ECLI:NL:RBZWB:2014:8141

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 december 2014
Publicatiedatum
5 december 2014
Zaaknummer
02/820036-14
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van afpersing en vrijheidsberoving in meerdere gevallen

Op 5 december 2014 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere feiten, waaronder afpersing en vrijheidsberoving. De verdachte, geboren in 1994 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het medeplegen van afpersing en het wederrechtelijk ontnemen van de vrijheid van verschillende slachtoffers in de grensstreek tussen Nederland en België. De feiten vonden plaats tussen november en december 2013, waarbij de verdachte en zijn mededaders slachtoffers met geweld bedreigden en dwongen om hun bezittingen af te geven, waaronder bankpassen en geld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de modus operandi van de daders consistent was, met gebruik van een blauwe Peugeot en geweld tegen de slachtoffers. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van één feit, en legde een gevangenisstraf van vier jaar op, waarvan één jaar voorwaardelijk. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, die door de geweldsmisdrijven in een staat van angst en onveiligheid verkeerden. De verdachte werd ook verplicht om zich te houden aan voorwaarden van reclasseringstoezicht.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02/820036-14
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 5 december 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting ‘Torentijd’ te Middelburg,
raadsvrouw mr. R.T.K. Davidse, advocaat te Middelburg

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 21 november 2014, waarbij de officier van justitie mr. Rammeloo en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat
1.
hij op of omstreeks 04/05 december 2013 te Clinge, gemeente Hulst, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee inclusief
inhoud (bankpassen en IDkaart) en/of een GSM en/of sigaretten, in elk geval
enige goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke
diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 1] van zijn fiets heeft/hebben getrokken en/of
heeft/hebben geslagen en/of dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd:"op de
grond anders schieten we je dood." en/of vervolgens een auto in heeft/hebben
getrokken en/of het hoofd van die [slachtoffer 1] naar beneden heeft/hebben geduwd;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 04 december 2013 te Clinge, gemeente Hulst, Nederland
en/of De Klinge, België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft
beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij verdachte en/of een
of meer van zijn mededader(s) met dat opzet die [slachtoffer 1] onder bedreiging van
geweld in een auto getrokken en/of heeft/hebben die [slachtoffer 1] gedurende enige
tijd in die auto gehouden terwijl verdachte en/of zijn mededader(s)
betreffende auto bestuurde(n);
art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 23 november 2013 te Zelzate, België, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een GSM en/of een portemonnee
en/of een hoeveelheid geld, in elk geval enige goederen, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die[slachtoffer 2]
, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 2]
heeft/hebben achtervolgd en/of een mes, althans een dergelijk (scherp)
voorwerp, op/tegen de keel/hals heeft/hebben gezet/gedrukt en/of die [slachtoffer 2]
in een auto heeft/hebben gedwongen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 23 november 2013 te Zelzate, België, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk[slachtoffer 2]
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
immers heeft/hebben hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met
dat opzet die [slachtoffer 2] onder bedreiging van een mes in een auto gedwongen
en/of heeft/hebben die [slachtoffer 2] gedurende enige tijd in die auto gehouden
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) betreffende auto bestuurde(n);
art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks 04 december 2013 te Zelzate, België tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een GSM en/of een hoeveelheid
geld en/of een bankpas en/of een IDkaart en/of sigaretten en/of handschoenen,
in elk geval enige goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 3] bij de schouders heeft/hebben vastgepakt
en/of die [slachtoffer 3] in een auto heeft/hebben getrokken/geduwd en/of die [slachtoffer 3]
heeft/hebben geslagen/gestompt en/of de capuchon/kap over het hoofd van die
[slachtoffer 3] heeft/hebben getrokken en/of het hoofd van die [slachtoffer 3] naar beneden
heeft/hebben geduwd en/of die [slachtoffer 3] een metalen voorwerp tegen/op het hoofd
heeft/hebben geduwd/gezet en/of die [slachtoffer 3] dreigend de woorden heeft/hebben
toegevoegd:"we schieten je dood.";
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
6.
hij op of omstreeks 04 december 2013 te Zelzate, België, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 3]
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers
heeft/hebben hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat
opzet die [slachtoffer 3] onder bedreiging van geweld in een auto getrokken en/of
gedurende enige tijd in de auto gehouden terwijl verdachte en/of zijn
mededader(s) betreffende auto bestuurde(n);
art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
7.
hij op of omstreeks 07 december 2013 te Assenede, België, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van
een GSM en/of een hoeveelheid geld en/of een rugzak en/of sigaretten en/of een
cannabis crusher en/of handschoenen, in elk geval van enige goederen, geheel
of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
die [slachtoffer 4] messen heeft/hebben getoond en/of van de fiets heeft/hebben
getrokken en/of met betreffende messen heeft/hebben gestoken en/of die
[slachtoffer 4] in een auto heeft/hebben gedwongen en/of een capuchon/kap over het
hoofd van die [slachtoffer 4] heeft/hebben getrokken en/of die [slachtoffer 4]
heeft/hebben gedwongen te bukken en/of die [slachtoffer 4] een mes op de keel/hals
heeft/hebben gehouden/gezet;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
8.
hij op of omstreeks 07 december 2013 te Assenede, België, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 4]
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers
heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat
opzet onder bedreiging van messen die [slachtoffer 4] in een auto gedwongen en/of
die [slachtoffer 4] gedurende enige tijd in de auto gehouden terwijl verdachte en/of
zijn mededader(s) de betreffende auto bestuurde(n);
art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
9.
hij op of omstreeks 28 december 2013 te Stekene, België, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een GSM en/of een hoeveelheid
geld en/of een pinpas en/of een rugzak en/of een jas, in elk geval enige
goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal
werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging
met geweld tegen die [slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor
te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad
aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
die [slachtoffer 5] met een auto heeft/hebben klemgereden en/of dreigende de woorden
heeft/hebben toegevoegd:"in de auto." en/of een mes, althans een dergelijk
scherp voorwerp, heeft/hebben getoond en/of dreigend de woorden heeft/hebben
toegevoegd:"wil je een steek." en/of een auto in heeft/hebben gedwongen en/of
een mes, althans een dergelijk scherp voorwerp, op/tegen het dijbeen van die
[slachtoffer 5] heeft/hebben gezet/gehouden;
en/of
hij op of omstreeks 28 december 2013 te Stekene, België, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte een GSM
en/of een hoeveelheid geld en/of een pinpas en/of een rugzak en/of een jas, in
elk geval van enige goederen, geheel of ten dele toebehorende aan die[slachtoffer 5]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat verdachte en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 5] met een auto heeft/hebben
klemgereden en/of dreigende de woorden heeft/hebben toegevoegd:"in de auto."
en/of een mes, althans een dergelijk scherp voorwerp, heeft/hebben getoond
en/of dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd:"wil je een steek." en/of
een auto in heeft/hebben gedwongen en/of een mes, althans een dergelijk scherp
voorwerp, op/tegen het dijbeen van die [slachtoffer 5] heeft/hebben gezet/gehouden;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
10.
