ECLI:NL:RBZWB:2014:6273
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- M.J.M. Klarenbeek
- Rechtspraak.nl
Huurachterstand en ontbinding huurovereenkomst in sociale huursector
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 juli 2014, stond de huurachterstand van een huurder centraal. De eisende partij, Stichting Woongoed Middelburg, had de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning gevorderd, alsook betaling van achterstallige huur en bijkomende kosten. De huurder had een huurachterstand van twee maanden, maar had in de periode voor de zitting aanzienlijke stappen gezet om deze achterstand in te lopen. De kantonrechter oordeelde dat de verhuurder, Woongoed, zelf bijdroeg aan de betalingsproblemen van de huurder door deze op te zadelen met hoge proces- en incassokosten in een eerdere procedure. Dit leidde tot de conclusie dat een ontbinding van de huurovereenkomst niet gerechtvaardigd was, mede gezien de zwakke sociale positie van de huurder en de maatschappelijke rol van de verhuurder als sociale verhuurder. De rechter besloot dat de huurder een bedrag van € 932,75 moest betalen aan Woongoed, met wettelijke rente vanaf 23 mei 2014, en dat de huurder vanaf 1 juni 2014 maandelijks € 487,59 aan huur moest betalen tot de rechtsgeldige beëindiging van de huurovereenkomst. De proceskosten werden verdeeld, waarbij iedere partij zijn eigen kosten moest dragen.