ECLI:NL:RBZWB:2015:2316

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 april 2015
Publicatiedatum
10 april 2015
Zaaknummer
AWB 14_3873 HERSTELUITSPRAAK
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake dwangsom wegens niet tijdig beslissen op bezwaarschrift

Op 8 april 2015 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een hersteluitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. drs. J.M.C. Niederer, en de minister van Veiligheid en Justitie, Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM). Deze uitspraak volgde op een eerdere uitspraak van 11 maart 2015, waarin een onjuistheid was vastgesteld in het dictum met betrekking tot de hoogte van de dwangsom. De rechtbank had eerder bepaald dat de CVOM aan eiseres een dwangsom verschuldigd was van € 1.180,=. Echter, in rechtsoverweging 7 van de eerdere uitspraak was correct vermeld dat dit bedrag € 1.260,= moest zijn. De rechtbank heeft daarom besloten om de eerdere uitspraak te herstellen en het bedrag van de dwangsom te corrigeren naar € 1.260,=. De rechtbank heeft verder bepaald dat de rest van de eerdere uitspraak ongewijzigd blijft. Deze hersteluitspraak is gedaan door rechter mr. F.P.J. Schoonen en in aanwezigheid van griffier N.A. D’Hoore. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 8 april 2015.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 14/3873 WOB

uitspraak van 8 april 2015 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres], te [woonplaats], eiseres,

gemachtigde: mr. drs. J.M.C. Niederer,
en
de minister van Veiligheid en Justitie (Centrale Verwerking Openbaar Ministerie; CVOM), verweerder.

Procesverloop

Op 11 maart 2015 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in bovengenoemde zaak.

Overwegingen

Gebleken is dat in het dictum van genoemde uitspraak een onjuistheid is vermeld. Het betreft de vastgestelde hoogte van de dwangsom wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift van eiseres, namelijk € 1.180,=. Dat had € 1.260,= moeten zijn, zoals in rechtsoverweging 7 is vermeld. Daarom zal de rechtbank de uitspraak als volgt herstellen.

Beslissing

De rechtbank:
- herstelt de tussen partijen onder bovengenoemd zaaknummer gedane uitspraak van 11 maart 2015 aldus, dat de zinsnede “bepaalt dat de CVOM aan eiseres een dwangsom verschuldigd is wegens het niet tijdig beslissen op haar bezwaarschrift en stelt deze dwangsom vast op € 1.180,=” wordt vervangen door: “bepaalt dat de CVOM aan eiseres een dwangsom verschuldigd is wegens het niet tijdig beslissen op haar bezwaarschrift en stelt deze dwangsom vast op € 1.260,=” ;
- laat voornoemde uitspraak voor het overige ongewijzigd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F.P.J. Schoonen, rechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 april 2015.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: