ECLI:NL:RBZWB:2014:9525
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van vordering door Stichting Pensioenfonds ABP wegens incomplete dagvaarding
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 april 2014 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de Stichting Pensioenfonds ABP en een gedaagde partij. De eiseres, Stichting Pensioenfonds ABP, vorderde een bedrag van € 16.499,62 van de gedaagde, die in reconventie een bedrag van € 860,- vorderde. De rechtbank heeft de eiseres niet ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de dagvaarding incompleet was en de stellingen onvoldoende waren toegelicht en onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde in haar verdediging was geschaad door de onduidelijkheid en onvolledigheid van de ingediende stukken door ABP. De rechtbank heeft de kosten van de procedure aan de zijde van de gedaagde begroot op € 1.200,- en aan de zijde van ABP op € 400,-. In reconventie werd de vordering van de gedaagde afgewezen, en ook hier werd de gedaagde veroordeeld in de kosten. De kostenveroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard.