ECLI:NL:RBZWB:2015:6939

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 oktober 2015
Publicatiedatum
29 oktober 2015
Zaaknummer
4282228 MB VERZ 15-273
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • [de kantonrechter]
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen sanctieoplegging APK-keuringsbewijs voertuigen lichter dan 3500 kg

Op 15 oktober 2015 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Bergen op Zoom uitspraak gedaan in een zaak betreffende de sanctieoplegging voor het niet hebben van een geldig APK-keuringsbewijs voor een voertuig lichter dan 3500 kg. Het beroep was ingesteld door de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie, die een administratieve sanctie van € 137,00 had opgelegd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep ontvankelijk was, omdat het tijdig was ingesteld en er zekerheid was gesteld voor de betaling van de sanctie. Tijdens de zitting heeft de betrokkene zijn gronden van beroep gehandhaafd en aangevoerd dat hij het voertuig niet op tijd kon laten keuren vanwege administratieve vertragingen.

De officier van justitie stelde voor om het beroep aan te houden, maar de kantonrechter heeft dit verzoek afgewezen en heeft inhoudelijk op de zaak beslist. De kantonrechter oordeelde dat de sanctie niet was opgelegd door een bevoegde ambtenaar, zoals vereist volgens artikel 3, tweede lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). Dit oordeel was gebaseerd op een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 juli 2015, waarin werd vastgesteld dat bij geautomatiseerde vaststelling van gedragingen er ruimte moet zijn voor beoordeling van bijzondere omstandigheden.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de inleidende beschikking, waarbij de sanctie was opgelegd, niet in stand kon blijven. Het beroep werd gegrond verklaard en de bestreden beslissing van de officier van justitie werd vernietigd. De kantonrechter droeg de officier van justitie op om het bedrag van de zekerheidstelling van € 137,00 aan de betrokkene terug te betalen. De beslissing werd vastgelegd in een proces-verbaal, en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Kanton
Bergen op Zoom
zaaknummer: 4282228 MB VERZ 15-273
CJIB-nummer: [CJIB-nummer]
uitspraak: 15 oktober 2015
Op de in het openbaar gehouden zitting van 15 oktober 2015 is [de kantonrechter] , bijgestaan door [de griffer] , overgegaan tot de mondelinge behandeling van het beroep dat is ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie met bovengenoemd CJIB-nummer. Het beroepschrift is ingediend door:
naam: : [betrokkene]
adres : [straatnaam]
woonplaats : [plaats] : betrokkene.
--------------------
Betrokkene is ter zitting verschenen in persoon.
Namens de officier van justitie is verschenen de heer [xx] , werkzaam bij het CVOM te Utrecht.
De griffier heeft aantekeningen van de zitting gemaakt, welke aantekeningen geacht worden deel uit te maken van dit proces-verbaal.
Betrokkene heeft beroep ingesteld en daartoe aangevoerd hetgeen in het beroepschrift - dat zich bij de stukken van het geding bevindt - is vermeld.

1.De beoordeling

De kantonrechter heeft op grond van de volgende overwegingen een beslissing genomen, welke beslissing is uitgesproken ter openbare terechtzitting.
Het beroep is ontvankelijk omdat het tijdig is ingesteld en er zekerheid is gesteld voor de betaling van de sanctie.
Ter zitting heeft betrokkene meegedeeld de gronden van het beroep te handhaven en hier nog aan toegevoegd dat hij het voertuig in het weekend niet kon laten keuren en dit maandagochtend heeft laten doen. Betrokkene heeft gesteld dat hij pas dinsdag de papieren heeft ontvangen waarmee hij het kenteken eventueel zou kunnen laten schorsen en dat daardoor ook schorsen op de datum van de gedraging niet mogelijk was.
De officier van justitie heeft, gelet op het arrest van het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden van 22 juli 2015 (ECLI:NL:GHARL:2015:5553, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl), ter zitting voorgesteld het beroep aan te houden.
De kantonrechter zal het verzoek om aanhouding van de officier van justitie niet honoreren en zal inhoudelijk op de zaak beslissen.
De officier van justitie heeft subsidiair meegedeeld de beslissing waarvan beroep is ingesteld, alsmede de verwerping van de bezwaren van betrokkene, te handhaven omdat het op de weg van betrokkene lag om voorafgaand aan het op naam zetten van de auto bij de RDW na te gaan hoe de administratieve handelingen moesten worden afgerond.
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 137,00 opgelegd nu voor het motorrijtuig van 3500 kg of minder het keuringsbewijs zijn geldigheid heeft verloren (zogenaamde APK-II zaken). Deze gedraging zou, blijkens een registercontrole van de RDW, zijn verricht op 12 augustus 2014 met het voertuig met het kenteken [xx-xx-xx] .
In het onderhavige geval is een sanctie opgelegd ter zake van een op geautomatiseerde wijze vastgestelde gedraging. In het arrest van 22 juli 2015 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, onder verwijzing naar zijn arrest van 5 juni 2014 (ECLI:NL:GHARL:2014:4324), het systeem van sanctieoplegging in een geval waarin het APK-keuringsbewijs voor voertuigen lichter dan 3500 kg zijn geldigheid heeft verloren, beoordeeld. Het gerechtshof heeft overwogen dat met het bepaalde in artikel 3 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften niet valt te verenigen, dat wanneer de gedraging op geautomatiseerde wijze is vastgesteld, op geautomatiseerde wijze een sanctie wordt opgelegd, zonder dat daarbij (enige) ruimte bestaat voor een beoordeling van, al dan niet door de betrokkene naar voren gebrachte, bijzondere omstandigheden. Het gerechtshof komt in zijn arrest van 22 juli 2015 dan ook tot de conclusie dat in zaken als onderhavige, zogenaamde APK-II zaken, er geen sprake van is dat de sanctie door een bevoegde ambtenaar in de zin van artikel 3, tweede lid, van de WAHV is opgelegd.
Dit brengt mee dat de inleidende beschikking, waarbij de sanctie is opgelegd, niet in stand kan blijven.
Het voorgaande brengt ook mee dat de door de betrokkene in beroep aangevoerde gronden geen bespreking meer behoeven.
Dit betekent dat het beroep gegrond wordt verklaard. De bestreden beslissing wordt dan ook vernietigd.
De gestelde zekerheid dient aan betrokkene te worden terugbetaald als hierna bepaald.

2.De beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie;
- draagt de officier van justitie op het bedrag van de zekerheidstelling ter hoogte van € 137,- aan betrokkene terug te betalen.
Waarvan proces-verbaal,
de griffier, de kantonrechter,
Bent u het met de beslissing op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden, doch alleen indien:
a. de bij deze beslissing opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,00 bedraagt, of
b. het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, team kanton, locatie Bergen op Zoom, (118 4600 AC, Bergen op Zoom) en dient door degene die bij het team kanton beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum toezending beslissing: