Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het klaagschrift, dat - ondertekend door of namens klagers - tijdig is ingediend ter griffie van het op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering bevoegde gerecht;
- de kennisgeving inbeslagneming;
- het proces-verbaal van het onderzoek door de raadkamer van 23 juni 2015, waaruit blijkt dat de officier van justitie, dhr. Van Loon en raadslieden mrs. Van Ardenne en Markus zijn gehoord. Dhr. [klager 3] en [klager 4] zijn niet verschenen.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering)