Uitspraak
1.De procedure
2.Het verzoek
3.De feiten
De voorzitter:
4.De gronden van het wrakingsverzoek en het standpunt van verzoeker
5.Het standpunt van de meervoudige strafkamer
6.Het standpunt van de officier van justitie
7.De beoordeling en de gronden daarvoor
wij gaan de zaak vandaag inhoudelijk behandelen.’ Op zichzelf kan uit deze procesbeslissing ook geen schijn van vooringenomenheid van de meervoudige strafkamer worden afgeleid, temeer daar het voor het alle partijen vooraf duidelijk was dat een inhoudelijke behandeling zou gaan plaatsvinden. Door echter aan de raadsman tegen te werpen dat hij eerder een beroep op vaste jurisprudentie had moeten doen, heeft bij de raadsman tevens de indruk kunnen ontstaan dat niet is gehoord wat hij heeft aangevoerd. Immers, blijkens het proces-verbaal had de raadsman zich al eerder beroepen op de door hem gestelde vaste jurisprudentie, overigens nog daargelaten het feit dat het niet nodig is een beroep te doen op vaste jurisprudentie teneinde een rechtsregel daaruit toepasbaar te doen zijn.
uw verzoek tot aanhouding wordt ook afgewezen’ sluit uit dat de raadsman de motieven van zijn voornemen kan toelichten en sluit ook uit dat de leden van de meervoudige strafkamer daarop vervolgens gezamenlijk kunnen beslissen.