ECLI:NL:RBZWB:2014:8115
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Handhaving van exploitatievergunning in horecabedrijf en verzoek om voorlopige voorziening
Op 5 december 2014 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende handhaving van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf. Verzoekster I en verzoeker II hebben bezwaar gemaakt tegen besluiten van de burgemeester van de gemeente Zundert, waarbij hen een last onder dwangsom is opgelegd wegens overtredingen van de Drank- en Horecawet en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen, omdat zij van mening zijn dat de bestreden besluiten zijn gebaseerd op onjuistheden.
Tijdens de zitting op 28 november 2014 is vastgesteld dat het pand aan de [naam adres] te [vestigingsplaats] wordt gebruikt als clubhuis en dat verzoekster I dit pand huurt als verenigingsgebouw. De burgemeester heeft op 11 november 2014 besluiten genomen om aan beide verzoekers een last onder dwangsom op te leggen, zonder dat er een gedegen onderzoek heeft plaatsgevonden. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de burgemeester bevoegd is om handhavend op te treden, omdat de vergunning voor het exploiteren van een horecabedrijf ontbreekt.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om schorsing van de bestreden besluiten afgewezen, omdat er geen concreet zicht op legalisatie is en de verzoekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat er bijzondere omstandigheden zijn die handhaving zouden verzetten. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de lasten op basis van de APV stand kunnen houden en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.