In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert eiser een verbod op de openbare verkoop van onroerende zaken die in een exploot van 17 december 2014 zijn genoemd. Deze onroerende zaken zijn gelegen in Blijham, gemeente Wedde, en de eiser stelt dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant bevoegd is om deze vordering te behandelen. Gedaagde voert echter aan dat de voorzieningenrechter onbevoegd is, omdat de executieveiling enkel betrekking heeft op onroerende zaken die zich bevinden in het arrondissement van de rechtbank Noord-Nederland. De voorzieningenrechter overweegt dat de bevoegdheid moet worden vastgesteld aan de hand van de locatie van de onroerende zaken die in het geschil zijn betrokken. Aangezien de onroerende zaken waar het geschil om draait zich in het arrondissement Noord-Nederland bevinden, is de rechtbank Zeeland-West-Brabant niet bevoegd om van deze zaak kennis te nemen. De voorzieningenrechter verklaart zich dan ook onbevoegd en veroordeelt eiser in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 285,00. Het vonnis is uitgesproken op 20 januari 2015.