ECLI:NL:RBZWB:2015:6007

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
9 september 2015
Publicatiedatum
10 september 2015
Zaaknummer
C/02/287792 / HA ZA 14-686
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. van Geloven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid assurantietussenpersoon en zorgplicht bij schade door foutief drukwerk

In deze zaak vorderde Clever Etiketten BV, vertegenwoordigd door advocaat mr. E. den Hartog, schadevergoeding van Nassy & Wijnmaalen Financiële Diensten BV, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Ekelmans, wegens vermeende tekortkomingen in de zorgplicht van de assurantietussenpersoon. Clever Etiketten stelde dat Nassy & Wijnmaalen niet had gehandeld als een redelijk handelend en bekwaam assurantietussenpersoon, wat resulteerde in een ondeugdelijke aansprakelijkheidsverzekering. De rechtbank onderzocht de feiten en oordeelde dat Nassy & Wijnmaalen niet tekort was geschoten in haar zorgplicht. De rechtbank stelde vast dat Clever Etiketten op de hoogte was van de beperkingen van haar verzekering en dat Nassy & Wijnmaalen niet verplicht was om een uitgebreidere dekking te adviseren, aangezien Clever Etiketten haar algemene voorwaarden hanteerde die aansprakelijkheid voor niet gedekte schade uitsloten. De rechtbank wees de vorderingen van Clever Etiketten af en veroordeelde haar in de proceskosten van Nassy & Wijnmaalen, tot een bedrag van € 7.829,-, inclusief advocaatkosten. Dit vonnis werd uitgesproken op 9 september 2015.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Handelsrecht
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/287792 / HA ZA 14-686
Vonnis van 9 september 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CLEVER ETIKETTEN BV,
gevestigd te Den Haag,
eiseres,
advocaat mr. E. den Hartog,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NASSY & WIJNMAALEN FINANCIELE DIENSTEN BV,
gevestigd te Geertruidenberg,
gedaagde,
advocaat mr. J. Ekelmans.
Partijen zullen hierna Clever Etiketten en Nassy & Wijnmaalen genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 11 februari 2015 en de daarin vermelde stukken
  • het proces-verbaal van comparitie van 5 juni 2012 en de daarin vermelde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Clever Etiketten vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- te verklaren voor recht dat Nassy & Wijnmaalen jegens Clever Etiketten toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen door niet te handelen als van een redelijk handelend en redelijk bekwaam assurantietussenpersoon en
beroepsgenoot mag worden verwacht en uit dien hoofde aansprakelijk is voor alle daaruit voortvloeiende en daarmee samenhangende schade;
- Nassy & Wijnmaalen te veroordelen aan Clever Etiketten te voldoen de door haar geleden schade ad € 275.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 150.000,-, vanaf 30 december 2013, althans vanaf 30 april 2014, althans vanaf de datum van deze dagvaarding, tot aan de dag van algehele voldoening;
- Nassy & Wijnmaalen te veroordelen aan Clever Etiketten te voldoen de door haar geleden schade aan kosten rechtsbijstand ad € 16.724,27, te vermeerderen met de wettelijke rente, vanaf 30 april 2014, althans vanaf de datum van deze dagvaarding, tot aan de dag van algehele voldoening;
met veroordeling van Nassy & Wijnmaalen in de kosten van dit geding, evenzeer uitvoerbaar bij voorraad.
2.2.
Nassy & Wijnmaalen heeft de vorderingen weersproken.

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank stelt in deze zaak tussen partijen de volgende feiten vast.
3.1.1.
Clever Etiketten is actief in de drukkerijbranche. Zij verzorgt drukwerk, waaronder etiketten.
3.1.2.
Nassy & Wijnmaalen is (onder meer) assurantietussenpersoon. Vanaf 1998 verrichtte zij in die hoedanigheid werkzaamheden voor Clever Etiketten.
3.1.3.
In 2001 heeft Nassy & Wijnmaalen een gesprek gehad met Clever Etiketten, waarna tussen Clever Etiketten en Aegon Schadeverzekering N.V. (Aegon) een “Aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven en beroepen met polisnummer 702036971” tot stand is gekomen. Het polisblad van 8 december 2002 vermeldt verzekerde bedragen voor diverse rubrieken waaronder rubriek I “Algemene aansprakelijkheid” en rubriek III “Productenaansprakelijkheid”. De Polisvoorwaarden vermelden onder “Begripsomschrijvingen in artikel 1.5.2.:
“Onder schade aan zaken wordt verstaan: Beschadiging, vernietiging, verdwijning alsmede verontreiniging van zaken van anderen dan de verzekeringnemer met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade”.
De Polisvoorwaarden vermelden onder “Omschrijving van de dekking” in artikel 2.7.6.:
“Geleverde zaken/verrichte werkzaamheden. Uitgesloten is de aansprakelijkheid: a. voor schade aan geleverde zaken, alsmede voor schade en kosten verband houdende met het terugroepen, vervangen, verbeteren of herstellen van geleverde zaken.”
Onder “Aanvullende uitsluitingen en bijzondere uitsluitingen” is in artikel 16.2 nog vermeld:
“Niet verzekerd is de aansprakelijkheid voor schade door zaken zoals omschreven in rubriek III.”
3.1.4.
Clever Etiketten hanteert in overeenkomsten met haar klanten “Leveringsvoorwaarden voor de Grafische Industrie” zoals opgesteld door het KVGO. Deze luiden onder meer:
“Artikel 10: Onderzoek bij aflevering
1. De opdrachtgever is gehouden met bekwame spoed na aflevering te onderzoeken of de leverancier de overeenkomst deugdelijk is nagekomen en voorts gehouden de leverancier er terstond schriftelijk van in kennis te stellen zodra hem het tegendeel blijkt.
De opdrachtgever dient het evenbedoeld onderzoek en de desbetreffende kennisgeving te doen binnen uiterlijk 14 dagen na aflevering.
2. De leverancier is steeds gerechtigd een nieuwe deugdelijke prestatie, in de plaats van een eerdere ondeugdelijke prestatie te stellen, tenzij het verzuim niet herstelbaar is.
3. De nakoming van de overeenkomst geldt tussen partijen als deugdelijk indien de opdrachtgever in gebreke is gebleven het onderzoek of de kennisgeving bedoeld in lid 1 van dit artikel tijdig te doen.
4. Indien de in het eerste lid van dit artikel bedoelde termijn van 14 dagen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ook voor een zorgvuldig opdrachtgever als onaanvaardbaar kort moet worden beschouwd, zal deze termijn worden verlengd tot uiterlijk het eerste
moment waarop het onderzoek respectievelijk het in kennis stellen van de leverancier voor de opdrachtgever redelijkerwijs mogelijk is.
5. De prestatie van de leverancier geldt in elk geval tussen partijen als deugdelijk indien de opdrachtgever het geleverde of een gedeelte van het geleverde in gebruik heeft genomen, heeft bewerkt of verwerkt, aan derden heeft geleverd, respectievelijk in gebruik heeft doen nemen, heeft doen bewerken of verwerken of aan derden heeft doen leveren, tenzij de opdrachtgever het bepaalde in het eerste lid van dit artikel in acht heeft genomen.”
“Artikel 20: Aansprakelijkheid
1. De aansprakelijkheid van de leverancier uit hoofde van de overeenkomst met opdrachtgever is beperkt tot een zodanig bedrag als naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid in verhouding staat tot de overeengekomen prijs.
2. De leverancier is niet aansprakelijk voor schade van welke aard ook die ontstaat doordat opdrachtgever de vervaardigde zaken na aflevering in gebruik heeft genomen, heeft bewerkt of aan derden heeft geleverd, respectievelijk in gebruik heeft doen nemen, heeft doen bewerken of verwerken of aan derden heeft doen leveren.
3. De leverancier is voorts niet aansprakelijk voor schade in de vorm van omzetderving of verminderde goodwill in het bedrijf of het beroep van de opdrachtgever.
4. De leverancier is eveneens niet aansprakelijk voor schade aan door hem van de opdrachtgever ontvangen en door de leverancier te bedrukken, te bewerken of te verwerken materiaal of producten, indien de opdrachtgever de leverancier niet uiterlijk bij het aangaan van de overeenkomst opgave heeft gedaan van de eigenschappen en de aard van deze materialen of producten en deugdelijke informatie heeft verstrekt over de toegepaste voorbewerkingen en de toegepaste oppervlaktebewerkingen.
5. Indien de leverancier terzake van enige schade, waarvoor hij krachtens de overeenkomst met de opdrachtgever c.q. deze leveringsvoorwaarden niet aansprakelijk is, door een derde
aansprakelijk wordt gesteld, zal de opdrachtgever hem terzake volledig vrijwaren en de leverancier alles vergoeden wat hij aan deze derde dient te voldoen.”
3.1.5.
In de loop van 2010 is tussen Clever Etiketten en WPS Hortisystems B.V. (hierna: WPS) een overeenkomst tot stand gekomen. Daarbij heeft Clever Etiketten op zich genomen 1.580.000 stickers te drukken met daarop een barcode en nummer tegen betaling van een bedrag van € 26.411 exclusief btw door WPS. De stickers moesten worden afgeleverd bij een door WPS ingeschakelde spuitgieter die de stickers in teeltvazen voor Orchideeën moest aanbrengen. WPS leverde de teeltvazen aan Ter Laak Orchideeën B.V. (hierna: Ter Laak) die orchideeën kweekt met een geautomatiseerd door WPS geleverd systeem. Omdat eenzelfde barcode en nummer niet op slechts een, maar op twee stickers waren gedrukt zijn in het geautomatiseerde kweekproces fouten opgetreden met als gevolg dat orchideeën overrijp werden en onverkoopbaar werden of in elkaar verstrengelden en daarom op de grond vielen. WPS en Ter Laak hebben Clever Etiketten aansprakelijk gesteld voor de schade die is opgetreden als gevolg van de dubbele etiketten. Clever Etiketten heeft aansprakelijkheid afgewezen met een verwijzing naar haar algemene voorwaarden. WPS en Ter Laak hebben dit niet geaccepteerd.
3.1.6.
Clever Etiketten heeft een schademelding bij Aegon gedaan. Bij emailbericht van 14 juni 2011 heeft Aegon aan Clever Etiketten meegedeeld dat er geen dekking voor de gemelde schade is onder de polis omdat er geen sprake is van zaakschade in de zin van artikel 1.5.2. van de polisvoorwaarden. De teeltvazen zijn als gevolg van dubbel voorkomende codes mogelijk niet bruikbaar, maar van een beschadiging of stoffelijke aantasting van die vazen is geen sprake volgens Aegon.
3.1.7.
Clever Etiketten heeft Aegon gedagvaard voor de rechtbank in Den Haag en onder meer gevorderd voor recht te verklaren dat Aegon gehouden is onder de polis dekking te verlenen voor de schade die door de dubbel voorkomende codes op etiketten is ontstaan. De rechtbank heeft bij vonnis van 17 juli 2013 de vordering van Clever Etiketten afgewezen. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat louter sprake is van een indirecte vorm van schade, aan andere zaken dan de door Clever Etiketten geleverde producten (de van een code voorziene etiketten), hetgeen betekent dat er geen sprake is van schade in de zin van artikel 1.5.2. van de polisvoorwaarden. Clever Etiketten heeft in deze uitspraak berust.
3.1.8.
Clever Etiketten en onder meer WPS en Ter Laak hebben op 18 december 2013 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Daarbij is onder meer overwogen dat Clever Etiketten iedere aansprakelijkheid afwijst en stelt dat zij niet gehouden is tot vergoeding van enige schade en dat partijen er om hen moverende redenen de voorkeur aan geven om deze zaak definitief in der minne te regelen - zonder dat daarbij sprake is van aanvaarding over en weer van de uitgangspunten of standpunten van de andere partij - en de afwikkeling hiervan buitengerechtelijk af te doen. De omvang van het schikkingsbedrag is bepaald op € 425.000,- waarvan Clever Etiketten € 275.000,- dient te betalen.
3.1.9.
Bij brief van 23 december 2011 heeft Clever Etiketten Nassy & Wijnmaalen aansprakelijk gesteld voor geleden en te lijden schade in verband met voormelde foutieve etiketten. Hieraan heeft zij het volgende ten grondslag gelegd.
“Cliënte is van mening dat Nassy-Wijnmaalen tegenover haar niet de zorg heeft betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht. Tot de taak van Nassy-Wijnmaalen - het waken voor de belangen van de verzekeringnemers bij de tot haar portefeuille behorende verzekeringen - behoort in beginsel ook dat Nassy-Wijnmaalen cliënte tijdig opmerkzaam maakt op bij haar bekende feiten welke gevolgen kunnen hebben voor de dekking van de tot haar portefeuille behorende verzekeringen.
Cliënte heeft in het verleden meerdere malen aan Nassy-Wijnmaalen de vraag voorgelegd of
vergelijkbare schade door haar verzekering bij Aegon was gedekt. Dit heeft zij onder andere
gedaan op:
- 25 juni 2010 nadat cliënte aansprakelijk was gesteld door OK Nutripet BV voor schade
doordat cliënte verpakkingsmateriaal had aangeleverd met een foutieve EAN code;
- 30 september 2010 nadat cliënte bekend was geworden met het feit dat door haar, ten
behoeve van kunststof bakjes, geleverde etiketten deels loskwamen na het verpakken van een maaltijd en het pasteurisatieproces.
Nu cliënte aan Nassy-Wijnmaalen in het verleden meerdere keren de vraag heeft voorgelegd of vergelijkbare schades door haar verzekering bij Aegon werd gedekt, had Nassy-Wijnmaalen tijdig moeten opmerken dat de verzekering bij Aegon niet de gewenste dekking had en cliënte daarover moeten informeren. Nassy-Wijnmaalen heeft dit nagelaten en heeft dus niet de zorg betracht die cliënte van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot had mogen verwachten.”
Clever Etiketten heeft deze aansprakelijkheidsstelling bij brief van 30 april 2014 herhaald. Nassy & Wijnmaalen heeft aansprakelijkheid afgewezen. Daarom is Clever Etiketten deze procedure gestart.
3.2.
Clever Etiketten legt aan de vorderingen het volgende ten grondslag.
“Nassy & Wijnmaalen is ernstig tekortgeschoten jegens Clever. Immers, Nassy & Wijnmaalen dient als assurantietussenpersoon tegenover Clever de zorg te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht. Het is de taak van Nassy & Wijnmaalen om daarbij te waken voor de belangen van Clever bij de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen. Van Nassy & Wijnmaalen behoort ter zake een actieve benadering van de opdrachtgever worden verwacht. Dit uitgangspunt is door de Hoge Raad aangelegd als maatstaf voor de zorgplicht die op een assurantietussenpersoon rust, zie bijvoorbeeld HR 22 november 1996, NJ 1997/718 en HR 10 januari 2003, NJ 2003/375.
Nassy & Wijnmaalen heeft echter verzuimd zorg te dragen voor een deugdelijke aansprakelijkheidsverzekering voor Clever. Het is evident dat eventuele schade waar Clever mee geconfronteerd kan worden voortvloeit uit fouten in druk- en zetwerk en stickers in hoofdzaak zuivere vermogensschade zal zijn. Drukwerk of stickers op zichzelf gezien zullen zelden (uitsluitend) een stoffelijke zaak beschadigen, maar de gevolgen van foutief drukwerk of stickers kunnen zeer verstrekkend zijn. Clever beschikte echter over een verzekering op grond waarvan geen dekking werd verleend in geval van andere schade dan zaakschade. Aldus beschikte Clever over een ondeugdelijke verzekering voor haar bedrijfsvoering waarmee in feite in geen enkel geval dekking zou worden verleend.
Op Nassy & Wijnmaalen rustte de verplichting om zorg te dragen voor een deugdelijke aansprakelijkheidsverzekering die op maat gesneden was voor Clever en haar bedrijfsvoering. Zulks temeer nu Nassy & Wijnmaalen al vanaf 1998 de verzekeringstussenpersoon is van Clever en als zodanig in bijzondere mate bekend is met de bedrijfsvoering en bedrijfsrisico’s van Clever. Medewerkers van Nassy & Wijnmaalen bezochten Clever regelmatig om de bedrijfsvoering en ontwikkeling en daarmee samenhangende verzekeringsaspecten te bespreken.
In casu zijn er nog verzwarende omstandigheden voor de schending van de zorgplicht door Nassy & Wijnmaalen. Nassy & Wijnmaalen wist en behoorde te weten van de ontoereikendheid van de verzekering voor de bedrijfsvoering van Clever en de eventueel te verwachten vormen van schade waar Clever mee geconfronteerd zou kunnen worden.”
3.3.
Nassy & Wijnmaalen heeft weersproken dat zij haar zorgplicht jegens Clever Etiketten heeft geschonden. Ook heeft zij diverse andere verweren gevoerd. Omdat het belangrijkste geschilpunt tussen partijen is of Nassy & Wijnmaalen de op haar rustende zorgplicht heeft geschonden zal de rechtbank dit punt eerst beoordelen.
3.4.
Het hangt van de omstandigheden van het geval af wat in het kader van de op Nassy & Wijnmaalen als assurantietussenpersoon rustende zorgplicht jegens Clever Etiketten mag worden verwacht als het gaat om het bewaken van de belangen van Clever Etiketten bij de in dit geding aan de orde zijnde aansprakelijkheidsverzekering.
3.4.1.
Van de door Clever Etiketten genoemde omstandigheden dient in de beoordeling te worden betrokken de omstandigheid dat drukwerk op zichzelf gezien zelden een stoffelijke zaak zal beschadigen, maar dat de schadelijke gevolgen van foutief drukwerk verstrekkend kunnen zijn. Nassy & Wijnmaalen, die elk jaar een bezoek aan Clever Etiketten bracht, mag als deskundig tussenpersoon worden geacht dit te onderkennen.
3.4.2.
Wat betreft de stelling van Clever Etiketten dat het Nassy & Wijnmaalen vanwege (bijna) schadegevallen uit 2008 en 2010 duidelijk was of had moeten zijn dat de verzekering van Clever Etiketten ontoereikend was, geldt het volgende ten aanzien van de daartoe door Clever Etiketten genoemde gevallen.
In 2008 heeft Clever Etiketten een overeenkomst voor het leveren van etiketten met een klant gesloten die haar eigen algemene voorwaarden van toepassing wilde hebben, waarmee aansprakelijk voor gevolgschade bij Clever Etiketten zou komen te liggen. Volgens Clever Etiketten heeft de heer Nassy van Nassy & Wijnmaalen gezegd dat de voorwaarden konden worden geaccepteerd en dat Clever Etiketten over een goede polis beschikte. In de als productie 14 door Clever Etiketten overgelegde emailcorrespondentie tussen Clever Etiketten en de klant is geen steun te vinden voor de stelling dat Nassy & Wijnmaalen (namens Aegon) toestemming heeft verleend de algemene voorwaarden van de klant te accepteren. In de als productie 3 door Nassy & Wijnmaalen overgelegde brief van 15 december 2008 van de rechtsbijstandverlener van Clever Etiketten aan Aegon is vermeld dat Aegon aan Nassy & Wijnmaalen heeft meegedeeld dat de leveringsvoorwaarden van de klant een “super contractuele aansprakelijkheid” inhouden en dat dit niet past binnen de polisvoorwaarden van Aegon. Clever Etiketten heeft daar in deze brief tegen geprotesteerd. Dit standpunt van Aegon is gegeven op 30 september 2008 nadat Clever Etiketten aan Nassy & Wijnmaalen op 25 september 2008 had bericht:
“ter info, ik ga ervan uit dat jij het van jouw kant goed regelt. Zoals eerder gezegd wij leveren reeds 15 jaar aan de Sanquin organisatie, hebben nog nooit een claim gehad. Men wenst nu dat wij formeel akkoord gaan met hun leveringsvoorwaarden.”Uit de brief van 15 december 2008 blijkt dat Nassy & Wijnmaalen geen instemming van Aegon heeft gekregen. De stelling van Clever Etiketten is in het licht van de daar tegenover gestelde feiten onvoldoende gemotiveerd. Zij ontbeert een toereikende deugdelijke feitelijke grondslag en wordt verworpen.
Clever Etiketten heeft ook gewezen op een voorval uit juni 2010 waarbij door Clever Etiketten bedrukt verpakkingsmateriaal een onjuiste code bevatte. Clever Etiketten stelt dat Nassy & Wijnmaalen op haar vraag of zij voor dit soort gevallen verzekerd was heeft geantwoord dat dit wel goed zat en dat zij beschikte over een goede polis. In de door Clever Etiketten als productie 15 overgelegde correspondentie is geen steun voor deze stelling te vinden nu deze alleen een emailbericht van 25 juni 2010 bevat met de vraag van Clever Etiketten aan Nassy & Wijnmaalen of zij voor dergelijke schade verzekerd is. Ter zitting heeft Clever Etikettten betoogt dat de heer Nassy van Nassy & Wijnmaalen zou hebben gezegd dat zij beter een schikking kon treffen dan een beroep op de verzekering te doen omdat dat nadelig voor de premie kon zijn. In de door Nassy & Wijnmaalen overgelegde productie 4 is te zien dat zij de zaak aan Aegon zou voorleggen. In de als productie 5 door Nassy & Wijnmaalen overgelegde gespreksnotitie van de heer Nassy van 6 september 2010 over een gesprek met de heer Willems van Clever Etiketten, waarvan de inhoud niet gemotiveerd door Clever Etiketten is betwist, is gedetailleerd vermeld wat de oorzaak van de schade was, zijn meer details vermeld en is vermeld dat er geen dekking onder de polis is, maar dat Aegon wellicht bereid is een coulance uitkering te doen. Ter zitting heeft Nassy & Wijnmaalen aangevoerd dat de heer Nassy nooit een schikking heeft geadviseerd; er was nog nooit een claim onder de polis geweest dus een hogere premie vanwege een claim ligt dan niet in de rede. Tegenover de gespreksnotitie en de motivering van Nassy & Wijnmaalen is de stelling van Clever Etiketten ontoereikend gemotiveerd. Zij ontbeert een toereikende deugdelijke feitelijke grondslag en wordt verworpen.
Clever Etiketten heeft tot slot gewezen op een incident uit september 2010. Zij heeft de schade uiteindelijk zelf gedragen omdat Nassy & Wijnmaalen op haar vraag of voor schade door loslatende etiketten dekking bestond zou hebben gezegd dat de schade “beter zelf kon worden geslikt” omdat claimen onvoordelig zou zijn in verband met een mogelijke premiestijging. Productie 16 van Clever Etiketten bevat uitsluitend de vraagstelling aan Nassy & Wijnmaalen en niet het antwoord dat volgens Clever Etiketten zou zijn gegeven. De rechtbank onderschrijft het betoog van Nassy & Wijnmaalen dat uit de vraagstelling van Clever Etiketten “Heb ik hier wel dekking voor” blijkt dat Clever Etiketten op grond van eerdere ervaringen wist, althans vermoedde, dat dit soort schades niet onder de polis gedekt waren. Eveneens onderschrijft de rechtbank de stelling dat het ook hier niet in de rede ligt dat Nassy & Wijnmaalen met het argument van premiestijging een claim onder de verzekering zou hebben afgeraden. De stelling van Clever Etiketten is in het licht van de daar tegenover gestelde feiten onvoldoende gemotiveerd. Zij ontbeert een toereikende deugdelijke feitelijke grondslag en wordt verworpen.
Samenvattend geldt dat de stellingen van Clever Etiketten, die erop neer komen dat Nassy & Wijnmaalen bij herhaling zou hebben gezegd dat het met de polis wel goed zat en dat schade beter zelf gedragen kon worden, niet van een gedetailleerde motivering zijn voorzien, geen steun vinden in de door Clever Etiketten ter onderbouwing overgelegde stukken en door Nassy & Wijnmaalen met haar stellingen en overgelegde stukken gemotiveerd zijn weersproken. Vanwege het gebrek aan motivering aan de kant van Clever Etiketten is voor bewijslevering geen plaats. Ten overvloede geldt dan dat het bewijsaanbod niet is gespecificeerd en slechts twee partijgetuigen betreft.
Daar komt bij dat de stelling van Clever Etiketten luidt dat het Nassy & Wijnmaalen vanwege (bijna) schadegevallen uit 2008 en 2010 duidelijk was of had moeten zijn dat de verzekering van Clever Etiketten ontoereikend was. Uit de daartoe door Clever Etiketten genoemde voorbeelden volgt noch dat Clever Etiketten vond dat haar verzekering ontoereikend was, noch dat Nassy & Wijnmaalen dat vond. Voor beantwoording van de vraag of het Nassy & Wijnmaalen desalniettemin duidelijk moest zijn dat de verzekering ontoereikend was en dat zij ten behoeve van Clever Etiketten actie had moeten ondernemen is het hieronder te bespreken standpunt van Nassy & Wijnmaalen van belang.
2.4.3.
Nassy & Wijnmaalen hebben aangevoerd dat de verzekering van Clever Etiketten toereikend was omdat zij algemene voorwaarden hanteert welke aansprakelijkheid die niet onder de polis is gedekt uitsluit. Voorts heeft zij aangevoerd dat het ontbreken van dekking voor schade als in dit geding aan de orde voor bedrijven als Clever Etiketten gebruikelijk is en niet alleen bij Aegon, maar ook bij andere verzekeraars aan de orde is.
