Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
MR. M.J.M. KLARENBEEK, in zijn hoedanigheid van kantonrechter bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, in de procedure waarin verzoeker als gedaagde partij is betrokken onder zaak-/rolnummer 2853504 / 14-1586
,
1.De procedure
- het op 1 oktober 2014 gewezen tussenvonnis in de zaak tussen [eiser 1] en[eiser 2] als eisende partij (verder:[eisers]) tegen [verzoekster] als gedaagde partij, met zaak-/rolnummer 2853504 / 14-1586;
- het wrakingsverzoek zijdens [verzoekster] van 8 oktober 2014;
- het verweerschrift zijdens mr. Klarenbeek van 14 oktober 2014;
- de behandeling van het wrakingsverzoek ter zitting van de wrakingskamer van de rechtbank op 20 november 2014, waarbij is verschenen de heer [medewerker verzoeker], accountmanager bij [verzoekster], bijgestaan door mr. R.S. Namjesky, en de heer [eiser 1] en mevrouw[eiser 2], bijgestaan door mr. L. de Maa. Mr. Klarenbeek is niet in persoon verschenen.
2.Het verzoek
3.De feiten
Nu [verzoekster] niet heeft uitgelegd wat er dan wel zou zijn gebeurd, wordt [verzoekster] gehouden aan haar mededeling dat zij per 1 januari 2010 de volledige portefeuille overneemt van [voormalig beheerder]. Op basis van hetgeen [verzoekster] terloops heeft opgemerkt kan voorts niet worden aanvaard dat het ene vastgoedkantoor een volledige vastgoedportefeuille overneemt van het andere vastgoedkantoor zonder dat daar een schriftelijke overeenkomst aan ten grondslag ligt.
4.De gronden voor het wrakingsverzoek
“[verzoekster] zou dat als professioneel vastgoedkantoor gemakkelijk schriftelijk moeten kunnen aantonen.”en ook uit de overweging:
“Maar dat gaat zo maar niet.”onder r.o. 5.3. van het vonnis. Uit voornoemde beslissing en de motivering er van blijkt de schijn van vooringenomenheid jegens [verzoekster] bij de rechter.
“Op basis van hetgeen [verzoekster] terloops heeft opgemerkt kan voorts niet worden aanvaard dat het ene vastgoedkantoor een volledige vastgoedportefeuille overneemt van het andere kantoor zonder dat daar een schriftelijke overeenkomst aan ten grondslag ligt.”
“[verzoekster] heeft de door [eiser 2] gestelde contractsovername op een ongeloofwaardige wijze ontkend. Dat levert grond voor het vermoeden dat [verzoekster] wil voorkomen dat kennis wordt genomen van het contract tussen haar en [voormalig beheerder].(…) Wellicht wil [verzoekster] verbergen dat uit het contract blijkt dat zij de verhuur van de woning heeft overgenomen.”
5.De beoordeling
Dat levert grond voor het vermoeden dat [verzoekster] wil voorkomen dat kennis wordt genomen van het contract tussen haar en [voormalig beheerder].(…) Wellicht wil [verzoekster] verbergen dat uit het contract blijkt dat zij de verhuur van de woning heeft overgenomen.”
6.Beslissing
- wijst het verzoek tot wraking af;
- bepaalt dat de behandeling van de zaak met zaak-/rolnr.: 2853504 / 14-1586 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing wegens de indiening van het wrakingsverzoek