving, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reimerswaal, dat op 30 april 2014 werd genomen. Dit besluit houdt in dat de jaarlijkse subsidie met ingang van 2014 wordt beëindigd. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 23 juli 2014 in Middelburg, waar de verzoekster werd vertegenwoordigd door twee personen en het college door een advocaat en een vertegenwoordiger.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de jaarlijkse gemeentelijke financiële steun moet worden beschouwd als subsidie in de zin van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De brief van het college van 21 november 2013 wordt aangemerkt als een besluit tot weigering van subsidie voor een nieuw tijdvak, zoals bedoeld in artikel 4:51 van de Awb. De voorzieningenrechter constateert dat de belangen van verzoekster onvoldoende zijn meegewogen in het besluit, vooral gezien de langdurige subsidierelatie. Het college krijgt de gelegenheid om een kenbare belangenafweging te maken en nader onderzoek te doen naar de verplichtingen die verzoekster op 21 november 2013 was aangegaan.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat verzoekster nog budget heeft vanuit een bufferpot en extra sponsorgelden. De rechtbank houdt verdere beslissingen in de hoofdzaak aan tot de einduitspraak. De termijn voor het college om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen is vastgesteld op twee maanden, met de mogelijkheid voor verzoekster om binnen vier weken te reageren op de herstelpoging.