ECLI:NL:RBZWB:2015:2336
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van ZW-uitkering na kortdurende dienstbetrekking in Ierland
Op 7 april 2015 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. E.J. Mouwen, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van 4 november 2014 van het UWV, waarin haar aanspraak op een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) werd geweigerd. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting op 10 maart 2015 in Breda gehouden, waar eiseres aanwezig was met haar gemachtigde en het UWV vertegenwoordigd was door mr. C.L. Schuren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 28 februari 2014 een dienstverband in Ierland is aangegaan en op 6 maart 2014 ziek is geworden. De kern van het geschil was of het UWV terecht had geweigerd om eiseres een ZW-uitkering toe te kennen, gezien de korte duur van haar dienstverband. Eiseres stelde dat zij geen recht had op loon of ziekengeld van de Ierse autoriteiten, omdat zij binnen zeven dagen na aanvang van haar werkzaamheden ziek was geworden. De rechtbank overwoog dat volgens de Ziektewet alleen werknemers die in Nederland werkzaam zijn recht hebben op een ZW-uitkering, en dat eiseres op het moment van haar ziekte niet als werknemer in de zin van de ZW kon worden aangemerkt.
De rechtbank concludeerde dat het UWV op goede gronden had geweigerd om eiseres per 6 maart 2014 een ZW-uitkering toe te kennen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 7 april 2015, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.