3.2.Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de onbetwiste inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast:
- Vanaf 21 april 2010 heeft [naam gedaagde] een perceel grond (hierna: het perceel) via www.marktplaats.nl te koop aangeboden.
De tekst van de advertentie op Marktplaats bevatte onder meer de volgende inhoud: “
bosgrond te koop nabij natuurgebied [naam natuurgebied]
mooi stukje natuurgebied waar men lekker kan genieten van de natuur het is geheel omheind met prikkeldraad en een poort ook is er een goed werkende waterput de prijs is € 5,00 per m2 het perceel oppervlak is 7675m2”.
Bij de advertentie is een drietal foto’s gevoegd (productie 1 bij dagvaarding).
- Naar aanleiding van deze advertentie heeft [naam eiser sub 1] het perceel bezichtigd. Tijdens de bezichtiging waren op het perceel onder meer aanwezig: een bouwwerk (zichtbaar op foto 3 gevoegd bij productie 3 bij de dagvaarding), een oude stacaravan (zichtbaar op foto’s 4 en 7 gevoegd bij productie 3 bij de dagvaarding), een hokje met een wc en bijbehorende septic tank (zichtbaar op foto 6 gevoegd bij productie 3 bij de dagvaarding), een waterput en bestrating.
- Aan het eind van de bezichtiging is een mondelinge koopovereenkomst tussen [naam gedaagde] en [naam eiser sub 1] gesloten.
- Op 7 mei 2010 heeft [naam gedaagde] het perceel geleverd aan [naam eiser sub 1] blijkens de akte van levering (productie 2 bij dagvaarding). [naam eiser sub 1] heeft -door tussenkomst van de notaris- een koopprijs van € 23.000,00 per bank aan [naam gedaagde] betaald. Daarnaast heeft [naam eiser sub 1] een bedrag van € 15.000,00 contant aan [naam gedaagde] betaald.
- De tekst van de voornoemde akte luidt, voor zover relevant:
Verkoper heeft blijkens een met koper aangegane mondelinge koopovereenkomst aan koper verkocht en levert op grond daarvan aan koper, die blijkens voormelde overeenkomst van verkoper heeft gekocht en bij deze gezamenlijk aanvaard:
een perceel grond met aanhorigheden gelegen aan en nabij [kadastrale gegevens] ,
(..) door koper te gebruiken als grond. Ten aanzien van dit gebruik van het verkochte heeft verkoper meegedeeld dat het hem niet bekend is dat dit gebruik op publiek of privaatrechtelijke gronden niet is toegestaan. (..)
(..) Het verkochte wordt aanvaard in de feitelijke staat waarin het zich ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst bevond (..).
- In 2011 heeft [naam eiser sub 1] een caravan met voortent (zichtbaar op foto 2 gevoegd bij productie 3 bij de dagvaarding) en een blokhut (foto 5 gevoegd bij productie 3 bij de dagvaarding) op het perceel geplaatst.
- Eind februari 2012 heeft [naam eiser sub 1] een brief (productie 3 bij dagvaarding) van de gemeente [plaatsnaam Z] (hierna: de gemeente) ontvangen waarin staat dat een toezichthouder aan de hand van kadastrale tekeningen en luchtfoto’s heeft geconstateerd dat op het perceel een object is geplaatst waarvan de gemeente niet op de hoogte is gesteld en waarvoor geen vergunning is aangevraagd. Naar aanleiding van deze constatering is een toezichthouder op het perceel geweest en heeft geconstateerd dat het betreffende object een tourcaravan met voortent is. Daarnaast zijn op het perceel onder andere een chalet, berging/schuur, stacaravan, kleinere bergruimte en aanhanger aangetroffen. Ook bleken delen van het perceel verhard middels bestratingsmateriaal. Voor deze bouwwerken en het verharden van het perceel is een omgevingsvergunning vereist. De gemeente stelt vast dat deze niet is verleend en dat er geen legalisatie mogelijk is. Dit nu volgens de op het perceel rustende bestemming “Natuurgebied” geen bouwwerken gebouwd mogen worden en het gebruik van de gronden anders dan de aan de gronden gegeven bestemming verboden is. [naam eiser sub 1] wordt in de brief verzocht de strijdigheden binnen 12 weken ongedaan te maken.
- In december 2012 heeft een gesprek tussen [naam eiser sub 1] en de gemeente plaatsgevonden. De gemeente heeft aangegeven dat de aanwezigheid van de bouwwerken niet kan worden gedoogd en dat deze verwijderd moeten worden.
- Bij brief van 1 februari 2013 heeft [naam eiser sub 1] aan [naam gedaagde] meegedeeld dat [naam eiser sub 1] op last van de gemeente de aanhorigheden van het perceel moet verwijderen. Ook heeft [naam eiser sub 1] aangekondigd de overeenkomst te vernietigen wegens dwaling danwel te ontbinden wegens toerekenbare tekortkoming indien [naam gedaagde] niet binnen vier weken bewerkstelligt dat de aanhorigheden niet verwijderd hoeven worden.