ECLI:NL:RBZWB:2015:2750

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 april 2015
Publicatiedatum
30 april 2015
Zaaknummer
02/800677-14, 02/665109-15 en 20/001407-13 (tul)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Prenger
  • A. Bogaert
  • J. Tempel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot diefstal met geweld in een Chinees restaurant, gepleegd door meerdere personen

Op 21 april 2015 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een poging tot diefstal met geweld in een Chinees restaurant in Steenbergen. De verdachte, geboren in 1998 en thans verblijvende in een forensische jeugdpsychiatrische kliniek, werd bijgestaan door raadsman mr. I.F.J. Beugelsdijk. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 7 april 2015, waarbij de officier van justitie, mr. Van Damme, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder de poging tot diefstal met geweld, waarbij de verdachte samen met anderen het restaurant binnen ging met een mes en/of vuurwapen, en geweld gebruikte tegen de aanwezige slachtoffers.

De rechtbank oordeelde dat er geen buit was geweest bij de overval, waardoor de verdachte werd vrijgesproken van de primair tenlastegelegde diefstal met geweld. Echter, de rechtbank achtte de poging tot diefstal met geweld wel wettig en overtuigend bewezen. Daarnaast werd de verdachte ook verantwoordelijk gehouden voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. De rechtbank legde een jeugddetentie op van 12 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor begeleiding door de jeugdreclassering en behandeling in de kliniek. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en nam daarbij ook de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte in overweging.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele andere tenlastegelegde feiten, maar legde wel een werkstraf op van 100 uur. De beslissing is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet wapens en munitie, en de rechtbank heeft de verbeurdverklaring van in beslag genomen voorwerpen gelast.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team jeugd
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/800677-14, 02/665109-15 en 20/001407-13 (tul)
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 21 april 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats]
wonende te [geboorteplaats]
thans verblijvende in de Forensische Jeugdpsychiatrische Kliniek Catamaran te Eindhoven
raadsman mr. I.F.J. Beugelsdijk, advocaat te Oosterhout

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 7 april 2015, waarbij de officier van justitie, mr. Van Damme, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
Ter zitting is ook de vordering tot tenuitvoerlegging behandeld met bovenvermeld parketnummer en zijn overeenkomstig artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering de zaken onder voormelde parketnummers gevoegd.

2.De tenlastelegging

Verdachte staat terecht, terzake dat:
Parketnummer 02/800677-14
1.
hij op of omstreeks 28 juli 2014 te Steenbergen (in het restaurant genaamd
[naam restaurant]) en/of op de openbare weg [straatnaam], tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
geldbedrag van ongeveer 700 euro, althans enig geldbedrag, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd
voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (echtgenote van [slachtoffer 1]) en/of
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (beiden zoon van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]), gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij
de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- met een valhelm en/of een (bivak)muts op, althans met (een) gemaskeerd(e)
gezicht(en) voornoemd restaurant zijn binnen gegaan en/of
- in voornoemd restaurant "overval", althans woorden van gelijke strekking
heeft/hebben geroepen en/of
- een mes en/of een vuurwapen (zichtbaar) in de hand(en) heeft/hebben gehad
en/of
- dit vuurwapen en/of mes heeft/hebben gericht op die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4]
(beiden zoon van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]) en/of
- in een worsteling zijn geraakt met [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of
- met voornoemd vuurwapen een schot heeft afgevuurd en/of
- bij het naar buiten lopen die [slachtoffer 2] met kracht heeft weggeduwd,
waardoor, althans mede waardoor, zij is gevallen en/of
- op straat (op korte afstand) met een mes in de richting van die [slachtoffer 1] heeft
gewezen;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 juli 2014 te Steenbergen (in het restaurant genaamd
[naam restaurant]) en/of op de openbare weg [straatnaam], ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een geldbedrag
en/of een (kassa)lade, althans een of meer goederen van zijn of hun gading, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
(echtgenote van [slachtoffer 1]) en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (beiden zoon van
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen
voorafgaan en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (echtgenote van [slachtoffer 1]) en/of [slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] (beiden zoon van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]), te plegen met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
(echtgenote van [slachtoffer 1]) en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (beiden zoon van [slachtoffer 1]
en [slachtoffer 2]) te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag en/of een
(kassa)lade, althans een of meer goederen van zijn of hun gading, in elk geval
van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
(echtgenote van [slachtoffer 1]) en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (beiden zoon van
[slachtoffer 1]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
- met een valhelm en/of een (bivak)muts op, althans met (een) gemaskeerd(e)
gezicht(en) voornoemd restaurant zijn binnen gegaan en/of
- in voornoemd restaurant "overval", althans woorden van gelijke strekking
heeft/hebben geroepen en/of
- een mes en/of een vuurwapen (zichtbaar) in de hand(en) heeft/hebben gehad
en/of
- dit vuurwapen en/of mes heeft/hebben gericht op die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4]
(beiden zoon van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]) en/of
- in een worsteling zijn geraakt met [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of
- met voornoemd vuurwapen een schot heeft afgevuurd en/of
- bij het naar buiten lopen die [slachtoffer 2] met kracht heeft weggeduwd,
waardoor, althans mede waardoor, zij is gevallen en/of
- op straat (op korte afstand) met een mes in de richting van die [slachtoffer 1] heeft
gewezen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 28 juli 2014 te Steenbergen, tezamen en in vereniging,
althans alleen, een wapen van categorie III, te weten een pistool (Tokarev,
kal 7,62 x 25mm), en/of munitie van categorie III, te weten 4 patronen (kal
7,62), voorhanden heeft/hebben gehad.