hij op of omstreeks 28 december 2013 te Stekene, België, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 5]
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers
heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat
opzet die [slachtoffer 5] onder bedreiging van een mes in een auto gedwongen en/of
gedurende enige tijd in die auto gehouden terwijl verdachte en/of zijn
mededader(s) betreffende auto bestuurde(n);
art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
11.
hij op of omstreeks 15 januari 2014 te Zelzate, België, ter uitvoering van het
door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 6] wederrechtelijk van
de vrijheid te beroven en/of beroofd te houden, met dat opzet die[slachtoffer 6]
klem heeft/hebben gereden en/of die [slachtoffer 6] van zijn fiets
heeft/hebben getrokken en/of die [slachtoffer 6] een mes, althans een dergelijk
scherp voorwerp, op/tegen de keel/hals heeft/hebben gezet/gedrukt en/of
dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd:"kom instappen in de auto." en/of
"instappen in de auto." en/of die [slachtoffer 6] met een mes, althans een
dergelijk scherp voorwerp, heeft/hebben gestoken en/of die [slachtoffer 6]
heeft/hebben geduwd en/of getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid;
art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen de onder 1 tot en met 10 ten laste gelegde feiten. Bij deze feiten is steeds sprake geweest van een blauwe Peugeot waarin de drie daders reden en dezelfde wijze van opereren (hierna ook: modus operandi) door de daders en dit draagt bij aan het bewijs dat verdachte deze feiten heeft gepleegd.. Het onder 11 ten laste gelegde feit acht hij niet wettig en overtuigend bewezen. Weliswaar lijkt sprake van dezelfde modus operandi, maar er is hierbij – anders dan bij de feiten 1 tot en met 10 – gebruik gemaakt van een witte auto.
Feiten 1 en 2
Voor het bewijs van de feiten 1 en 2 baseert de officier van justitie zich op de verklaringen van aangever [slachtoffer 1]. Hij beschrijft de auto (blauwe Peugeot, driedeurs, voorzien van een Nederlandse kentekenplaat) waarmee de drie verdachten reden. [slachtoffer 1] is in Clinge met een vuurwapen bedreigd, geslagen en geschopt. Hij is meegenomen in de auto van de verdachten en heeft spullen af moeten geven waaronder zijn pinpas en zijn pincode. Op de camerabeelden van het pinnen met die pas die nacht in de ING-bank in De Klinge (B) zijn schoenen te zien die erg veel lijken op de schoenen die later in de woning van verdachte zijn aangetroffen. Bij het tonen van de prints van de camerabeelden heeft verdachte hierover ter terechtzitting verklaard dat het dezelfde schoenen kunnen zijn. De bij feit 1 weggenomen telefoon is later bij verdachte [naam 1] aangetroffen. In de contactenlijst van de telefoon van [naam 1] staat de naam ‘[verdachte]’ met het telefoonnummer [nummer 1]. Op 4 december 2013 en 7 december 2013 is er telefonisch contact geweest tussen [naam 1] en deze [verdachte].
Feiten 5 en 6
Eerder op de avond van 4 december 2013 is [slachtoffer 3] slachtoffer geworden van een soortgelijk feit net over de grens in België. In zijn aangifte spreekt ook hij over een blauwe Peugeot met drie daders. [slachtoffer 3] is klemgereden, heeft klappen gekregen, is bedreigd en meegenomen in die auto. Net als [slachtoffer 1] heeft hij spullen af moeten geven. Uit mastgegevens blijkt dat het door verdachte gebruikte telefoonnummer ([nummer 1]) op het moment van deze overval onder de zendmast van Zelzate viel en ook dat dit telefoonnummer de mast in Clinge heeft aangestraald waar de feiten 1 en 2 zijn gepleegd.
Feiten 3 en 4
Voor het bewijs van de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten baseert de officier van justitie zich op de aangifte van [slachtoffer 2]. Ook hem is de pas afgesneden, hij is met geweld door twee personen bedreigd, zijn gsm, portemonnee en geld zijn afgenomen en hij is gedwongen mee te rijden in een blauwe Peugeot, voorzien van een Nederlands kenteken. De kleding en schoenen die op de camerabeelden van het pinnen met de pas bij de bank te zien zijn, lijken op de kleding en schoenen van de dader op de camerabeelden bij feit 1. Dat [slachtoffer 2] heeft verklaard dat in het kenteken een ‘1’ was opgenomen en dat de radio was afgewerkt met blauwe led-verlichting is van ondergeschikt belang, gelet op de overige door [slachtoffer 2] genoemde feiten en omstandigheden met betrekking tot deze ten laste gelegde feiten.
Feiten 7 en 8
Ook bij deze feiten is sprake van dezelfde modus operandi door de daders. Voor het bewijs van deze feiten baseert de officier van justitie zich in het bijzonder op de aangifte van [slachtoffer 4]. Hij is in de nachtelijke uren klemgereden, bedreigd, met een mes gestoken, meegenomen in een blauwe Peugeot en hij heeft spullen af moeten geven, waaronder zijn telefoon. De telefoon van [slachtoffer 4] is later bij verdachte [naam 2] teruggevonden. Ten tijde van deze feiten is met het telefoonnummer van verdachte ([nummer 1]) gebeld naar een vriend van [slachtoffer 4].
Feiten 9 en 10
Uit de aangifte van [slachtoffer 5] blijkt dat hij is klemgereden, bedreigd en heeft moeten instappen in een blauwe Peugeot, voorzien van het kenteken [nummer 2]. Hij heeft onder meer zijn telefoon moeten afgeven en deze is – kort na het feit – in Terneuzen terechtgekomen. Niet alleen kan afpersing worden bewezen, maar ook diefstal met geweld omdat ook dingen van hem zijn afgepakt.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank voor geen van de ten laste gelegde feiten tot een bewezenverklaring kan komen. Verdachte heeft alle feiten ontkend en dient dan ook integraal te worden vrijgesproken, zoals weergegeven in de door de verdediging ter zitting overgelegde pleitaantekeningen. Het bewijs per feit berust vaak uitsluitend op een aangifte. Het openbaar ministerie is er niet in geslaagd door middel van steunbewijs de betreffende aangifte te onderbouwen. Daarbij komt dat de bewijsmiddelen indirect zijn.
Telefoonnummer / Imeinummer
Ten tijde van de feiten 1 tot en met 10 had verdachte niet de beschikking over de witte IPhone die in mei 2014 onder hem in beslag is genomen. Verdachte heeft hierover verklaard dat hij vanaf januari 2014 in het bezit is gekomen van die telefoon, hetgeen door zijn vader is bevestigd. Evenmin is komen vast te staan dat verdachte ooit een SIM-kaart met telefoonnummer [nummer 1] in zijn bezit heeft gehad.
Blauwe Peugeot
Bepaalde omschrijvingen van de auto die gebruikt zou zijn bij de ten laste gelegde feiten passen niet bij de uiterlijke kenmerken van de blauwe Peugeot driedeurs, met kenteken
[nummer 2], waarover verdachte de beschikking kon hebben. Ook staat niet vast dat als dit kenteken wordt genoemd verdachte in die auto zat.
Signalement
Verdachte is een blanke man, 1.76 meter lang, brildragend (die bril draagt hij vooral als hij autorijdt) en spreekt niet met een accent. De door de verschillende aangevers opgegeven signalementen passen niet bij verdachte of zijn dusdanig vaag en niet specifiek genoeg dat hier meer mannen onder kunnen vallen dan alleen verdachte.
Modus operandi
De methode van schakelbewijs kan in deze zaak niet worden gehanteerd, nu bij de verschillende feiten sprake is van significante verschillen in de modus operandi. Er zijn verschillen in het aantal verdachten, de door verdachten gebruikte wapens, het taalgebruik van de verdachten en ook verschillen de beschrijvingen van de – door de verdachten gebruikte - auto’s.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
In de periode van 23 november 2013 tot en met 28 december 2013 hebben er in de grensstreek van Zeeuws-Vlaanderen en België in de avond en nacht een vijftal berovingen plaatsgevonden waarbij sprake was van twee of drie daders die zich verplaatsten in een blauwe Peugeot voorzien van een Nederlands kenteken. De slachtoffers ervan waren allen alleen en op de fiets of te voet toen zij werden klemgereden, bedreigd en meegenomen in een blauwe Peugeot. Zij hebben – als zij in het bezit waren van een bankpas - hun bankpas en pincode af moeten staan, waarna de daders naar een bank zijn gereden om van de rekeningen van de slachtoffers geld op te nemen.
Verdachte heeft alle hem ten laste gelegde feiten ontkend.
Feiten 1 en 2
Op 4 december 2013 omstreeks 23:00 uur fietste aangever [slachtoffer 1] vanuit Hulst naar huis in De Klinge. [1] In Clinge is hij klemgereden door een blauwe Peugeot 207. [2] Het betrof een driedeurs model, voorzien van een Nederlandse kentekenplaat. Drie personen stapten uit de auto en trokken [slachtoffer 1] van zijn fiets af. [slachtoffer 1] is geslagen en tegen hem is gezegd: “Op de grond liggen, anders schieten we je dood”. [slachtoffer 1] is vervolgens de auto ingetrokken [3] en in de auto is zijn hoofd door de passagier links achterin naar beneden geduwd. Zijn zakken zijn doorzocht en van hem zijn zijn portemonnee (met daarin twee bankpassen), een mobiele telefoon (merk HTC 1X [4] ), een identiteitskaart en sigaretten weggenomen. [5]
Met de auto zijn genoemde drie personen en [slachtoffer 1] gereden in de richting van De Klinge in België. [slachtoffer 1] is gedwongen zijn pincode af te geven en vervolgens is de bestuurder met zijn pasjes de ING-bank in De Klinge ingelopen om te pinnen. Hierna zijn zij teruggereden richting Clinge en is [slachtoffer 1] aan de weg van Clinge naar Nieuw Namen (Nederland) uit de auto gezet. [6]
Op camerabeelden [7] afkomstig van de ING-bank in De Klinge (België) is door verbalisanten gezien dat hierop de datum 4-12-2013 zichtbaar is. [8] Op die beelden is verder te zien dat om 23.27.45 uur een onbekend persoon het bankgebouw binnenkomt. De persoon draagt een grijze capuchon, een zwarte of donkerblauwe gewatteerde jas, en sportschoenen. Om 23.29.40 uur loopt dezelfde persoon weg van de pinautomaat en is te zien dat op de linkermouw van de jas een wit embleem is bevestigd. [9]
Op de Iphone van verdachte [10] zijn meerdere foto’s aangetroffen, zoals foto’s van verdachte met een grijze capuchon op zijn hoofd [11] en een foto genomen in de slaapkamer van verdachte met daarop onder meer een paar blauw/groene sportschoenen. [12] Volgens de vader van verdachte zijn deze sportschoenen van verdachte. [13] De capuchon en de schoenen zijn soortgelijk aan die zijn afgebeeld op de camerabeelden van de ING-bank. [14] Op een andere foto is verdachte te zien met een zwarte gewatteerde jas met op de linkermouw een wit embleem. [15]
Uit historische verkeersgegevens betreffende het telefoonnummer [nummer 1] is gebleken dat dit telefoonnummer op 4 december 2013 om 22:24 uur en om 23:24 uur is aangestraald op een mast in Clinge. [16]
Feiten 5 en 6
Op 4 december 2013 om 20:50 uur liep aangever [slachtoffer 3] in Zelzate (België). Toen hij een blauwe – driedeurs - Peugeot (voorzien van een Nederlandse kentekenplaat [17] ) passeerde, stapte de passagier – die voorin de auto zat – uit, greep hem vast aan zijn schouders en sleurde hem de auto in. Door de bestuurder is [slachtoffer 3] meermalen in zijn gezicht gestompt. Door de derde persoon die achterin de auto zat, is [slachtoffer 3] de auto ingetrokken. Toen [slachtoffer 3] achterin de auto zat, is de kap van zijn jas over zijn hoofd getrokken en is zijn hoofd naar beneden geduwd. Er is gedreigd door iets tegen het hoofd van [slachtoffer 3] te duwen, waarbij hij een metalen klik hoorde. [18] Er is geld van hem gepakt en een bankkaart. Toen [slachtoffer 3] aarzelde om zijn pincode af te geven, is hij geslagen door de persoon die naast hem in de auto zat. Ook is gedreigd [slachtoffer 3] dood te schieten, waarna [slachtoffer 3] zijn pincode heeft afgegeven. Ook zijn zijn handschoenen, een identiteitskaart, een gsm en sigaretten weggenomen. [19]
De auto is weggereden en gestopt bij een bank. De passagier voorin is uitgestapt, de bank binnengegaan en heeft daar geld gehaald. Hij is teruggekomen, de auto in gestapt en zij zijn weggereden. Toen de auto opnieuw stopte, moest [slachtoffer 3] uitstappen. [20] Van de rekening van [slachtoffer 3] is die avond bij de bank in Zelzate 60 euro opgenomen. [21]
Telefoonnummer [nummer 1] / Imeinummer [nummer 3]
Uit mastonderzoek blijkt dat het Imeinummer [nummer 3] gekoppeld is aan het gsm nummer [nummer 1]. Op 4 december 2013 om 21:52:08 vallen deze nummers onder de mast van de Grote Markt te Zelzate. [22] Het genoemde Imeinummer behoort bij de telefoon (Iphone) die op 23 mei 2014 bij verdachte is aangetroffen en in beslag is genomen. [23] Ook toen verdachte op 8 februari 2014 door de politie werd gecontroleerd, was hij in het bezit van deze telefoon. [24]
Overweging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat niet bewezen kan worden dat verdachte in november 2013 en december 2013 in het bezit is geweest van de witte Iphone met het Imeinummer [nummer 3] en dat evenmin is komen vast te staan dat hij over een SIM-kaart heeft beschikt met het telefoonnummer [nummer 1].
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt hiertoe dat een Imeinummer een uniek nummer is dat is en blijft gekoppeld aan één mobiele telefoon. Verdachte heeft verklaard dat hij sinds begin 2014 in het bezit is van de Iphone die in mei 2014 onder hem is in beslag genomen. Hij heeft deze – via zijn vader - van een collega van zijn vader gekocht. Zijn vader heeft dit bevestigd en voorts hierover verklaard dat de Iphone toen nog volledig in de verpakking en plastiek zat. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte de eerste gebruiker van de Iphone was. Nu uit de bewijsmiddelen blijkt dat het aan de Iphone van verdachte gekoppelde Imeinummer al vóór januari 2014 actief was, acht de rechtbank de door verdachte en zijn vader afgelegde verklaring over de datum van verkrijging van de Iphone niet aannemelijk geworden. Evenmin acht zij aannemelijk geworden dat verdachte nimmer in het bezit is geweest van een SIM-kaart met het telefoonnummer [nummer 1]. Dat verdachte (het aan het genoemde Imeinummer gekoppelde) telefoonnummer [nummer 1] heeft gebruikt wordt naar het oordeel van de rechtbank ondersteund door de verklaring die hierover is afgelegd door [naam 1]. In zijn contactenlijst [25] staat bij het telefoonnummer [nummer 1] de naam [verdachte]. [26] [naam 1] heeft verklaard dat hij via WhatsApp contact heeft gehad met verdachte. [27] (De telefoon die bij [naam 1] is aangetroffen, is de van aangever [slachtoffer 1] weggenomen gsm. [28] ).
De rechtbank leidt uit bovengenoemde bewijsmiddelen af dat verdachte wel al in november en december 2013 in het bezit is geweest van genoemde witte Iphone en ook dat hij toen gebruik maakte van het telefoonnummer [nummer 1]. Uit bevraagde historische verkeersgegevens betreffende dit nummer is gebleken dat dit telefoonnummer op 4 december 2013 ’s avonds is aangestraald op masten in respectievelijk Terneuzen en Clinge en later die nacht weer in Terneuzen, hetgeen past bij de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. [29] Zoals hiervoor al bij de feiten is overwogen passen de historische verkeersgegevens van genoemd telefoonnummer ook bij de onder 5 en 6 ten laste gelegde feiten.
Feiten 3 en 4
Op 23 november 2013 om 2:50 uur reed [slachtoffer 2] op zijn fiets in Zelzate (België). Door een auto is gepoogd hem de pas af te snijden. Vervolgens is hij achtervolgd door de auto. Toen hij stopte met fietsen, stopte de auto ook. [30] Het was een blauwe Peugeot, driedeursmodel, met een Nederlandse kentekenplaat. [31] De passagier stapte uit en zei dat [slachtoffer 2] de auto moest instappen. Toen [slachtoffer 2] weigerde, stapte ook de bestuurder van de auto uit. Hij zette een mes op de keel van [slachtoffer 2] en verplichtte hem de auto in te stappen. [32] Zijn GSM, portefeuille, geld en bankpas zijn weggenomen. [slachtoffer 2] heeft zijn pincode afgegeven.
Met [slachtoffer 2] in de auto zijn de daders eerst naar de Paribas Fortis-bank in Zelzate gereden. Daar is de bestuurder uitgestapt om geld te halen. Vervolgens zijn zij naar een KBC-filiaal in Zelzate gereden. Ook hier is de bestuurder uitgestapt en heeft zich naar de bank begeven. [33] Bij het Fortiskantoor is op 23 november 2013 om 2:47 uur 620 euro afgeschreven van de rekening van [slachtoffer 2]. Op camerabeelden van het KBC-filiaal is in diezelfde nacht om 2.50.12 een man te zien met een kap van een sweater en donkere sportschoenen met een witte zool. [34]
[slachtoffer 2] beschrijft de bestuurder van de Peugeot als volgt: 1,85 meter groot, blanke huidskleur, drager van een vest met kap van donkere kleur, Hollands accent, ongeveer begin 20 jaar oud.
Feiten 7 en 8
Op 7 december 2013 omstreeks 1 uur reed aangever [slachtoffer 4] met de fiets vanuit het centrum naar zijn woning in Assenede. [35] Vlakbij zijn woning is hij ingehaald door een blauwe Peugeot, met Nederlandse kentekenplaat, die verderop bruusk stopte. Twee mannen met messen stapten uit en verhinderden de doorgang van [slachtoffer 4]. [36] [slachtoffer 4] is van zijn fiets getrokken en moest – onder bedreiging – in de auto stappen. Hij is daarbij met een mes in zijn zij geprikt. [slachtoffer 4] zat achter de bestuurder en naast hem kwam de andere man zitten. Zijn kap is op zijn hoofd gezet en hij moest bukken. In de auto is gezegd dat [slachtoffer 4] alles wat hij bij zich had af moest geven. [slachtoffer 4] heeft zijn GSM (Samsung S4), een rugzak, met daarin een cannabis crusher en geld, af moeten geven. [37] Zij zijn onder meer naar de woning van de vader van [slachtoffer 4] gereden om daar geld op te halen. De auto stopte aan de Staakstraat in Assenede waar rond 2:35 uur door getuige
[getuige 1] een Peugeot, voorzien van het Nederlandse kenteken [nummer 4], is gezien. [38] Bij [slachtoffer 4] is een mes op zijn keel gezet. [39] [slachtoffer 4] moest terug de auto in en [naam 3] bellen om hem geld te vragen. Toen zijn telefoon leeg was, is met de telefoon van één van de mannen naar [naam 3] gebeld. [40] [naam 3] is gebeld door het telefoonnummer [nummer 1] – waarvan de rechtbank eerder heeft vastgesteld dat dit het nummer van verdachte is - en heeft later bij de KBC-bank in Assenede 120 euro afgegeven aan [slachtoffer 4] die op dat moment in een Peugeot zat. [41]
Uit mastonderzoek blijkt dat op 7 december 2013 ten tijde van het ten laste gelegde het Imeinummer [nummer 3] met het gsm nummer van verdachte in de periode van 01.19 uur tot 04.41 uur achtereenvolgens valt onder de mast op de Grote Markt te Zelzate, de mast te Assenede, de mast op de Grote Markt te Zelzate en tenslotte weer onder de mast te Assenede. Eerder in de nacht is met het nummer van [slachtoffer 4] gebeld naar [naam 3] en later is met het nummer van verdachte naar [naam 3] gebeld. [42]
Feiten 9 en 10
Op 28 december 2013 reed aangever [slachtoffer 5] met zijn fiets in Kemzeke, gemeente Stekene. [43] Hij is klemgereden door een blauwe Peugeot met een Nederlandse kentekenplaat. [44] Later heeft [slachtoffer 5] gezien dat het een blauwe – driedeurs – Peugeot betrof met het kenteken [nummer 2]. [45] De passagier stapte uit de auto en riep: “In de auto!” en “Wil je een steek!”. Daarbij is door hem een mes getoond. [slachtoffer 5] is op de achterbank in de auto gaan zitten en de man met het mes kwam naast hem zitten. De bestuurder vroeg de bankkaarten aan [slachtoffer 5]. De passagier drukte [46] met het mes tegen het dijbeen van [slachtoffer 5]. [slachtoffer 5] heeft zijn portefeuille (met daarin geld) afgegeven en de code van zijn pinpas.
De auto is naar de KBC bank in Kemzeke gereden waar de bestuurder is uitgestapt, met de pinpas van [slachtoffer 5]. De bestuurder heeft de jas van [slachtoffer 5] aangetrokken, is de bank binnengegaan en heeft daar geld gepind. De bestuurder is met het geld teruggekomen, is weer ingestapt en – met [slachtoffer 5] en de passagier - weggereden. Ook de GSM en de rugzak van [slachtoffer 5] zijn weggenomen.
Toen [slachtoffer 5] uit de auto heeft moeten stappen, heeft hij de blauwe Peugeot duidelijk kunnen zien en ook dat deze was voorzien van een Nederlands kenteken [nummer 2]. [47]
Bijzondere overwegingen met betrekking tot de feiten 1 tot en met 10
Modus operandi
Met betrekking tot de beoordeling van de ten laste gelegde feiten zal de rechtbank de feiten niet geheel afzonderlijk van elkaar, maar in onderling verband bezien. De rechtbank stelt vast dat de modus operandi – los van de specifieke bewijsmiddelen per feit – bij alle feiten (nagenoeg) gelijk is.
De feiten zijn in een achtereenvolgende periode van ruim een maand telkens gepleegd in de grensstreek Zeeuws-Vlaanderen – België. Telkens is sprake van een blauwe Peugeot waarmee twee of drie daders hebben gereden.
Telkens waren de aangevers alleen op pad, zijn zij klemgereden, hebben zij achterin de auto van de daders plaats moeten nemen en – met uitzondering van aangever [slachtoffer 2]
– hebben zij allen verklaard dat zij voorover gebogen hebben moeten zitten in de auto. Alle aangevers moesten hun bankpas afgeven en de daarbij behorende pincode. Hiermee is vervolgens geld opgenomen van de rekeningen van aangevers. Alleen [slachtoffer 4] heeft hieraan geen gehoor kunnen geven en heeft op een andere manier de daders van geld moeten voorzien.
Gelet op deze specifieke modus operandi gaat de rechtbank ervan uit dat steeds sprake is geweest van één of meer dezelfde daders van de ten laste gelegde feiten. De rechtbank acht het daarbij niet van belang dat niet bij alle feiten gebruik is gemaakt van (dezelfde soort) wapens. Uit de hierboven opgesomde bewijsmiddelen per feit blijkt dat dat het telefoonnummer van verdachte is aangestraald op zendmasten nabij de plaats delict (bij de feiten 1, 2, 5 en 6) en bovendien dat met dit nummer is gebeld naar een vriend van aangever [slachtoffer 4] (feiten 7 en 8).
Blauwe Peugeot
Alle aangevers hebben verklaard dat de blauwe Peugeot voorzien was van een Nederlands kenteken. [slachtoffer 5] heeft op 28 december 2013 het kenteken daadwerkelijk kunnen zien. In zijn aangifte spreekt hij over het kenteken [nummer 2]. [slachtoffer 3] heeft op 24 december 2013 melding gemaakt dat hij in Zelzate de blauwe Peugeot had herkend, die betrokken was geweest bij de feiten waarvan hij op 4 december 2013 aangifte had gedaan. De politie komt ter plaatse en ziet dat het een blauwe Peugeot betreft, voorzien van het Nederlandse kenteken [nummer 2]. [48] Volgens opgave van de Rijksdienst van het Wegverkeer is dit kenteken afgegeven voor een blauwe personenauto, merk Peugeot, type 207 die op naam is gesteld van [verdachte], de vader van verdachte. [49] Onderzoek aan de bedoelde auto heeft opgeleverd dat de officiële kleur wordt aangeduid als “bleu resif”, dat de auto waarschijnlijk over de originele fabrieksradio beschikt en dat de auto tot 6 december 2013 voorzien was van 7-spaaks velgen en zomerbanden en dat op 6 december 2013 deze zijn vervangen door 5-spaaks velgen met winterbanden.
De rechtbank stelt vast dat niet alle aangevers eensluidend hebben verklaard over het kenteken, de soort velgen en de autoradio in de auto. De rechtbank overweegt hierover dat de feiten in de avond en nacht in de maanden november en december 2013 hebben plaatsgevonden en dat het toen donker is geweest. Daarbij komt dat de aangevers tevens slachtoffer waren van een geweldsdelict en dan ook niet in alle rust de specifieke kenmerken van de auto zullen hebben waargenomen. Dat door getuige [getuige 1] is verklaard dat de blauwe Peugeot is voorzien van het kenteken [nummer 4] draagt naar het oordeel van de rechtbank bij aan het bewijs van de ten laste gelegde feiten, nu slechts sprake is van één klein verschil, namelijk het cijfer 6 in plaats van het cijfer 3. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat niet alle beschrijvingen van de auto passen bij de auto met het kenteken [nummer 2]. De rechtbank verwerpt dit verweer en stelt vast dat steeds sprake is geweest van dezelfde blauwe driedeurs Peugeot met het kenteken [nummer 2]. Verdachte heeft verklaard dat hij in de maanden november en december van 2013 regelmatig in de auto van zijn vader reed. [50]
Signalementen
Dat niet door alle aangevers een eensluidend signalement van de daders is gegeven dat ook nog precies bij verdachte past, doet naar het oordeel van de rechtbank niet af aan het bewijs van het ten laste gelegde. Zoals hierboven reeds is overwogen hebben de feiten zich in de avond- en nachtelijke uren afgespeeld en waren de aangevers tevens slachtoffers van geweldsmisdrijven, zodat aannemelijk is dat zij niet in alle rust hebben kunnen waarnemen en vervolgens verdachte hebben kunnen beschrijven. De rechtbank verwerpt dan ook dit verweer van de verdediging.
Gelet op het vorenstaande en in aanmerking genomen dat steeds de blauwe Peugeot van de vader van verdachte is gezien bij de feiten en dat verdachte hiervan regelmatig gebruik maakte, het telefoonnummer van verdachte ten tijde van meerdere feiten is aangestraald op zendmasten nabij de plaats delict, er een keer is gebeld met het telefoonnummer van verdachte naar een vriend van een van de aangevers en dat buitgemaakte telefoons zijn teruggevonden in de kring van bekenden van verdachte [51] , is de rechtbank van oordeel dat verdachte in alle gevallen één van de daders is geweest.
De rechtbank is zich bij de beoordeling van de bewijsmiddelen bewust geweest van het feit dat verdachte de feiten heeft ontkend en bij de bewijsmiddelen sprake is van indirect bewijs. De bewijsmiddelen zijn beschouwd vanuit twee scenario’s, namelijk een scenario waarin verdachte schuldig is en een scenario waarin verdachte onschuldig is, waarbij de vraag is beantwoord vanuit welk scenario de bewijsmiddelen het beste kunnen worden verklaard. Op basis van de vastgestelde feiten en overwegingen is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat de bewijsmiddelen beter passen bij het scenario dat verdachte één van de daders is geweest. Dat scenario is naar het oordeel van de rechtbank dan ook waarschijnlijker dan het scenario dat verdachte onschuldig is. Bij dit oordeel heeft de rechtbank tevens betrokken dat verdachte, ondanks het bestaan van genoemde redengevende bewijsmiddelen, geen redelijke, die redengevendheid ontzenuwende, verklaring heeft gegeven.
Gelet op voorgaande bewijsmiddelen, in onderling verband en in samenhang bezien, acht de rechtbank de feiten 1 tot en met 10 wettig en overtuigend bewezen.
Feit 11
Vrijspraak
De rechtbank stelt vast dat bij het elfde feit (het medeplegen van een poging vrijheidsberoving) – anders dan bij de feiten 1 tot en met 10 – geen gebruik is gemaakt van de blauwe Peugeot. Nu verdachte dit feit heeft ontkend en ook overigens hiervoor geen bewijsmiddelen voorhanden zijn, acht de rechtbank hiervoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig en zal zij verdachte hiervan vrijspreken.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
hijop of omstreeks 04
/05 december2013 te Clinge, gemeente Hulst, tezamen en
in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee inclusief
inhoud (bankpassen
)en IDkaart
)en
/ofeen GSM en
/ofsigaretten,
in elk geval
enige goederen, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1],
in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke
diefstal werd voorafgegaan en/
ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en
)dat verdachte
en
/ofzijn mededader
(s
)die [slachtoffer 1] van zijn fiets
heeft/hebben getrokken en
/of
heeft/hebben geslagen en
/ofdreigend de woorden
heeft/hebben toegevoegd:"op de
grond anders schieten we je dood." en
/ofvervolgens een auto in
heeft/hebben
getrokken en
/ofhet hoofd van die [slachtoffer 1] naar beneden
heeft/hebben geduwd;
2.
hijop of omstreeks 04 december 2013 te Clinge, gemeente Hulst, Nederland
en
/ofDe Klinge, België, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft
beroofd en
/ofberoofd gehouden, immers
heeft/hebben hij verdachte en
/of een
of meer vanzijn mededader
(s
)met dat opzet die [slachtoffer 1] onder bedreiging van
geweld in een auto getrokken en
/of heeft/hebben die [slachtoffer 1] gedurende enige
tijd in die auto gehouden terwijl verdachte
en/of zijn mededader
(s)
betreffende auto bestuurde
(n
);
3.
hijop
of omstreeks23 november 2013 te Zelzate, België, tezamen en in
vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen,met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een GSM en
/ofeen portemonnee
en
/ofeen hoeveelheid geld,
in elk geval enige goederen, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en
/of
vergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen die[slachtoffer 2]
, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/of
gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld
hierin bestond
(en)dat verdachte en
/ofzijn mededader
(s)die
[slachtoffer 2]
heeft/hebben achtervolgd en
/ofeen mes,
althans een dergelijk (scherp)
voorwerp,op
/tegende keel
/hals heeft/hebben gezet
/gedrukten
/ofdie [slachtoffer 2]
in een auto
heeft/hebben gedwongen;
4.
hijop
of omstreeks23 november 2013 te Zelzate, België, tezamen en in
vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, opzettelijk[slachtoffer 2]
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en
/ofberoofd gehouden,
immers
heeft/hebben hij verdachte en
/of een of meer vanzijn mededader
(s)met
dat opzet die [slachtoffer 2] onder bedreiging van een mes in een auto gedwongen
en
/of heeft/hebben die [slachtoffer 2] gedurende enige tijd in die auto gehouden
terwijl verdachte
en/of zijn mededader
(s)betreffende auto bestuurde
(n);
5.
hijop
of omstreeks04 december 2013 te Zelzate, België tezamen en in
vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een GSM en
/ofeen hoeveelheid
geld en
/ofeen bankpas en
/ofeen IDkaart en
/ofsigaretten en
/ofhandschoenen,
in elk geval enige goederen, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgd
van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het
oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken
en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en
)dat verdachte
en
/ofzijn mededader
(s
)die [slachtoffer 3] bij de schouders
heeft/hebben vastgepakt
en
/ofdie [slachtoffer 3] in een auto
heeft/hebben getrokken
/geduwden
/ofdie [slachtoffer 3]
heeft/hebben geslagen/gestompt en
/ofde
capuchon/kap over het hoofd van die
[slachtoffer 3]
heeft/hebben getrokken en
/ofhet hoofd van die [slachtoffer 3] naar beneden
heeft/hebben geduwd en
/ofdie [slachtoffer 3] een
metalenvoorwerp tegen
/ophet hoofd
heeft/hebben geduwd
/gezeten
/ofdie [slachtoffer 3] dreigend de woorden
heeft/hebben
toegevoegd:"we schieten je dood.";
6.
hijop
of omstreeks04 december 2013 te Zelzate, België, tezamen en in
vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk [slachtoffer 3]
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en
/ofberoofd gehouden, immers
heeft/hebben hij verdachte en
/of een of meer vanzijn mededader
(s
)met dat
opzet die [slachtoffer 3] onder bedreiging van geweld in een auto getrokken en
/of
gedurende enige tijd in de auto gehouden terwijl verdachte
en/of zijn
mededader
(s)betreffende auto bestuurde
(n);
7.
hijop
of omstreeks07 december 2013 te Assenede, België, tezamen en in
vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
en/of
(een
)ander
(en)wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/of
bedreiging met geweld [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van
een GSM en
/ofeen hoeveelheid geld en
/ofeen rugzak en
/of sigaretten en/ofeen
cannabis crusher
en/of handschoenen,
in elk geval van enige goederen, geheel
of ten deletoebehorende aan die [slachtoffer 4],
in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welk geweld en
/ofwelke
bedreiging met geweld hierin bestond
(en
)dat verdachte en
/ofzijn mededader
(s)
die [slachtoffer 4] messen
heeft/hebben getoond en
/ofvan de fiets
heeft/hebben
getrokken en
/ofmet betreffende messen
heeft/hebben gestoken en
/ofdie
[slachtoffer 4] in een auto
heeft/hebben gedwongen en
/of een capuchon/kap over het
hoofd van die [slachtoffer 4]
heeft/hebben getrokken en
/ofdie [slachtoffer 4]
heeft/hebben gedwongen te bukken en
/ofdie [slachtoffer 4] een mes op de keel
/hals
heeft/hebben
gehouden/gezet;
8.
hijop
of omstreeks07 december 2013 te Assenede, België, tezamen en in
vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 4]
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en
/ofberoofd gehouden, immers
heeft (hebben
)hij verdachte en
/of een of meer vanzijn mededader
(s
)met dat
opzet onder bedreiging van messen die [slachtoffer 4] in een auto gedwongen en
/of
die [slachtoffer 4] gedurende enige tijd in de auto gehouden terwijl verdachte
en/of
zijn mededader
(s)de betreffende auto bestuurde(n);
9.
