ECLI:NL:RBZWB:2015:7443

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 oktober 2015
Publicatiedatum
24 november 2015
Zaaknummer
02/800133-15
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Hindriks-Roose
  • A. Kooijman
  • J. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere inbraken op basis van camerabeelden en DNA-bewijs

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 oktober 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere inbraken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende data in 2014 en 2015 inbraken heeft gepleegd in restaurants en een slagerij in Breda, Raamsdonksveer, Hank en Etten-Leur. Het bewijs voor de inbraken was voornamelijk gebaseerd op camerabeelden waarop de verdachte door politieagenten werd herkend, evenals DNA-bewijs dat overeenkwam met een bloedspoor dat op de plaats delict was aangetroffen. De rechtbank heeft de herkenning van de verdachte op de camerabeelden bevestigd, waarbij werd opgemerkt dat het uiterlijk van de verdachte tijdens de zitting niet significant verschilde van de persoon op de beelden. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van een poging tot diefstal die niet bewezen kon worden. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 30 maanden geëist, maar de rechtbank heeft uiteindelijk een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd, rekening houdend met de recidive van de verdachte en de impact van de inbraken op de slachtoffers. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan benadeelde partijen, waarbij de vordering van een benadeelde partij werd afgewezen wegens onvoldoende bewijs.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/800133-15 en 02/800338-15
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 16 oktober 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1961 te [geboorteplaats]
zonder bekende woon- of verblijfplaats
gedetineerd in [verblijfplaats]
raadsman mr. T. van Riel, advocaat te Breda

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 2 oktober 2015, waarbij de officier van justitie, mr. Huizenga, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
Ter zitting zijn overeenkomstig artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering de zaken onder voormelde parketnummers gevoegd.

2.De tenlastelegging

Verdachte staat terecht, terzake dat:
Parketnummer 02/800133-15
Feit 1
hij op of omstreeks 24 februari 2015 te Breda met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een restaurant genaamd [naam restaurant 1] heeft
weggenomen een laptop (merk HP), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan restaurant [naam restaurant 1] en/of [eigenaar restaurant 1] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren)
onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
Feit 2
hij op of omstreeks 12 november 2014 en/of 13 november 2014 te Breda met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een restaurant genaamd [naam restaurant 2]
heeft weggenomen meerdere, althans één portemonnee(s) onder meer
inhoudende een of meer geldbedrag(en) (totaal ongeveer 150 euro) en/of een
navigatiesysteem, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
restaurant [naam restaurant 2] en/of [eigenaar restaurant 2] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Feit 3
hij op of omstreeks 23 november 2014 te Breda ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in/uit een cafetaria genaamd [naam restaurant 3] weg te nemen
goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan cafetaria [naam restaurant 3]
en/of [eigenaar restaurant 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en
zich daarbij de toegang tot die cafetaria te verschaffen en/of die/dat weg te
nemen goederen en/of geld onder zijn bereik te brengen door middel van braak,
verbreking en/of inklimming, met een koevoet, althans een breekvoorwerp, de
(voor)deur en/of tuindeur(en) van die cafetaria heeft getracht te forceren
en/of open te breken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet
is voltooid;
Parketnummer 02/800338-15
Feit 1
hij op een tijdstip gelegen in of omstreeks de periode van 30 maart tot en
met 31 maart 2015 te Raamsdonksveer met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een slagerij/winkel (gelegen aan de [straat 1] )
heeft weggenomen goed(eren) van zijn/hun gading en/of geld (totaal ongeveer
400,00 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[naam slagerij] en/of [eigenaar slagerij] , in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of geld
onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
Feit 2
hij op een tijdstip gelegen in of omstreeks de periode van 12 april 2015 tot
en met 13 april 2015 te Hank tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een restaurant (gelegen aan de [straat 2] ) heeft weggenomen een
(grote) hoeveelheid geld (totaal ongeveer 600,00 euro), in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam restaurant 4] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
Feit 3
hij op of omstreeks 13 april 2015 te Hoeven, gemeente Halderberge, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een restaurant heeft weggenomen een
hoeveelheid geld (totaal ongeveer 200,00 euro) en/of een computer (merk Dell)
en/of een cd-speler, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam restaurant 5] en/of [eigenaar restaurant 5] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Feit 4
hij op of omstreeks 03 mei 2015 te Prinsenbeek met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schuur (gelegen aan de [straat 3]