Parketnummer 02/665109-15
1.
hij op of omstreeks 21 juli 2014 te Tholen tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een pand (gelegen aan de [adres getuige 2]) heeft
weggenomen een (grote) hoeveelheid tabakswaren/rookwaren, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte
en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
2.
hij op of omstreeks 28 juli 2014 te Rucphen tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een pand (gelegen aan de [adres 1]) heeft
weggenomen een (grote) hoeveelheid tabakswaren/rookwaar, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte
en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
3.
hij op of omstreeks 28 juli 2014 te Hoogerheide, gemeente Woensdrecht, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand (gelegen aan de
[adres 2]) weg te nemen één of meer goed(eren) van hun/zijn
gading, geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf [slachtoffer 7], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich
daarbij de toegang tot bovengenoemd pand te verschaffen en/of die/dat weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak,
verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans
alleen zich naar bovengenoemd pand hebben/heeft begeven en/of getracht
hebben/heeft zich de toegang tot bovengenoemd pand te verschaffen door een
ruit te vernielen/forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf
niet is voltooid;
4.
hij op of omstreeks 28 juli 2014 te Tholen ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een pand (gelegen aan het [adres 3]) weg te nemen één of meer
goed(eren) van hun/zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) en zich daarbij de toegang tot bovengenoemd pand te verschaffen
en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door
middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn
mededader(s), althans alleen, zich naar bovengenoemd pand hebben/heeft begeven
en/of getracht hebben/heeft zich de toegang tot bovengenoemd pand te
verschaffen door een toegangsdeur (van glas) te vernielen/forceren, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op of omstreeks 28 juli 2014 te Tholen tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een pand (gelegen aan de [adres 4]) heeft weggenomen een
hoeveelheid tabakswaren/rookwaar, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan het bedrijf [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
Parketnummer 02/800677-14
De officier van justitie acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair tenlastegelegde diefstal met geweld in vereniging heeft gepleegd, omdat er geen buit is geweest. Wel acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 subsidiair tenlastegelegde poging tot diefstal met geweld in vereniging heeft gepleegd. Ook acht de officier van justitie wettig overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander een vuurwapen en munitie voorhanden heeft gehad, zoals onder 2 ten laste is gelegd.
Parketnummer 02/665109-15
Voorts acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander de onder 1 tenlastegelegde inbraak heeft gepleegd. Hij baseert zich daarbij op de aangifte, de rode broek die door één van de daders werd gedragen en de herkenning van
verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] door getuige [getuige 1]. De officier van justitie is van mening dat de fotoconfrontatie bij getuige [getuige 1] kan worden gebruikt voor het bewijs.
De onder 2 tot en met 5 tenlastegelegde inbraken en pogingen daartoe acht de officier van justitie eveneens wettig en overtuigend bewezen. Gelet op de modus operandi, de regio waarbinnen de feiten zijn gepleegd en de camerabeelden die van de feiten zijn gemaakt, waarop de daders zijn te zien en de auto die bij deze feiten is gebruikt, gaat de officier van justitie ervan uit dat deze feiten door dezelfde groep zijn gepleegd. De omstandigheden dat bij één van de feiten een schoenspoor van medeverdachte [medeverdachte 1] is aangetroffen, verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] die nacht bij medeverdachte [medeverdachte 2] verbleven en één van de daders blijkens de camerabeelden een rode Adidas broek droeg en een gewatteerde jas, maken dat de officier van justitie van mening is dat verdachte deel uitmaakt van deze groep en dat hij derhalve betrokken is geweest bij deze strafbare feiten.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Parketnummer 02/800677-14
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van de onder 1 primair tenlastegelegde diefstal met geweld in vereniging. De verdediging wijst er daarbij op dat er geen buit is geweest. Ten aanzien van de onder 1 subsidiair tenlastegelegde poging tot diefstal met geweld in vereniging refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank. Dit geldt ook voor het onder 2 tenlastegelegde medeplegen van het voorhanden hebben van een pistool en munitie.
