3.1.Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten:
a. [eiseres] lijdt sinds haar geboorte aan een zeer ernstige vorm van chronisch, instabiel en allergisch astma en huisstofmijtallergie, waardoor zij afhankelijk is van hoge doses corticosteroïden en andere geneesmiddelen en behandelingen. Zij lijdt daarnaast aan verschillende andere aandoeningen en belemmeringen die worden veroorzaakt en/of verergerd door het astma en hoge medicijngebruik.
b. [eiseres] heeft met Menzis een Individuele (Natura)zorgverzekering gesloten.
c. Op 2 mei 2014 heeft [eiseres] via longarts dr. [naam arts], verbonden aan het NAD, bij Menzis een aanvraag ingediend tot heropname in het NAD. De brief van dr. [naam arts] heeft – voor zover relevant – de volgende inhoud:
“(…)
Het gaat dus om een patiënte met een ernstig allergisch astma bronchiale, met name getypeerd door allergie voor huisstofmijt, welke na een goed behandelresultaat na de eerste opname, waarvan de resultaten deels nog doorwerken (gedaalde medische consumptie) maar waarbij echter toch weer verslechtering is opgetreden waarvoor inmiddels Prednison in onderhoud. Behandelingopties in Nederland zijn verder uitgeput. (…).
Patiënte voldoet volledig aan de checklist hooggebergtebehandeling van de NVALT. (…)
In verband met bovenstaande zou ik u dan ook willen verzoeken om een machtiging te willen verstrekken (…)”.
d. Bij brief van 14 mei 2014 heeft Menzis de aanvraag van [eiseres] tot opname in het NAD afgewezen, omdat Menzis op basis van alle informatie niet is gebleken dat een hooggebergtebehandeling in de situatie van [eiseres] doelmatig is.
e. Bij brief van 19 mei 2014 heeft [eiseres] een verzoek tot heroverweging bij Menzis ingediend. Op 12 juni 2014 heeft Menzis dit verzoek afgewezen, waarbij zij aan [eiseres] onder meer heeft medegedeeld dat [eiseres] geen indicatie heeft voor een klinisch revalidatietraject, omdat zij niet ADL afhankelijk is. Daarnaast heeft Menzis aan [eiseres] medegedeeld dat haar eerdere opname in het hooggebergte onvoldoende gezondheidswinst heeft opgeleverd, zodat er geen meerwaarde is voor een verblijf aldaar. Verder is aan [eiseres] medegedeeld dat een opname in het NAD in haar situatie niet noodzakelijk is, omdat een verblijf in het hooggebergte geen medisch specialistische zorg is.
f. Bij brief van 30 juni 2014 heeft de toenmalige gemachtigde van [eiseres] aan Menzis verzocht om haar standpunt te herzien, waarna Menzis op 31 juli 2014 aan de toenmalige gemachtigde onder meer heeft medegedeeld dat een behandeling in het hooggebergte niet onder de dekking van de basisverzekering valt en de adviserend geneeskundige geen reden heeft gezien om de eerder genomen beslissing te herzien.
g. Bij brief van 9 oktober 2014 heeft de advocaat van [eiseres] nogmaals bij Menzis een verzoek tot heroverweging ingediend, welk verzoek door Menzis op 28 oktober 2014 wederom is afgewezen.
h. [eiseres] heeft vervolgens het onderhavige kort geding aanhangig gemaakt.