]) heeft weggenomen een accuboormachine en/of een tray (inhoudende 6)
flesjes frisdrank, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemde goederen onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming;
Feit 5
Primair
hij op of omstreeks 03 mei 2015 te Etten-Leur met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel (gelegen aan de [straat 4]
) heeft weggenomen goed(eren) van zijn/hun gading en/of
geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [kantoorpand]
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of geld
onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
Subsidiair
hij op of omstreeks 03 mei 2015 te Etten-Leur ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een winkel (gelegen aan de [straat 4] )
weg te nemen goed(eren) van zijn hun/gading, geheel of ten dele toebehorende
aan [kantoorpand] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te
verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) van zijn hun/gading onder
zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, een
(achter)deur heeft open gebroken/vernield/geforceerd en/of (vervolgens) die
winkel is binnen gegaan en/of die winkel heeft doorzocht en/of een kluis
en/of lades (in die winkel) heeft open gebroken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, waarbij zij ten aanzien van feit 5 het subsidiair ten laste gelegde bewezen acht. Zij baseert zich daarvoor op de aangiftes, de camerabeelden, de herkenning van verdachte door politieagenten, het bloedspoor waarvan een match met het DNA van verdachte is vastgesteld en voorts de kleding en laptop die bij verdachte zijn aangetroffen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank bij een aantal feiten niet tot een bewezenverklaring kan komen. De verdediging stelt dat verdachte niet op de camerabeelden is te herkennen. Wat betreft de inbraak in de slagerij waarbij het bloedspoor is aangetroffen, stelt de verdediging dat steunbewijs ontbreekt. De verdediging betwist dat de kleding en de laptop aan verdachte te relateren zijn. Tot slot wijst de verdediging erop dat de pleegtijd van de feiten 4 en 5 identiek is en dat verdachte niet gelijktijdig op beide plaatsen kan zijn geweest. De verdediging refereert zich ten aanzien van feit 1 in de zaak met parketnummer 02/800133-15 en ten aanzien van de feiten 2 en 3 in de zaak met parketnummer 02/800338-15 aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 02/800133-15
Feit 1
Op 24 februari 2015 doet [eigenaar restaurant 1] aangifte van een inbraak in die nacht in zijn restaurant [naam restaurant 1] te Breda. De glazen toegangsdeuren van het pand zijn opengebroken. Bij de inbraak is een HP-laptop weggenomen. [1] De camerabeelden van de inbraak zijn veiliggesteld en opgeslagen op een DVD met nummer 2015051621. Twee verbalisanten herkennen bij het bekijken van de camerabeelden verdachte aan zijn ingevallen gezicht. [2] [3] De eigen waarneming van de rechtbank tijdens de zitting is dat het uiterlijk van de persoon op de camerabeelden, waaronder de neus, gelijkenis vertoont met het uiterlijk van verdachte. [4]
De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat op 24 februari 2015 de toegangsdeuren van restaurant [naam restaurant 1] in Breda zijn opengebroken, dat een laptop is weggenomen, dat van die inbraak camerabeelden beschikbaar zijn en dat verdachte op die beelden door twee verbalisanten is herkend. De rechtbank is van oordeel dat het uiterlijk van de tijdens de zitting aanwezige verdachte niet zodanig verschilt van de persoon op de beelden dat getwijfeld moet worden aan de herkenning van verdachte door de verbalisanten. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 1 heeft gepleegd.
Feit 2
Op 13 november 2014 doet [eigenaar restaurant 2] aangifte van diefstal uit zijn bedrijf [naam restaurant 2] in Breda in die nacht van onder andere twee portemonnees, € 150,00 en een navigatiesysteem. De bovenste ruit van de voordeur was volledig weggenomen. Aangever heeft camerabeelden van die nacht waarop hij ziet dat een hem onbekende man in de [naam restaurant 2] loopt. [5] Op 26 november 2014 ziet getuige [getuige 2] , werkzaam bij [naam restaurant 2] , buiten een persoon staan. Hij herkent deze persoon aan zijn ingevallen gezicht en jas als de persoon op de camerabeelden van de eerdere inbraak. [6] Deze persoon wordt daarna aangehouden door aangever [eigenaar restaurant 2] die deze persoon ook herkent als de persoon op de camerabeelden vanwege zijn ingevallen gezicht en opvallende jas met reflecterende strepen. [7] De aangehouden persoon blijkt verdachte te zijn. [8] Bij het bekijken van de camerabeelden herkent een verbalisant daarop verdachte aan zijn gelaat en lichaamshouding. [9] Het proces-verbaal bevat drie screenshots van de camerabeelden met daarop een persoon in een jas met reflecterende delen. [10]
De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat op 13 november 2014 door het wegnemen van een ruit uit de voordeur is ingebroken in de [naam restaurant 2] in Breda, dat daarbij de in de tenlastelegging genoemde goederen zijn weggenomen, dat van de inbraak camerabeelden beschikbaar zijn en dat aangever, een getuige en een verbalisant verdachte herkennen als degene op de camerabeelden. Er is, mede gezien de door aangever en getuige beschreven en op de screenshots zichtbare jas, geen aanleiding om aan die herkenningen te twijfelen, zodat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte feit 2 heeft gepleegd.
Feit 3
Op 23 november 2014 doet [eigenaar restaurant 3] aangifte van een poging tot inbraak. Er zijn braaksporen aan de voordeur en tuindeuren van cafetaria [naam restaurant 3] in Breda. Op de camerabeelden ziet aangever dat omstreeks 06.30 uur die nacht een man probeert de voordeur en de tuindeuren met een koevoet te forceren. [11] Ten minste twee verbalisanten herkennen bij het bekijken van de camerabeelden verdachte, waarvan één verbalisant verdachte concreet herkent aan zijn manier van lopen, gelaatsuitdrukking en gebit. [12] [13] Het proces-verbaal bevat vijf screenshots van de camerabeelden. [14] De eigen waarneming van de rechtbank tijdens de zitting is dat het uiterlijk van de persoon op de screenshots van de camerabeelden gelijkenis vertoont met het uiterlijk van verdachte. [15]
De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat op 23 november 2014 een poging is gedaan om in te breken in [naam restaurant 3] in Breda, dat daarvan camerabeelden veilig zijn gesteld en dat verdachte door ten minste twee verbalisanten wordt herkend als de persoon op deze camerabeelden. De rechtbank is van oordeel dat het uiterlijk van de tijdens de zitting aanwezige verdachte niet zodanig verschilt van de persoon op de screenshots uit deze camerabeelden dat getwijfeld moet worden aan de herkenning van verdachte door de verbalisanten. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 3 heeft gepleegd.
Parketnummer 02/800338-15
Feit 1
Op 31 maart 2015 doet [eigenaar slagerij] aangifte van een diefstal uit zijn winkel [naam slagerij] , [straat 1] in Raamsdonksveer tussen 30 maart 2015, 19.00 uur en 31 maart 2015, 07.15 uur. Een van de drie toegangsdeuren is opengebroken en de kassalades zijn losgetrokken van de twee kassa’s. Uit de kassa’s is per kassa € 200,- weggenomen aan briefgeld en een onbekend bedrag aan muntgeld. [16] Op de vloer onder de voorste kassa is een bloedspoor aangetroffen. Dit bloedspoor werd veiliggesteld onder S(poor)I(dentificatie)N(ummer) AAIM7262NL [17] . Het NFI rapporteert dat het DNA van het spoor met SIN AAIM7262NL overeenkomt met het DNA-profiel van profielcluster 52. [18] DNA-profielcluster 52 bevat het enkelvoudige DNA-profiel van verdachte onder het DNA-identiteitszegel RGQ652. [19] De kans dat deze vergelijking zou passen bij een willekeurig persoon is kleiner dan één op één miljard. [20]
De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat in de periode van 30 maart tot en met 31 maart 2015 door het openbreken van een toegangsdeur een inbraak is gepleegd bij [naam slagerij] in Raamsdonksveer, dat daarbij ten minste € 400,- is weggenomen en dat in de slagerij een bloedspoor is aangetroffen. Nu het DNA in dat bloedspoor overeenkomt met het DNA-profiel van verdachte, had het, gezien de genoemde matchkans en de plaats waar het spoor is aangetroffen, op de weg van verdachte gelegen om daarvoor een verklaring te geven. Die verklaring heeft verdachte niet gegeven. Gezien het aangetroffen bloedspoor acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte degene is die feit 1 heeft gepleegd.
Feit 2
Op 13 april 2015 doet [eigenaar restaurant 4] namens [naam restaurant 4] , [straat 2] in Hank, aangifte van een diefstal met braakschade tussen 12 april 2015, 22.00 uur en 13 april 2015, 02.35 uur. De kassa was open en uit de kassa is voor € 600,- aan briefgeld weggenomen. [21] Er zijn camerabeelden veiliggesteld en opgeslagen op een DVD met nummer 2015093304. Drie verbalisanten herkennen op via het intranet van de politie verspreide foto’s van deze beelden één van de twee op deze foto’s weergegeven personen als verdachte vanwege zijn gezicht, postuur en gezichtsuitdrukking. [22] [23] [24] De eigen waarneming van de rechtbank tijdens de zitting is dat het uiterlijk van één van de twee personen op de camerabeelden, met name de neus, gelijkenis vertoont met het uiterlijk van verdachte. [25]
De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat tussen 12 april 2015, 22.00 uur en 13 april 2015, 02.35 uur is ingebroken bij [naam restaurant 4] in Hank, dat daarbij twee personen betrokken waren, dat € 600,00 is weggenomen, dat van die inbraak camerabeelden beschikbaar zijn en dat verdachte op die beelden door drie verbalisanten is herkend. De rechtbank is van oordeel dat het uiterlijk van de tijdens de zitting aanwezige verdachte niet zodanig verschilt van de persoon op de beelden dat getwijfeld moet worden aan de herkenning van verdachte door de verbalisanten. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 2 heeft gepleegd.