parketnummer 02/665109-15
Verder is de verdediging van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van de onder 1 tot en met 5 tenlastegelegde inbraken en pogingen daartoe. Daartoe wijst de verdediging erop dat de modus operandi van deze inbraken vaker bij inbraken worden toegepast. Ook de gestolen waar, te weten tabakswaren, is geen onderscheidende factor. De vingerafdrukken op een bij een pompstation aangetroffen slagwapen komen verder niet overeen met één van de verdachten uit het onderzoek. Daarnaast dient het verhoor van verdachte van 29 oktober 2014 te worden uitgesloten van het bewijs, omdat er bij dit verhoor geen vertrouwenspersoon aanwezig was. Ten aanzien van de rode trainingsbroek die op het beeldmateriaal van de feiten 3 en 4 is te zien, geeft de verdediging aan dat een trainingsbroek als deze wordt gefabriceerd in massaproductie. Het gegeven dat verdachte in het bezit is van een soortgelijke broek, is onvoldoende om hier (mede) een bewezenverklaring op te baseren. Ten aanzien van feit 1 geeft de verdediging nog aan dat de enkelvoudige fotobewijsconfrontatie bij getuige [getuige 1] dient te worden uitgesloten van het bewijs. Volgens de richtlijnen van het openbaar ministerie mag een enkelvoudige fotoconfrontatie alleen worden ingezet bij getuigen die de persoon die zij omschrijven persoonlijk kennen. Deze herkenning staat verder haaks op de als betrouwbaar aangemerkte TCI- informatie waarin medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] worden aangewezen als de daders van de inbraak bij deze boekwinkel. De verdediging verzoekt verdachte dan ook van deze feiten vrij te spreken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 02/800677-14
feit 1
De rechtbank stelt op basis van het procesdossier en het verhandelde ter zitting vast dat er op 28 juli 2014 een overval heeft plaatsgevonden in het restaurant genaamd [naam restaurant] te Steenbergen. Bij deze overval is er geen buit geweest. Gelet hierop zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de onder 1 primair tenlastegelegde diefstal met geweld in vereniging met anderen.
De rechtbank acht de onder 1 subsidiair tenlastegelegde poging tot diefstal met geweld in vereniging met anderen wel wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 7 april 2015 [1] ;
- de aangifte van [slachtoffer 1] [2] ;
- de aangifte van [slachtoffer 2] [3] ;
- de aangifte van [slachtoffer 3] [4] ;
- de aangifte van [slachtoffer 4] [5] ;
- het proces-verbaal van bevindingen [6] .
feit 2
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd tijdens de zitting van 7 april 2015 [7] ;
- het proces-verbaal betreffende het aangetroffen pistool en de aangetroffen munitie [8] .
Parketnummer 02/665109-15
feit 1
In de nacht van 21 juli 2014 werd de heer [slachtoffer 5] gebeld door de bovenbuurvrouw van zijn winkel [naam winkel], gevestigd aan de [adres getuige 2] te Tholen. Zij vertelde dat er omstreeks 04:30 uur was ingebroken in de winkel. [slachtoffer 5] is vervolgens naar de winkel gegaan en zag dat een ruit aan de voorzijde van het pand was ingeslagen [9] . Bij deze inbraak is voor een bedrag van € 2.583,96 aan tabakswaren en rookwaren weggenomen [10] .
Op de camerabeelden die van deze inbraak zijn gemaakt, is te zien dat omstreeks 04:24 uur een persoon gekleed in een lichtkleurige broek gelijkend op een joggingbroek en een donkerkleurige jas de winkel binnen komt. De jas is van een glanzende stof. Deze persoon heeft een grote tas bij zich. De tweede persoon die de winkel binnenkomt, is gekleed in een donkerkleurige jas. Nadat de tas is volgeladen met rookwaren, verlaten beiden personen het pand [11] .
Getuige [getuige 2] woont boven genoemde winkel aan de [adres getuige 2]. Hij werd die nacht omstreeks 04:25 uur wakker van vier à vijf harde klappen. Ook hoorde hij glasgerinkel. Hij zag twee personen uit de hoek vandaan komen waar de ruit was gebroken. Hij zag dat deze jongens op een egaal zwarte scooter stapten. Een van deze personen had een zwarte glimmende jas aan [12] .
