AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Veroordeling van een minderjarige verdachte voor het uitvoeren van een Denial of Service-aanval op de website van een bank
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 september 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die beschuldigd werd van het uitvoeren van een Denial of Service (DoS) aanval op de website van een bank. De verdachte, geboren in 1995, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. Z. Yeral. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 19 augustus 2014, waarbij de officier van justitie, mr. Van Setten, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk vernielen, beschadigen of onbruikbaar maken van geautomatiseerd werk, in dit geval de website van de bank, door middel van een DDoS-aanval op 10 april 2013.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten. De officier van justitie had bewijs aangedragen dat de verdachte verantwoordelijk was voor de DoS-aanval, waaronder een verhoogd dataverkeer en een http-post request afkomstig van het IP-adres van de verdachte. De verdediging voerde aan dat de computer van de verdachte was overgenomen door hackers, maar de rechtbank achtte deze verklaring niet geloofwaardig. De rechtbank concludeerde dat de verdachte de DoS-aanval had gepleegd, wat resulteerde in een ernstige verstoring van de dienstverlening van de bank.
De rechtbank hield rekening met de psychologische rapportages die wezen op de sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, die lijdt aan autisme en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. De rechtbank besloot tot een werkstraf van 60 uur, waarvan 30 uur voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde begeleiding door de jeugdreclassering. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was, maar dat zijn geestelijke toestand in aanmerking moest worden genomen bij de strafoplegging. De uitspraak benadrukt de ernst van cybercriminaliteit en de impact daarvan op de samenleving, terwijl ook de kwetsbaarheid van minderjarige verdachten in het strafrecht wordt erkend.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt -tenzij anders vermeld- bedoeld het eindproces-verbaal met dossiernummer 2013089522 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 136.
2.Het geschrift, te weten de aangifte opgemaakt door de afdeling Security & Intelligence Management van [naam bank], pagina 15 van voornoemd eind-proces-verbaal.
3.Het proces-verbaal betreffende de vordering verstrekking gebruikersgegevens, pagina 19 tot en met 21 van voornoemd eind-proces-verbaal.
4.Het proces-verbaal van bevindingen betreffende de uitwerking van de IP tap, pagina 51 van het voornoemd eind-proces-verbaal.
5.Het proces-verbaal van bevindingen betreffende de uitwerking van de IP tap, pagina 49 van het voornoemd eind-proces-verbaal.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 65 en 66 va het voornoemd eind-proces-verbaal.
7.Het proces-verbaal van het Bureau Digitale Expertise, pagina 85 van het voornoemd eind-proces-verbaal.
8.Het proces-verbaal van het Bureau Digitale Expertise, pagina 87 van het voornoemd eind-proces-verbaal.
9.Het proces-verbaal van het Bureau Digitale Expertise, pagina 88 van het voornoemd eind-proces-verbaal.
10.Het proces-verbaal van bevindingen betreffende de uitwerking van de IP tap, pagina 55 van het voornoemd eind-proces-verbaal.
11.Het proces-verbaal van het Bureau Digitale Expertise, pagina 96 tot en met 97 van het voornoemd eind-proces-verbaal.
12.Het proces-verbaal van het Bureau Digitale Expertise, pagina 103 van het voornoemd eind-proces-verbaal.
13.Het proces-verbaal van verhoor van verdacht, p. 114 van het voornoemd eindproces-verbaal.
14.De verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 19 augustus 2014.
15.De verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 19 augustus 2014.
16.Het proces-verbaal van bevindingen betreffende de uitwerking van de IP tap, pagina 49 tot en met 55 van het voornoemd eindproces-verbaal.