Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verzoek tot verbetering
2.De beoordeling
3.De beslissing
[eiser],
[eiser],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 februari 2015 een herstelvonnis uitgesproken in een kort geding. Het herstelvonnis betreft een verzoek van de eiser om een fout in een eerder vonnis van 20 januari 2015 te corrigeren. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.H.A.M. Andriessen, verzocht de voorzieningenrechter om de naam van de advocaat in het vonnis te wijzigen. In het oorspronkelijke vonnis was ten onrechte mr. J.M. Witsmeer als advocaat van de eiser vermeld, terwijl mr. L.H.A.M. Andriessen daadwerkelijk de advocaat was die de eiser vertegenwoordigde tijdens de zitting.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot verbetering toegewezen, aangezien er sprake was van een kennelijke fout die eenvoudig te herstellen was. De gedaagde, vertegenwoordigd door mr. H.G.B. van der Wal, heeft geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek tot verbetering. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de aanhef van het vonnis van 20 januari 2015 moet worden aangepast, zodat de juiste naam van de advocaat van de eiser wordt vermeld.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter gelast dat partijen, voor zover zij dit nog niet hebben gedaan, de ontvangen grosse of het afschrift van het vonnis van 20 januari 2015 aan de griffie van de rechtbank dienen te retourneren. Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken op 9 februari 2015 door mr. M. van Geloven.