Getuige [getuige 3] hoorde die nacht omstreeks 04:30 uur een scooter aan komen rijden uit de richting van de scouting van Tholen. Hij zag dat het ging om een donkerkleurige scooter en dat hierop twee jongens zaten. Hij zag dat deze jongens deze scooter tot twee keer toe probeerden te starten, wat niet lukte. Hij zag toen dat de jongens met deze scooter gingen rennen en dat er van onder hun kleding verschillende pakketjes vielen. [getuige 3] hoorde dat deze jongens aan het mopperen waren over de gevallen spullen en over de rotscooter. Eén van de jongens droeg een donker jack [13] [14] .
Op 21 juli omstreeks 11:15 uur trof getuige [getuige 4] ter hoogte van het scoutinggebouw in Tholen negen pakjes sigaretten en drie bussen shag aan [15] .
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de twee daders van de inbraak, van wie er één een lichtkleurige broek, gelijkend op een joggingbroek en een donkerkleurige glimmende/glanzende jas en de ander een donkerkleurige jas droeg, er na de inbraak op een egaal zwarte scooter vandoor zijn gegaan. Onderweg begaf de scooter het, waarop de jongens met deze scooter gingen rennen. Hierbij vielen er van onder hun kleding pakketjes sigaretten op de grond.
Getuige [getuige 5], wonende aan de [adres getuige 5] te Tholen, ging in de nacht van 21 juli 2014 omstreeks 04:30 uur à 05:00 uur naar boven om te gaan slapen. Toen hij naar boven liep, hoorde hij hard gefluister aan de achterzijde van de woning. [getuige 5] is naar buiten gegaan en zag daar een jongen staan met een donkere jas. Hij zag dat deze jongen hijgde en helemaal bezweet was. Ook gedroeg deze jongen zich paniekerig [16] . Getuige [getuige 1], broer van [getuige 5], voegde zich bij hen. Hij zag dat de jongen die bij zijn broer stond gekleed was in een zwarte jas en een rode Adidas trainingsbroek. [getuige 1] heeft deze jongen in het verleden vaker gezien. Hij is een broer of stiefbroer van de broer van [naam 1]. [naam 1] en zijn broer wonen op de [adres naam 1] te Tholen. Vervolgens zag [getuige 1] een tweede jongen uit de poort van de [adres naam 1] komen lopen, die hij herkende als de broer van [naam 1]. Hij was gekleed in een grijze joggingbroek en een zwarte jas [17] [18] . [getuige 5] zag dat dit een glimmende jas was [19] . Beide jongens waren erg bezweet en paniekerig. Later die dag, rond 15:00 uur, zag [getuige 1] beide jongens weer. Ze hadden toen een geheel zwarte scooter bij zich [20] . De getuigen [getuige 5] en [getuige 1] hebben op de beelden, die gemaakt zijn van genoemde inbraak, de jongens die zij in de vroege ochtend van 21 juli 2014 aan de achterzijde van hun woning hadden gezien, herkend als de daders van deze inbraak [21] [22] . Aan [getuige 1] zijn foto’s getoond van medeverdachte [medeverdachte 1] en verdachte. Hij herkende beide jongens als de jongens over wie hij in zijn eerdere verklaring over heeft gesproken. Een van de jongens, medeverdachte [medeverdachte 1], herkende hij als de broer van [naam 1]. Deze jongen droeg die nacht een grijze joggingbroek. [getuige 1] herkende de andere jongen, verdachte, als de stiefbroer van medeverdachte [medeverdachte 1]. Hij droeg die nacht een rode Adidas trainingsbroek [23] . Medeverdachte [medeverdachte 1] is woonachtig op de [adres naam 1] te Tholen [24] . Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij een stiefbroer was van medeverdachte [medeverdachte 1] [25] .
Gelet op hetgeen de rechtbank reeds heeft vastgesteld, de bezwete en paniekerige staat waarin de getuigen [getuige 5] en [getuige 1] verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] ongeveer een half uur na de inbraak aantroffen, de kleding die ze daarbij aanhadden, de geheel zwarte scooter die [getuige 1] later die dag bij de verdachten heeft gezien, de herkenning door [getuige 5] en [getuige 1] van deze verdachten op de camerabeelden van de inbraak en de fotoconfrontatie bij getuige [getuige 1], is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] de onder 1 tenlastegelegde inbraak hebben gepleegd. De rechtbank is van mening dat de fotoconfrontatie bij getuige [getuige 1] kan worden gebruikt voor het bewijs, nu deze getuige de jongens die hij in de nacht van 21 juli 2014 zag, al eerder had gezien. Onder die omstandigheden is het inzetten van een enkelvoudige fotoconfrontatie niet in strijd met de richtlijnen van het openbaar ministerie.