hijop
of omstreeks28 december 2013 te
gemeenteStekene, België, tezamen en in
vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een GSM en
/ofeen hoeveelheid
geld en
/of een pinpas en/ofeen rugzak en
/ofeen jas,
in elk geval enige
goederen, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 5],
in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal
werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en/ofbedreiging
met geweld tegen die
[slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor
te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad
aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk gewelden
/ofwelke
bedreiging met geweld hierin bestond
(en)dat verdachte en
/ofzijn mededader
(s)
die
[slachtoffer 5]met een auto
heeft/hebben klemgereden en
/ofdreigend
ede woorden
heeft/hebben toegevoegd:"in de auto." en
/ofeen mes
, althans een dergelijk
scherp voorwerp, heeft/hebben getoond en
/ofdreigend de woorden
heeft/hebben
toegevoegd:"wil je een steek." en
/ofeen auto in
heeft/hebben gedwongen en
/of
een mes,
althans een dergelijk scherp voorwerp, op/tegen het dijbeen van die
[slachtoffer 5]heeft/hebben gezet/gehouden;
en
/of
hijop
of omstreeks28 december 2013 te
gemeenteStekene, België, tezamen en in
vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
en/of
(een
)ander
(en)wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of
bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte
vaneen GSM
en/ofeen hoeveelheid geld en
/ofeen pinpas
en/of een rugzak en/of een jas,
in
elk geval van enige goederen, geheel of ten deletoebehorende aan die [slachtoffer 5]
,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en)
dat verdachte en
/ofzijn mededader
(s)die
[slachtoffer 5]met een auto
heeft/hebben
klemgereden en
/ofdreigend
ede woorden
heeft/hebben toegevoegd:"in de auto."
en
/ofeen mes,
althans een dergelijk scherp voorwerp, heeft/hebben getoond
en
/ofdreigend de woorden
heeft/hebben toegevoegd:"wil je een steek." en
/of
een auto in
heeft/hebben gedwongen en
/ofeen mes,
althans een dergelijk scherp
voorwerp, op/tegen het dijbeen van die
[slachtoffer 5]heeft/hebben gezet/gehouden;
10.
hijop
of omstreeks28 december 2013 te
gemeenteStekene, België, tezamen en in
vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 5]
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en
/ofberoofd gehouden, immers
heeft (hebben
)hij verdachte en
/of een of meer vanzijn mededader
(s)met dat
opzet die
[slachtoffer 5]onder bedreiging van een mes in een auto gedwongen en
/of
gedurende enige tijd in die auto gehouden terwijl verdachte
en/of zijn
mededader
(s)betreffende auto bestuurde
(n).
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van vijf jaren, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Indien de rechtbank hiertoe niet zal overgaan, wordt verzocht in de strafmaat rekening te houden met de omstandigheid dat sprake is van samenloop.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de beantwoording van de vraag welke straf of maatregel aan verdachte moet worden opgelegd, houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich in een periode van ruim een maand met anderen schuldig gemaakt aan het samen met anderen plegen van een vijftal diefstallen met geweld en afpersing en daarnaast heeft hij de verschillende slachtoffers ervan wederrechtelijk van de vrijheid beroofd en beroofd gehouden. De fietsende of lopende slachtoffers werden door verdachte en medeverdachten met de auto klemgereden, onder bedreiging werden zij gedwongen hun bankpassen en pincodes af te geven, in te stappen, mee te rijden in de auto veelal op weg naar een bankfiliaal om daar – door verdachte en medeverdachten – geld van hun rekening te laten opnemen.
De rechtbank acht het zeer ernstig feiten. De rechtbank wijst er in dit verband op dat de maximumstraf voor het medeplegen van een diefstal met geweld of afpersing twaalf jaren gevangenisstraf is. Verdachte heeft zich hier niet één keer, maar vijf keer aan schuldig gemaakt.
Het spreekt voor zich dat op deze manier uitgevoerde feiten voor de slachtoffers een bijzonder traumatische ervaring moet zijn geweest. De slachtoffers verkeerden gedurende langere tijd in onzekerheid over de afloop. [slachtoffer 5] heeft in zijn schriftelijke slachtofferverklaring geschreven dat hij de eerste weken na de overval niet alleen naar buiten durfde en dat het maanden heeft geduurd voordat hij weer in het donker met de fiets de weg op durfde. Niet alleen bij de slachtoffers, maar ook in de maatschappij worden door dit soort feiten gevoelens van angst en onveiligheid teweeggebracht. Hierbij heeft verdachte kennelijk in het geheel niet stilgestaan. Het heeft hem er in ieder geval niet van weerhouden om, ten koste van een ander, op deze manier snel aan geld te komen. Dat hierbij obsessief te werk is gegaan, blijkt uit de aangifte van [slachtoffer 4]. Hij heeft immers anderen moeten benaderen om verdachte van geld te voorzien.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank voorts rekening gehouden met het strafblad van verdachte waaruit blijkt dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld, maar wel dat hij in 2013 – door het openbaar ministerie – opgelegde werkstraffen heeft verricht in verband met vernieling en bedreiging. Over verdachte is een rapport opgemaakt door de reclassering. Hieruit blijkt dat verdachte in het verleden in beeld is geweest bij hulpverlening. Naar aanleiding van agressie-incidenten op zijn werk heeft verdachte in 2013 gesprekken gevoerd met een psycholoog. Omdat hij dit niet zinvol achtte, is hij hiermee gestopt. Mede ten gevolge hiervan is zijn arbeidscontract niet verlengd. Op het moment dat hij werd aangehouden, had verdachte geen werk. Wel had hij plannen een MBO-opleiding te gaan volgen. Verdachte is bereid mee te werken aan een begeleidingstraject door de reclassering. Indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring, wordt geadviseerd een gedeeltelijk voorwaardelijke straf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een contactverbod, een locatiegebod en andere voorwaarden het gedrag betreffende als het opvolgen van aanwijzingen betreffende arbeid/scholing en het doorlopen van een intakeprocedure bij forensische polikliniek De Waag.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren noodzakelijk is. De rechtbank ziet – gelet op de ernst van de feiten - geen ruimte voor een andere of lichtere sanctie.
In het reclasseringsrapport en de relatief jonge leeftijd van verdachte ziet de rechtbank aanleiding een deel daarvan, namelijk een jaar, voorwaardelijk op te leggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen en voorts om daarnaast een verplichte begeleiding door de reclassering mogelijk te maken en door de reclassering te laten beoordelen of daarbij ambulante behandeling van verdachte nodig is.

7.De benadeelde partij

Feiten 9 en 10

7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] tot een bedrag van € 250,00 aan immateriële schade en de vordering voor het overige niet ontvankelijk te verklaren. Daarbij vraagt hij de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit en verzoekt om die reden de benadeelde partij in haar vordering niet ontvankelijk te verklaren. Subsidiair wordt verzocht deze niet ontvankelijk te verklaren, omdat de gevorderde materiële schade niet is onderbouwd.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De benadeelde partij [slachtoffer 5] vordert een schadevergoeding van € 1.319,90 voor de feiten 9 en 10.
De rechtbank acht het gevorderde bedrag onvoldoende aannemelijk gemaakt nu dit niet is onderbouwd met stukken. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering. Hij kan zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 47, 57, 282, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het onder 11 tenlastegelegde feit;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 eerste cumulatief, 9 tweede cumulatief en 10 ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Feit 1:Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 2:Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
Feit 3:Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 4:Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
Feit 5:Diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 6:Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
Feit 7:Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 8:Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
Feit 9 eerste cumulatief:Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, en
Feit 9 tweede cumulatief:Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen:
Feit 10:Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
- verklaart verdachte strafbaar;

Strafoplegging

- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, geen medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht niet ter inzage aanbiedt;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich gedurende proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland, ook als dat inhoudt dat hij zal deelnemen aan een intake en behandeling bij forensische polikliniek De Waag of soortgelijke ambulante forensische zorg waarbij verdachte zich dan ook zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
* dat verdachte zich binnen drie werkdagen volgend op het onherroepelijk vonnis telefonisch zal
meldenbij Reclassering Nederland, Vrijlandstraat 33, 4337 EA te Middelburg (076-5718666) en zich daarna gedurende de proeftijd op door de reclassering te bepalen tijdstippen zal blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zo lang die instelling dat noodzakelijk acht;
- geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat als
algemene voorwaardewordt toegevoegd:
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking van huisbezoeken daaronder begrepen;
- bepaalt dat de aan de voorwaardelijke straf verbonden voorwaarden en het op de naleving van die voorwaarden uit te oefenen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 5] niet-ontvankelijk in zijn vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 5] in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Nomes, voorzitter, mr. T. van de Poll en I.M. Josten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.E. Paulus, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 5 december 2014.
Mr. I.M. Josten is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt -tenzij anders vermeld- bedoeld het eindproces-verbaal met proces-verbaalnummer PL1900-2014036270 Z van de politie Zeeland, eenheid Zeeland-West-Brabant, Divisie Recherche, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 1100 (hierna te noemen eindproces-verbaal).
2.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 1], pagina 79 van voornoemd eind-proces-verbaal.
3.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 1], pagina 75 van voornoemd eind-proces-verbaal.
4.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 1], pagina 81 van voornoemd eind-proces-verbaal.
5.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 1], pagina 76 van voornoemd eind-proces-verbaal.
6.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 1], pagina 81 van voornoemd eind-proces-verbaal.
7.Geschriften, te weten prints van camerabeelden, pagina’s 127 tot en met 132 van voornoemd eindproces-verbaal
8.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 125 van voornoemd eindproces-verbaal.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 126 van voornoemd eindproces-verbaal.
10.Het proces-verbaal van onderzoek Iphone, pagina 210 van voornoemd eindproces-verbaal.
11.Geschriften, te weten foto’s, pagina’s 212 en 213 van voornoemd eindproces-verbaal.
12.Een geschrift, te weten een foto, pagina 214 van voornoemd eindproces-verbaal.
13.Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte], pagina 107 van voornoemd eindproces-verbaal .
14.Het proces-verbaal van onderzoek Iphone, pagina 211 en een geschrift, te weten een foto, pagina 215 van voornoemd eindproces-verbaal.
15.Een geschrift, te weten een foto, pagina 168 van voornoemd eindproces-verbaal en de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 november 2014.
16.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 122 van voornoemd eindproces-verbaal.
17.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 3], pagina 319 van voornoemd eind-proces-verbaal.
18.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 3], pagina 318 van voornoemd eind-proces-verbaal.
19.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 3], pagina 319 van voornoemd eindproces-verbaal.
20.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 3], pagina 310 van voornoemd proces-verbaal.
21.Het proces-verbaal van Regio Puyenbroeck (België), pagina 324 van voornoemd eindproces-verbaal en een geschrift, detail van verrichting BNP Paribas Fortis, Zelzate, pagina 327 van voornoemd eindproces-verbaal.
22.Het proces-verbaal van Regio Puyenbroeck, pagina 387 van voornoemd eindproces-verbaal en een geschrift ‘RetroResults’, pagina 390 van voornoemd eindproces-verbaal.
23.Een geschrift, te weten een lijst van door de rechter-commissaris in beslag genomen goederen, pagina 110 van voornoemd eindproces-verbaal.
24.Het proces-verbaal van Regio Puyenbroeck, pagina 542 van voornoemd eindproces-verbaal.
25.Een geschrift, Phone contacts HTC, pagina 267 van voornoemd eindproces-verbaal.
26.Een geschrift, Phone contacts HTC, pagina 273 van voornoemd eindproces-verbaal.
27.Het proces-verbaal van verhoor van [naam 1], pagina 251 van voornoemd eindproces-verbaal.
28.Het proces-verbaal van verhoor van [naam 1], pagina 240 van voornoemd eindproces-verbaal.
29.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 122 van voornoemd eindproces-verbaal.
30.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2], pagina 406 van voornoemd eindproces-verbaal.
31.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2], pagina 407 van voornoemd eindproces-verbaal.
32.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2], pagina 406 van voornoemd eindproces-verbaal.
33.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2], pagina 407 van voornoemd eindproces-verbaal.
34.Het proces-verbaal van Regio Puyenbroeck, pagina 427 van voornoemd eindproces-verbaal.
35.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 4], pagina 453 van voornoemd eindproces-verbaal.
36.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 4], pagina 473 van voornoemd eindproces-verbaal.
37.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 4], pagina 453 van voornoemd eindproces-verbaal.
38.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], pagina 456 van voornoemd eindproces-verbaal.
39.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 4], pagina 474 van voornoemd eindproces-verbaal.
40.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 4], pagina 454 van voornoemd eindproces-verbaal.
41.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 3], pagina 467 van voornoemd eindproces-verbaal.
42.Het proces-verbaal van Regio Puyenbroeck, pagina 388 van voornoemd eindproces-verbaal.
43.Het proces-verbaal van de lokale politie Sint-Gillis-Waas-Stekene, pagina 484 van voornoemd eindproces-verbaal.
44.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 5], pagina 489 van voornoemd eindproces-verbaal.
45.Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 5], pagina 490 van voornoemd eindproces-verbaal.
46.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 5], pagina 489 van voornoemd eindproces-verbaal.
47.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 5], pagina 490 van voornoemd eindproces-verbaal.
48.Het proces-verbaal van Regio Puyenbroeck, pagina 351 van voornoemd eindproces-verbaal.
49.Het stamproces-verbaal, pagina’s 14 en 15 van voornoemd eindproces-verbaal.
50.De verklaring van verdachte, afgelegd ter zitting van 21 november 2014.
51.Het proces-verbaal van verhoor van [naam 2], pagina’s 281 en 282 van voornoemd eindproces-verbaal en het proces-verbaal van verhoor van [naam 1], pagina’s 240 en 251 van voornoemd eindproces-verbaal.