ECLI:NL:RBZWB:2014:8009
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
Op 17 november 2014 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen Autoverhuurbedrijf [naam bedrijf], eiseres, en de Minister van Veiligheid en Justitie (Centrale Verwerking Openbaar Ministerie; CVOM), verweerder. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 4 juli 2014, waarin het bezwaar van eiseres tegen de weigering om een dwangsom wegens niet tijdig beslissen toe te kennen, niet ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gehouden op 7 oktober 2014 in Breda, waar eiseres zich heeft laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, mr. [naam gemachtigde]. De CVOM heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [naam vertegenwoordiger].
Eiseres betoogt dat het primaire besluit van 28 april 2014 pas op 19 juni 2014 is ontvangen en dat de CVOM niet heeft aangetoond dat het besluit op 28 april 2014 daadwerkelijk is verzonden. De rechtbank overweegt dat de termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift zes weken bedraagt, zoals bepaald in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat het bezwaarschrift van eiseres buiten deze termijn is ingediend, maar partijen verschillen van mening over de vraag of er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.
De rechtbank concludeert dat de CVOM aannemelijk heeft gemaakt dat het besluit op 28 april 2014 is verzonden, en dat eiseres geen feiten heeft aangedragen die dit vermoeden ontzenuwen. De rechtbank oordeelt dat de verzendadministratie van de CVOM deugdelijk is en dat het bezwaar van eiseres terecht als niet tijdig is beoordeeld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 november 2014.