ECLI:NL:RBZWB:2014:906
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinderbijdrage na echtscheiding en inkomensverlies door eigen handelen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 februari 2014 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de kinderbijdrage na echtscheiding. De man, verzoeker, heeft verzocht om een verlaging van de door hem te betalen kinderbijdrage, omdat hij zijn baan had verloren en zijn inkomen aanzienlijk was gedaald. De vrouw, verweerster, heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek en verzocht om afwijzing.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen in 2007 zijn gescheiden en dat er twee minderjarige kinderen zijn. Bij de echtscheiding was een kinderbijdrage van € 250 per kind per maand vastgesteld. De man heeft aangevoerd dat zijn inkomensverlies het gevolg is van omstandigheden die zijn ontstaan door zijn eigen handelen, namelijk een ontslag na een ongeval onder invloed van alcohol. De rechtbank oordeelt dat dit inkomensverlies niet voor wijziging van de kinderbijdrage kan leiden, omdat het door toedoen van de man zelf is veroorzaakt.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de man niet heeft getracht zijn ontslag aan te vechten en dat hij geen stappen heeft ondernomen om een ontbindingsvergoeding te verkrijgen. Dit wordt als verwijtbaar beschouwd, vooral gezien zijn onderhoudsverplichting jegens de kinderen. De rechtbank concludeert dat de eerder vastgestelde kinderbijdrage niet voor wijziging vatbaar is en wijst het verzoek van de man af. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.