Voor zover het verweer van de verdediging ook ziet op het losse proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 6] [getuige 1] van 7 februari 2015, stelt de rechtbank vast dat zij dit proces-verbaal niet gebruikt voor de bewijsconstructie. Zij zal het verweer van de verdediging dan ook verder onbesproken laten.
feiten 2 tot en met 5
De rechtbank stelt vast dat er in de nacht van 28 juli 2014 in Rucphen, Hoogerheide en Tholen twee keer bij een tankstation is ingebroken en dat er twee keer is geprobeerd om bij een tankstation in te breken. Bij de voltooide inbraken zijn tabakswaren buitgemaakt.
Op basis van de in het procesdossier aanwezige stukken kan de conclusie worden getrokken dat deze feiten door een zelfde groep personen is gepleegd. Op camerabeelden die van de feiten zijn gemaakt, is te zien dat één van de daders een rode Adidas trainingsbroek droeg en een gewatteerde jas. Ook is op camerabeelden te zien dat door de daders gebruik werd gemaakt van een rode auto, die overeenkomsten vertoont met een auto die in gebruik was bij de medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2]. Daarnaast is bij één van de tankstations het schoenspoor van medeverdachte [medeverdachte 1] aangetroffen.
Voor de rechtbank staat vast dat verdachte met medeverdachten [medeverdachte 1] in de daaropvolgende avond van 28 juli 2014 een overval heeft gepleegd, zoals onder parketnummer 02/800677-14 ten laste is gelegd. Ook wordt door de rechtbank als vaststaand aangemerkt dat verdachte in de nacht van 27 juli 2014 op 28 juli 2014 bij medeverdachte [medeverdachte 2] verbleef, bij wie medeverdachte [medeverdachte 1] op dat moment al enige tijd verbleef en bij wie medeverdachte [medeverdachte 3] ook tijdelijk heeft verbleven.
Hoewel er gelet op het voorgaande sterke aanwijzingen zijn dat verdachte bij deze feiten betrokken is geweest, waarbij de rechtbank in het bijzonder wijst op de rode Adidas trainingsbroek en de gewatteerde jas, wat kledingstukken zijn waar verdachte volgens zijn eigen moeder toentertijd over beschikte, kan de rechtbank op basis van het procesdossier niet voldoende uitsluiten dat verdachte er
die nachtniet bij is geweest en dat de feiten zijn gepleegd door de andere leden van bovenstaande groep. De rechtbank zal verdachte dan ook bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs vrijspreken van deze feiten.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Parketnummer 02/800677-14
1. subsidiair
hijop
of omstreeks28 juli 2014 te Steenbergen (in het restaurant genaamd
[naam restaurant]) en
/ofop de openbare weg [straatnaam], ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met
een ander of
anderen
, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een geldbedrag
en/of een (kassa)lade, althans een of meer goederen van zijn of hun gading, in
elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
(echtgenote van [slachtoffer 1]) en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (beiden zoon van
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),en daarbij die voorgenomen diefstal te doen
voorafgaan en
/ofte doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] (echtgenote van [slachtoffer 1]) en
/of[slachtoffer 3] en
/of
[slachtoffer 4] (beiden zoon van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]), te plegen met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden
en/of gemakkelijk te makenen
/ofom bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en
/ofaan zijn mededader
(s
)hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
met
een of meer vanzijn mededader
(s
), althans alleen
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
(echtgenote van [slachtoffer 1]) en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (beiden zoon van [slachtoffer 1]
en [slachtoffer 2]) te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag en/of een
(kassa)lade, althans een of meer goederen van zijn of hun gading, in elk geval
van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
(echtgenote van [slachtoffer 1]) en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (beiden zoon van
[slachtoffer 1]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
- met een valhelm en/of een
(bivak
)muts op
, althans met (een) gemaskeerd(e)
gezicht(en)voornoemd restaurant
iszijnbinnen gegaan en
/of
- in voornoemd restaurant "overval",
althans woorden van gelijke strekking
heeft
/hebbengeroepen en
/of
- een mes en
/ofeen vuurwapen
(zichtbaar
)in de hand
(en)heeft
/hebbengehad
en
/of
- dit vuurwapen
en/of mesheeft
/hebbengericht op die [slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4]
(
beidenzoon van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]) en
/of
- in een worsteling
iszijngeraakt met [slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of
- met voornoemd vuurwapen een schot heeft afgevuurd en
/of
- bij het naar buiten lopen die [slachtoffer 2] met kracht heeft weggeduwd,
waardoor
, althans mede waardoor,zij is gevallen en
/of
-
op straat (op korte afstand
)met een mes in de richting van die [slachtoffer 1] heeft
gewezen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hijop
of omstreeks28 juli 2014 te Steenbergen, tezamen en in vereniging
met een ander,
althans alleen,een wapen van categorie III, te weten een pistool (Tokarev,
kal 7,62 x 25mm), en
/ofmunitie van categorie III, te weten 4 patronen (kal
7,62), voorhanden heeft
/hebbengehad.
Parketnummer 02/665109-15
1.
hijop
of omstreeks21 juli 2014 te Tholen tezamen en in vereniging met een
ander
of anderen, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening
in/uit een pand (gelegen aan de [adres getuige 2]) heeft
weggenomen een
(grote
)hoeveelheid tabakswaren/rookwaren,
in elk geval enig
goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 5]
, in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij verdachte
en
/ofzijn mededader
(s)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebrachtdoor middel van braak
, verbreking en/of
inklimming;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring, middels cursief, verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een jeugddetentie van 12 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en met als bijzondere voorwaarden begeleiding door de jeugdreclassering en meewerken aan de behandeling bij de Catamaran te Eindhoven. Daarnaast vordert de officier van justitie aan verdachte op te leggen een werkstraf van 200 uur, te vervangen door 100 dagen jeugddetentie.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt om bij de bepaling van de straf rekening te houden met de beperkte rol die verdachte heeft gespeeld bij de overval op het Chinees restaurant, met de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en met de omstandigheid dat hij momenteel verblijft in de gesloten setting de Catamaran te Eindhoven. Ook verzoekt de verdediging om rekening te houden met het feit dat verdachte zich heeft aangemeld bij het traject Slachtoffer In Beeld, welk traject geen doorgang heeft gevonden enkel en alleen omdat de slachtoffers hieraan niet wilden meewerken. De verdediging meent dat, mede gelet op de LOVS-oriëntatiepunten, kan worden volstaan met een jeugddetentie, waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan het voorarrest. Zoals door de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de raad) is geadviseerd, dient hulpverlening aan verdachte te prevaleren boven het opleggen van straf. Met de raad is de verdediging van mening dat de door de officier van justitie gevorderde werkstraf geen meerwaarde heeft voor verdachte.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft samen met twee anderen een Chinees restaurant overvallen. Van tevoren waren er duidelijke afspraken gemaakt waarbij de derde dader, die nog niet is aangehouden door de politie, vanwege de expertise die hij op dit gebied had, duidelijk het voortouw heeft gehad. Deze persoon heeft ook de bivakmutsen en het mes geleverd. Verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] hebben de overval uiteindelijk uitgevoerd en zijn het restaurant binnen gegaan. Daar hebben zij, mede doordat de aanwezige personen zich hebben verzet, flink wat geweld gebruikt. Hierdoor hebben drie van de vier slachtoffers verwondingen opgelopen. Ook is het vuurwapen dat verdachte en zijn medeverdachte bij zich hadden, afgegaan. Dat het uiteindelijk bij een poging is gebleven, is niet aan verdachte of zijn mededader(s) te danken, maar aan het dappere optreden van de slachtoffers.
Daarnaast heeft verdachte samen met een ander ingebroken in een winkel en een grote hoeveelheid tabakswaren buitgemaakt.
Het spreekt voor zich dat een op deze manier uitgevoerde overval voor de slachtoffers een bijzonder traumatische ervaring moet zijn geweest. Dit blijkt ook uit de aangiftes van de slachtoffers. Niet alleen is een deel van hen gewond geraakt, maar daarnaast is tevens gebleken dat het voor hen ook psychisch een zware klap is geweest. Verdachte heeft kennelijk in het geheel niet stilgestaan bij de zeer vervelende gevolgen die zijn acties voor de slachtoffers konden hebben. Het heeft hem er in ieder geval niet van weerhouden om, ten koste van anderen, op deze manier snel aan geld proberen te komen. Ook het voorhanden hebben van het vuurwapen en de inbraak rekent de rechtbank verdachte zwaar aan. Een inbraak zoals door verdachte eveneens gepleegd, levert voor de slachtoffers veel schade en overlast op. Dat dit hen raakt, blijkt ook uit de omstandigheid dat de eigenaar van de boekhandel aanwezig was bij de zitting. Het gaat hier niet om een bedrijfsrisico, maar om een strafbaar feit met vervelende gevolgen waarvoor verdachte bewust heeft gekozen.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor een vermogensdelict. Dit zal de rechtbank in het nadeel van verdachte meenemen bij de bepaling van de straf.
Voorts heeft de rechtbank bij de bepaling van de straf rekening gehouden met het rapport van psycholoog Meuwese van 20 oktober 2014. De psycholoog heeft aangegeven dat bij verdachte sprake is van een (ernstige) gedragsstoornis, beginnend in de kindertijd en dat er daarnaast sprake is van zwakbegaafdheid. Dit maakt dat bij verdachte de normen en waarden van onze maatschappij onvoldoende zijn geïnternaliseerd. Daarbij staat bij verdachte zijn eigen behoefte op de voorgrond en houdt hij onvoldoende rekening met de gevoelens en rechten van anderen. De psycholoog acht verdachte gelet hierop verminderd toerekeningsvatbaar. Ze acht het voor verdachte van belang dat hij structuur en duidelijkheid krijgt aangeboden en dat hij leert omgaan met de door de maatschappij opgestelde grenzen. Het ontwikkelen van meer zelfinzicht kan dan ook op gang komen, waardoor hij meer ruimte heeft om rekening te houden met de gevoelens en rechten van anderen. Verder acht de psycholoog het voor verdachte van belang dat hij psycho-educatie krijgt over de sterke en zwakke kanten van zijn intellectuele functioneren. De psycholoog acht, gezien de inzet van eerdere trajecten en de ernstige opgroei- en opvoedproblemen, een gesloten klinisch kader voor verdachte nodig. Zij adviseert dan ook om aan verdachte op te leggen een voorwaardelijke jeugddetentie met als bijzondere voorwaarde opname in een forensische jeugdpsychiatrische kliniek, zoals de Catamaran. De psycholoog acht het ook mogelijk om verdachte in een gesloten civielrechtelijk kader op te nemen zoals bijvoorbeeld Almata.
Gelet op het rapport van de psycholoog gaat de rechtbank bij de bepaling van de straf uit van de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
Tevens heeft de rechtbank bij de strafbepaling betrokken het rapport van de raad van
23 maart 2015 en de toelichting hierop ter zitting. De raad heeft aangegeven dat er bij verdachte sprake is van ernstige problemen op diverse leefgebieden. Mede gelet hierop is de raad van mening dat hulpverlening dient te prevaleren boven het opleggen van straf. De raad heeft geadviseerd om aan verdachte op te leggen een deels voorwaardelijke jeugddetentie met een proeftijd van 2 jaar, met als bijzondere voorwaarde begeleiding door de jeugdreclassering, ook als dit inhoudt dat verdachte zich onder behandeling blijft stellen van de forensische jeugdpsychiatrische kliniek, de Catamaran.
Verder heeft de rechtbank bij de bepaling van de straf rekening gehouden met de omstandigheden dat verdachte zich niet goed aan de schorsingsvoorwaarden van de voorlopige hechtenis heeft gehouden en, in ieder geval gedurende een zekere periode, onvoldoende heeft meegewerkt aan de behandeling bij de Catamaran en zich zelfs gedurende een aantal dagen hieraan heeft onttrokken.
Gelet op de ernst van de feiten, in het bijzonder de overval op het Chinees restaurant, is de rechtbank van oordeel dat een langdurige onvoorwaardelijke jeugddetentie op zijn plaats is. Ook de omstandigheden dat verdachte zich niet goed heeft gehouden aan de schorsingsvoorwaarden en onvoldoende heeft meegewerkt aan de behandeling bij de Catamaran rechtvaardigen deze straf. De rechtbank zal hiertoe echter niet overgaan omdat, zoals ook door de raad is geadviseerd, hulpverlening aan verdachte dient te prevaleren boven het opleggen van straf. De rechtbank zal dan ook aan verdachte opleggen de door de officier van justitie gevorderde jeugddetentie van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met als bijzondere voorwaarden begeleiding door de jeugdreclassering uitgevoerd door de Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant als gecertificeerde instelling en de verplichting om mee te werken aan de behandeling bij de forensische psychiatrische kliniek de Catamaran te Eindhoven. Gelet op de ernst van de feiten acht de rechtbank hiernaast nog een werkstraf passend, zodat verdachte de consequenties van zijn handelen aan den lijve ondervindt. Omdat zij minder feiten bewezen acht dan de officier van justitie, zal de rechtbank een lagere werkstraf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank zal verdachte een werkstraf opleggen van 100 uur.
De rechtbank wijst verdachte er, wellicht ten overvloede, op dat hij dient mee te werken aan de bijzondere voorwaarden die in het kader van de deels voorwaardelijke jeugddetentie aan hem zullen worden opgelegd. Indien hij dit niet doet, kan hij de tenuitvoerlegging van de
8 maanden voorwaardelijke jeugddetentie tegemoet zien. De rechtbank gaat er daarbij vanuit dat de Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant het zo snel mogelijk aan het openbaar ministerie laat weten indien verdachte onvoldoende meewerkt aan de begeleiding van de jeugdreclassering en de behandeling bij de Catamaran.

7.Het beslag

7.1
De verbeurdverklaring
Het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp is vatbaar voor verbeurdverklaring. Gebleken is dat dit voorwerp aan verdachte toebehoort en de feiten zijn begaan met behulp van dit voorwerp.
7.2
De teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen aan verdachte, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen.

8.De vordering tot tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft gevorderd dat de voorwaardelijke werkstraf van 30 uur die aan verdachte is opgelegd bij arrest van het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 12 maart 2014 ten uitvoer zal worden gelegd.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan nieuwe strafbaar feiten en hij daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden toegewezen.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 27, 33, 33a, 45, 47, 77a, 77g, 77h, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77dd, 77gg, 91, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen de artikelen 26, 55, 56 en 60 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan de onder parketnummer 02/800677-14 onder 1 primair en onder parketnummer 02/665109-15 onder 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 02/800677-14
feit 1 subsidiair:Poging tot diefstal, voorafgegaan of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2:Medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen en munitie van categorie III;
Parketnummer 02/665109-15
feit 1:Diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentie van 12 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, geen medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht niet ter inzage aanbiedt;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de jeugdreclassering uit te voeren door de Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant als gecertificeerde instelling;
* dat verdachte meewerkt aan de behandeling bij de Forensische Jeugdpsychiatrische Kliniek de Catamaran te Eindhoven;
- draagt deze gecertificeerde instelling op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde jeugddetentie;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 100 uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht,
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
50 dagen;
Beslag
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten de bromfiets (bromscooter), merk Piaggio met goednummer PL2000-2014167211-1151704;
- gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
- schoeisel (schoen) merk Botticelli Limited 1946 met goednummer PL2000-2014167211-1185396;
- kleding (2 sokken) met goednummer PL2000-2014167211-1185402;
- kleding (riem), merk Gucci met goednummer PL2000-2014167211-1185405;
- kleding (shirt), merk Coolcat met goednummer PL2000-2014167211-1185407;
- kleding (broek), merk Zikki met goednummer PL2000-2014167211-1185410;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch d.d. 12 maart 2014 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 20/001407-13
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten een werkstraf van 30 uur subsidiair 15 dagen vervangende jeugddetentie;
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. Prenger, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. Bogaert en
mr. Tempel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Venekamp-Vriends, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 21 april 2015.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt -tenzij anders vermeld- bedoeld het eindproces-verbaal met dossiernummer 2014167211 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 387 (hierna te noemen proces-verbaal 1) of het eindproces-verbaal met dossiernummer 2014159296 van de regionale politie politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 111 (hierna te noemen proces-verbaal 2)
2.het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1], pagina's 150 tot en met 152 van proces-verbaal 1;
3.het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2], pagina's 168 en 169 van proces-verbaal 1;
4.het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3], pagina's 156 en 157 van proces-verbaal 1;
5.het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4], pagina's 161 tot en met 163 van proces-verbaal 1;
6.het proces-verbaal van bevindingen, pagina 225 van proces-verbaal 1;
7.de verklaring van verdachte afgelegd ter zitting van 7 april 2015;
8.het proces verbaal betreffende aangetroffen pistool en munitie, pagina's 253 tot en met 255 van proces-verbaal 1;
9.het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5], pagina 10 van proces-verbaal 2;
10.het proces-verbaal verhoor benadeelde [slachtoffer 5], pagina 12 van proces-verbaal 2;
11.het proces-verbaal van bevindingen, pagina 29 van proces-verbaal 2;
12.het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2], pagina’s 34 en 35 van proces-verbaal 2;
13.het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3], pagina 43 van proces-verbaal 2;
14.het proces-verbaal van bevindingen, pagina 45 van proces-verbaal 2;
15.het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4], pagina 39 van proces-verbaal 2;
16.het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5], pagina's 49 en 50 van proces-verbaal 2;
17.het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5], pagina 51 van proces-verbaal 2;
18.het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], pagina 48 van proces-verbaal 2;
19.het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5], pagina 50 van proces-verbaal 2;
20.het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], pagina's 46 en 47 van proces-verbaal 2;
21.het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5], pagina 51 van proces-verbaal 2;
22.het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], pagina 48 van proces-verbaal 2;
23.het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], los opgenomen in proces-verbaal 2;
24.het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1], pagina 47 van proces-verbaal 2;
25.de verklaring van verdachte afgelegd ter zitting van 7 april 2015;