2.1.De Rijk vordert – na eiswijzigingen – dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, samengevat:
primair, ten aanzien van de ladingschadeclaim, voor recht wordt verklaard dat de vordering van DSV als gevolg van de diefstal van de sigaretten jegens De Rijk is verjaard;
subsidiair, ten aanzien van de ladingschadeclaim, voor recht wordt verklaard dat De Rijk niet althans niet verder aansprakelijk is jegens DSV dan tot het bedrag van de CMR-beperking ex artikel 23 CMR;
ten aanzien van de fiscaleschadeclaim,
voor recht wordt verklaard dat de vordering van DSV ten aanzien van accijnzen en/of belastingen die betaalbaar zijn of zullen worden of inmiddels zijn betaald aan de autoriteiten wegens het niet kunnen zuiveren van de documenten als gevolg van de diefstal van de sigaretten is verjaard;
voor recht wordt verklaard dat De Rijk niet aansprakelijk is, althans niet gehouden is in de verhouding met DSV te dragen, enige accijnzen en/of belastingen die betaalbaar zijn of zullen worden of inmiddels zijn betaald aan de autoriteiten wegens het niet kunnen zuiveren van de documenten als gevolg van de diefstal van de sigaretten;
DSV wordt veroordeeld aan De Rijk te vergoeden al die accijnzen en belastingen waartoe De Rijk in de Ierse procedures zouden worden veroordeeld wegens het niet kunnen zuiveren van de documenten als gevolg van de diefstal van de sigaretten;
- DSV wordt veroordeeld in de proceskosten.
De vorderingen zullen hierna ook worden aangehaald als vordering 1, vordering 2, vordering 3a, vordering 3b respectievelijk vordering 3c.