Ter zitting hebben partijen verklaard dat zij geen herinnering meer hebben aan het gesprek in 2001 waarbij het sluiten van een aansprakelijkheidsverzekering aan de orde is geweest. Volgens Nassy & Wijnmaalen wordt normaal gesproken in een dergelijk gesprek gevraagd naar gehanteerde algemene voorwaarden. Volgens Clever Etiketten lijkt het logisch dat de door haar gehanteerde voorwaarden in dat gesprek ter sprake zijn gekomen. Uit de productie 14 van Clever Etiketten, en ook in het in de kwestie met WPS ingenomen standpunt, blijkt dat Clever Etiketten haar algemene voorwaarden daadwerkelijk hanteert. Dat stuk is ter kennis van Nassy & Wijnmaalen gekomen. Dat betekent dat in ieder geval in 2008, dus voor de problemen met de stickers in 2011, vaststond dat weliswaar de polis aansprakelijkheid voor schade als gevolg van foutief drukwerk niet dekte, maar dat Clever dat het risico op aansprakelijkheid met de door haar gehanteerde algemene voorwaarden uitsloot. Nassy & Wijnmaalen die deze feiten kende behoefde onder die omstandigheden niet een polis met een uitgebreidere dekking te adviseren. Ook al wist Nassy & Wijnmaalen dat foutief drukwerk tot grote gevolgschade zou kunnen leiden (rov. 3.4.1.), zij wist dat Clever Etiketten dergelijke schade contractueel uitsloot. Nassy & Wijnmaalen zou wel in actie - ten minste bestaande uit onderzoek naar de mogelijkheden van een uitgebreidere dekking - moeten zijn gekomen indien Clever Etiketten, die naar het oordeel van de rechtbank vanwege voormelde ervaringen wist dat de polis voor gevolgschade geen dekking bood, aan Nassy & Wijnmaalen te kennen had gegeven ondanks haar algemene voorwaarden toch een uitgebreidere dekking te wensen, bijvoorbeeld omdat klanten haar algemene voorwaarden verworpen, dan wel indien Nassy & Wijnmaalen zelf ter kennis zou zijn gekomen dat klanten die algemene voorwaarden niet aanvaardden. Dat is niet aan de orde, behalve in het geval van Sanquin in 2008 waar Clever Etiketten desbewust de opdracht door wilde laten gaan omdat er in 15 jaar nog nooit een claim was geweest en dat ook zo met Nassy & Wijnmaalen communiceerde. Daarom behoefde die kwestie Nassy & Wijnmaalen niet tot actie aan te zetten.
Een bijkomend argument voor het oordeel dat Nassy & Wijnmaalen Clever Etiketten niet behoefden te adviseren een ruimere dekking te kiezen, althans daarnaar te streven, is de stelling van Nassy & Wijnmaalen dat voor bedrijven als Clever Etiketten verzekeraars gebruikelijk gevolgschade uitsluiten. Clever Etiketten heeft deze stelling niet gemotiveerd weersproken. Zij heeft er wel op gewezen dat zij inmiddels een uitgebreidere dekking bij een andere verzekeraar heeft verkregen, maar dat betreft een beurspolis die eveneens eenzelfde uitsluiting kent als de in de periode 2011 geldende verzekering. Nassy & Wijnmaalen heeft onweersproken gesteld dat de uitbreiding van de dekking - onder bepaalde omstandigheden - in deze beurspolis bijzonder is.
3.5.
De slotsom is dat de door Nassy & Wijnmaalen aangevoerde omstandigheden doorslaggevend zijn en meebrengen dat van een schending van de op Nassy & Wijnmaalen rustende zorgplicht geen sprake is. De vorderingen van Clever Etiketten worden daarom afgewezen. Beoordeling van de overige verweren van Nassy & Wijnmaalen is niet nodig.
3.6.
Clever Etiketten wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van Nassy & Wijnmaalen veroordeeld, zoals is gevorderd uitvoerbaar bij voorraad.

4.De beslissing

De rechtbank
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Clever Etiketten in de proceskosten van Nassy & Wijnmaalen, tot heden begroot op € 7.829,- waarin begrepen € 4.000,- voor salaris advocaat;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Geloven en in het openbaar uitgesproken op 9 september 2015.