3.1.Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties, wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. Van den Noort is een onderneming die haar bedrijf maakt van aanneming van werken in de infra-sector, waaronder aanleg en onderhoud van rioleringswerken, grondverzet, en bestratingswerkzaamheden.
b. Heja Projectontwikkeling BV (hierna: Heja) was doende om op het terrein aan de Concordialaan in Etten-Leur een woningbouwproject met appartementen en grondgebonden woningen te ontwikkelen. Dit project is genaamd “In ‘t Park”. Heja heeft Van den Noort benaderd om als onderaannemer de grondwerkzaamheden voor dit project te verrichten.
c. Heja heeft in maart 2010 een zogenaamde concessieovereenkomst gesloten met de
gemeente Etten-Leur, op basis waarvan Heja aan deze gemeente een bankgarantie diende te verstrekken voor een bedrag van € 1.000.000,- als zekerheid voor de nakoming van de op Heja rustende verplichtingen uit de concessieovereenkomst.
d. Heja heeft aan Van den Noort gevraagd of zij bereid was deze bankgarantie in haar plaats aan de gemeente Etten-Leur te verstrekken.
e. Van den Noort was bereid om de gevraagde bankgarantie te verstrekken, mits daar toereikende zekerheid tegenover stond van de zijde van Heja ter dekking van zowel het risico in verband met de bankgarantie als ter dekking van het betalingsrisico voor de te verrichten werkzaamheden door Van den Noort. Heja heeft aan Van den Noort te kennen gegeven tegenzekerheid te kunnen bieden.
f. Van den Noort heeft aan [gedaagde sub 2] - tevens huisadvocaat van Heja - verzocht de door Van den Noort verlangde tegenzekerheid zijdens Heja in een overeenkomst vast te leggen.
[gedaagde sub 2] heeft voorafgaand aan het aanvaarden van deze opdracht bij email van 11 juni 2010 aan Van den Noort te kennen gegeven - samengevat - dat hij de huisadvocaat is van Heja, geen zaak kan aannemen tegen Heja, maar wel de contractvormen die nodig zijn voor partijen zou kunnen bepalen, eventuele concepten zou kunnen opstellen en voor wat betreft de inhoud van de zaak zou kunnen bemiddelen als beide partijen daarmee van tevoren instemmen. Indien Van den Noort hiermee instemt dan zal [gedaagde sub 2] Heja benaderen of zij ook instemt zodat [gedaagde sub 2] een advies kan geven dat dan naar beide partijen transparant kan zijn.
g. Beide partijen hebben vervolgens ingestemd met de betrokkenheid van [gedaagde sub 2] waarna op 14 juni 2010 een bespreking heeft plaatsgevonden tussen Van den Noort en [gedaagde sub 2], waarbij [gedaagde sub 2] nogmaals zijn bemiddelende en neutrale rol aan de orde heeft gesteld. In dit gesprek is aan de orde gekomen dat een tweede hypotheekrecht als zekerheid gesteld kon worden. Naar aanleiding van dit gesprek en aanvullend overleg met partijen heeft [gedaagde sub 2] een eerste concept overeenkomst opgesteld en op 29 juni 2010 aan beide partijen gezonden. In dit concept, genaamd “garantieovereenkomst”, staat vermeld dat de tegenzekerheid voor Van den Noort voor de door Van den Noort te stellen bankgarantie wordt gevormd door een tweede recht van hypotheek voor een bedrag van € 2.000.000,- op onverkochte bouwpercelen van het Project In ’t Park.
h. Naar aanleiding van de ontvangen concept garantieovereenkomst heeft Van den Noort op 1 juli 2010 een mailbericht aan [gedaagde sub 2] verzonden, waarin onder meer staat vermeld:
“Art. 3.1. geeft aan dat er 2e hypotheek op de thans nog niet aan derden verkochte gronden aan VDN[Van den Noort, toevoeging Rb.]
wordt verstrekt.
In art. 3.5 wordt gesproken dat bij verkoop eerst de totale schuld aan de bank (1e hyp) wordt betaald. Onze vraag is nu: hoeveel stukken grond zijn er nog onverkocht en hoeveel stukken van deze grond dienen nog verkocht te worden om de huidige 1e hypotheekhouder (de bank) te betalen, zodat VDN voor de overige stukken 1e hypotheekhouder kan worden.
Door u werd in ons gesprek zelf reeds aangegeven dat de essentie van het geheel is: de gelden/garanties van VDN dienen beschermd te zijn bij faillissement.
Hiervan vinden wij naar onze mening niets terug in de genoemde concept garantieovereenkomst”
i. [gedaagde sub 2] reageert op 1 juli 2010 per email op voornoemd emailbericht van Van den Noort. [gedaagde sub 2] schrijft in deze email - voor zover thans relevant - aan Van den Noort:
“Naar aanleiding van je onderstaande e-mailbericht van eerder vandaag stuur ik je deze mail van de controller van Heja door. Hieruit blijkt de verhouding tussen de bankschuld aan de 1e hypotheekhouder en de zekerheid uit de onverkochte grondaandelen.
(…)
Verder kan ik je ter beantwoording melden dat een recht van hypotheek (of dat nu een 1e of 2e recht is) kan worden uitgewonnen ongeacht of er van een faillissement sprake is. Die mogelijkheid van parate executie is juist de kracht van een hypotheekrecht. Dit bepaalt de wet, dus daar hoeft m.i. verder niets over in de overeenkomst geregeld te worden.
(…)”
j. Van den Noort heeft vervolgens aan [gedaagde sub 2] schriftelijk nog een aantal punten aangegeven die zij van belang achtte en enkele vragen gesteld, waaronder de vraag:
“Is de le hypotheek alleen verbonden aan dit project, of loopt die b.v. ook als zekerheid voor andere zaken binnen Heja??
Hoe zwaar is dit eerste recht?? Geeft Heja hierin inzicht??
Belangrijk om te weten of een 2e hypotheek wel zin heeft nl. het bedrag dient € 2.000000,= (garantie + het werk) af te zekeren.”
k. Hierop reageert [gedaagde sub 2] per e-mail van 8 juli 2010 waarin hij schrijft:
“Inmiddels besprak ik de reactie van jullie kant met [naam directeur][commercieel directeur bij Heja, toevoeging Rb.]
. Zijn opmerkingen heb ik verwoord in bijgevoegd document waarvan de inhoud voor zich zou mogen spreken. (…).”
In het bijgevoegde document waaraan in deze email wordt gerefereerd, staat onder meer vermeld:
“Ten aanzien van alle zaken die verband houden met de eerste hypotheek is HEJA bereid volledige inzage aan VAN DEN NOORT te verlenen. HEJA merkt op dat geen sprake is van een verbondenheid van de hypotheek van meer of andere schulden dan direct verbandhoudende met het Project In ‘t Park. Er is geen cross default bepaling. HEJA stelt voor om deze stukken samen met VDN zo spoedig mogelijk door te nemen.”
Verder staat in deze bijlage - voor zover thans van belang - vermeld:
“Het is juist dat de bankgarantie ook geldt voor werkzaamheden waarop VDN geen grip heeft. De omvang dient echter gezien het vorenstaande nog te worden bezien. Hierin is juist de ratio gelegen om sluitende tegen zekerheid te stellen door Heja aan VDN voor het stellen van de bankgarantie”
l. Van den Noort heeft bij e-mail van 2 augustus 2010 nog enkele opmerkingen bij de concept garantieovereenkomst gemaakt. Ten aanzien van het aflossen van de eerste hypotheekhouder heeft Van den Noort in deze email vermeld:
“Heja dient ervoor te zorgen (is verplicht) dat de 1e hypotheekhouder per 1 oktober 2010 is afgelost”
De reactie hierop van [gedaagde sub 2] was:
“We kunnen zolang we geen bankgarantie hebben niks verkopen (we krijgen immers geen vergunning van de Gemeente E-L). Op 1 september wordt de bouwvergunning afgegeven als wij aan onze verplichtingen hebben voldaan, Daarna kunnen onze kopers pas naar de notaris. De woningbouwvereniging WEL neemt pas af op het moment dat de bouwvergunning onherroepelijk is. Dus 6 weken na afgifte bouwvergunning. Al met al zullen wij niet voor 1 oktober 2010 hebben kunnen aflossen. Mijn voorstel is deze datum te verplaatsen naar 1 december2010.”
m. Op 11 augustus 2010 heeft Van den Noort de definitieve garantieovereenkomst met Heja ondertekend en is Van den Noort overgegaan tot het doen verstrekken van een bankgarantie van € 1.000.000,- aan de gemeente Etten-Leur ten behoeve van Heja.
n. In december 2011 is het bedrag van de bankgarantie in overleg met de gemeente Etten-Leur verlaagd naar een bedrag van € 600.000,- omdat Heja reeds een deel van haar verplichtingen uit hoofde van haar concessieovereenkomst met de gemeente Etten-Leur is nagekomen.
o. Op 14 maart 2012 is aan Heja (voorlopige) surseance van betaling verleend, die op 13 april 2012 is omgezet in een faillissement.
p. Omdat Heja haar verplichtingen uit haar concessieovereenkomst met de gemeente Etten-Leur niet volledig is nagekomen, heeft de gemeente Etten-Leur bij brief van 9 mei 2012 aan Van den Noort de bankgarantie ingeroepen voor het totaalbedrag van € 600.000,-.