3.1.Voor zover van belang in dit kort geding staat tussen partijen het volgende vast:
a. [eiser] is, nadat het gerechtshof in Amsterdam bij arrest van 13 maart 2012 aan Lindensteyn een voorschot van € 1.000.000,- had toegewezen, bij vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 23 juli 2014 (zaak- / rolnummer: C/16/303865 / HA ZA 11-597) veroordeeld om aan Lindesteyn te betalen bedragen van € 475.000,-, € 300.000,- en € 1.670.000,- vanwege overtreding van een concurrentiebeding. Deze veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen dit vonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld.
b. [eiser] is bij vonnis in kort geding van deze rechtbank van 5 juni 2012
(zaak- / rolnummer: 248402 / KG ZA 12-201) veroordeeld om aan Lindensteyn een gespecificeerde opgave te verstrekken van zijn voor verhaal vatbare inkomen, vermogen en goederen, waaronder maar niet beperkt tot:
- de aangiften inkomstenbelasting 2009 en 2010 en de conceptaangifte
inkomstenbelasting van 2011 van [eiser] met bijbehorende toelichting en
bijlagen zoals ingediend bij de belastingdienst,
- de door [eiser] van de belastingdienst ontvangen aanslagen
inkomstenbelasting 2009 en 2010 dan wel een inkomensverklaring (IB60-
verklaring) 2009 en 2010,
- een afschrift van de vastgestelde jaarrekeningen 2010 en 2011 van Agricom met
een actuele uitdraai van de kolommenbalans, niet ouder dan een week,
dit alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor ieder dat dat [eiser] deze veroordeling niet volledig nakomt, met een maximum van
€ 100.000,-.
De veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
c. Lindensteyn is bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis in kort geding van
deze rechtbank van 21 november 2013 (zaak- / rolnummer; C/02/271194 / KG ZA
13-627) gemachtigd om, niet zelf maar middels een gerechtsdeurwaarder, namens [eiser]:
- bij de belastingdienst afschriften op te vragen van de opgaven van [eiser] en
de aan [eiser] opgelegde (al dan niet voorlopige) aanslagen inzake
inkomstenbelasting over de jaren 2010, 2012 en 2013 indien en voor zover
beschikbaar;
- bij de ABN-Amro Bank NV, ING Bank NV, SNS Bank NV, F. van Lanschot
bankiers NV, Oyens & Van Eeghen NV en de lokale Rabobanken afschriften en
saldi-overzichten op te vragen van betaal- spaar- en beleggingsrekeningen van
[eiser], met betrekking tot de periode vanaf 1 januari 2010;
- bij de volgende buitenlandse banken (die een nevenvestiging hebben in
Nederland): Argenta Spaarbank NV, Commerzbank AG, Deutsche Bank AG,
ING Belgium NV/SA, HSBC Bank Plc en Lloyds TSB Bank Plc afschriften en
saldi-overzichten op te vragen van betaal- spaar- en beleggingsrekeningen van
[eiser], met betrekking tot de periode vanaf 1 januari 2010;
- bij Witlox VCS accountants en adviseurs afschriften op te vragen van bescheiden
die dienstig zijn aan of deel uitmaken van de financiële administratie van
[eiser], met betrekking tot de periode vanaf 1 januari 2010.
d. Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis in kort geding van deze rechtbank van 11 december 2014 (zaak- / rolnummer: C/02/289881 / KG ZA 14-737) is aan Lindensteyn verlof verleend om in het geval [eiser] niet binnen vijf werkdagen na betekening van het vonnis voldoet aan zijn bij vonnis in kort geding van 5 juni 2012 (zaak- / rolnummer: 248402 / KG ZA 12-201) gegeven veroordeling tot het verstrekken aan Lindensteyn van een gespecificeerde opgave van zijn voor verhaal vatbare inkomen, vermogen en goederen, die veroordeling ten uitvoer te leggen bij lijfsdwang en [eiser] in gijzeling te doen stellen totdat [eiser] aan zijn informatieplicht heeft voldaan.
Tegen dit vonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld.
e. Op 24 december 2014 heeft Lindensteyn voornoemd kort gedingvonnis van
11 december 2014 aan [eiser] doen betekenen.
f. Bij brief van 19 januari 2015 heeft [eiser] aan Lindensteyn mededelingen omtrent zijn inkomen en vermogen gedaan.
g. Op 12 april 2015 is [eiser] in gijzeling genomen op de grond dat [eiser] naar het oordeel van Lindensteyn niet aan de veroordeling bij vonnis van 11 december 2014 heeft voldaan. [eiser] verblijft sindsdien in de Penitentiaire Inrichting in [plaatsnaam].