In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 september 2015, gaat het om een beroep tegen besluiten van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) waarbij bezwaren van de eiser niet-ontvankelijk zijn verklaard. De eiser had op 17 december 2014 een verzoek ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om documenten te ontvangen die betrekking hadden op bepaalde beschikkingnummers. De CVOM had dit verzoek afgewezen, stellende dat de eiser niet de tenaamgestelde was van de beschikkingen. De rechtbank oordeelt dat de beroepen van eiser niet gericht zijn tegen de gedeeltelijke openbaarmaking, maar tegen de geweigerde openbaarmaking van documenten die deel uitmaken van de procesdossiers. De rechtbank stelt vast dat artikel 838 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) geen uitputtende openbaarmakingsregeling biedt die de Wob uitsluit. De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten van de CVOM voor zover deze de openbaarmaking van documenten weigeren en draagt de CVOM op om nieuwe besluiten te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt de CVOM veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan de eiser.