Feit 3
Op 13 april 2015 doet [eigenaar restaurant 5] namens [naam restaurant 5] aangifte van inbraak in het restaurant die nacht. Aangever heeft de deuren de avond van 12 april 2015 op slot gedraaid en de ramen dicht gedaan. De daders zijn die nacht via de achterzijde het restaurant ingekomen. Uit de kassalade is ongeveer € 200,- aan briefgeld weggenomen. Ook ontbreken een cd-speler en een Dell-laptop. [26] Van de diefstal zijn camerabeelden en foto’s aanwezig en opgeslagen op een DVD met nummer 2015093853. Een verbalisant ziet op de vijf foto’s twee verdachten, waarvan hij één persoon herkent als verdachte. [27] De eigen waarneming van de rechtbank tijdens de zitting is dat de manier waarop één van de twee personen op de camerabeelden loopt, gelijkenis vertoont met de manier waarop verdachte de zittingszaal binnen komt lopen. [28] Op 18 april 2015 wordt verdachte aangehouden vanwege de verdenking van een ander strafbaar feit. Bij zijn aanhouding treft de politie bij verdachte een Dell-laptop aan. [29] [medeverdachte] verklaart dat verdachte die laptop aan hem wilde verkopen. [30] Deze laptop was door de vorige eigenaar verkocht aan de eigenaresse van [naam restaurant 1] en is gestolen bij de inbraak waarvan aangifte is gedaan. [31]
De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat op 13 april 2015 door twee personen is ingebroken bij het op de voorafgaande avond afgesloten [naam restaurant 1] in Hoeven, dat daarvan camerabeelden en foto’s zijn veiliggesteld - op welke beelden door een verbalisant onder andere verdachte wordt herkend - en dat bij die inbraak ongeveer € 200,-, een cd-speler en een Dell-laptop zijn weggenomen. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat die laptop op een later moment is aangetroffen bij verdachte en dat het op de weg van verdachte had gelegen om zijn bezit van die laptop te verklaren. Een duidelijke verklaring daarvoor heeft verdachte niet gegeven. Daarnaast heeft de rechtbank tijdens de zitting vastgesteld dat verdachte loopt op een manier die gelijkenis vertoont met de manier waarop één van de personen op de tijdens de zitting bekeken camerabeelden loopt. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 3 heeft gepleegd.
Feit 5
Op 3 mei 2015 doet [eigenaar kantoorpand] namens [kantoorpand] aangifte van inbraak in het pand aan de [straat 4] te Etten-Leur in die nacht. Aangever ziet dat de achterdeur is opengebroken, dat lades in de winkel zijn opengebroken en dat is geprobeerd de kluis open te breken. [32] Van de inbraak zijn camerabeelden beschikbaar en opgeslagen op een DVD met nummer 2015112382. Ten minste twee verbalisanten herkennen bij het bekijken van de camerabeelden verdachte aan zijn gezicht en “loopje” als degene die de inbraak pleegt. [33] [34] De eigen waarneming van de rechtbank tijdens de zitting is dat de manier waarop de persoon op de camerabeelden loopt, gelijkenis vertoont met de manier waarop verdachte de zittingszaal binnen komt lopen en dat het gezicht van deze persoon, met name de neus, gelijkenis vertoont met het gezicht van verdachte. [35]
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het primair ten laste gelegde feit 5 omdat bij deze inbraak niets is weggenomen en daarom geen sprake is van een voltooide diefstal.
De rechtbank acht het subsidiair ten laste gelegde feit 5 wel wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank stelt namelijk op grond van wat hiervoor is overwogen vast dat op 3 mei 2015 is ingebroken bij [kantoorpand] , dat daarbij is geprobeerd een of meer goederen weg te nemen en dat verdachte op de camerabeelden door een verbalisant is herkend. De rechtbank is van oordeel dat het uiterlijk en de manier van lopen van de tijdens de zitting aanwezige verdachte niet zodanig verschilt van de persoon op de beelden dat getwijfeld moet worden aan de herkenning van verdachte door de verbalisant.
Feit 4
Wat betreft feit 4 overweegt de rechtbank dat in het dossier onder andere foto’s zijn opgenomen van bij verdachte aangetroffen kleding die overeen lijkt te stemmen met de kleding van degene die - gezien een screenshot uit camerabeelden - dit feit heeft gepleegd. Het feit is echter gepleegd op dezelfde dag als feit 5. Gezien het korte tijdsverloop tussen het pleegtijdstip van feit 4, namelijk tussen 05.00 uur en 05.15 uur, en het pleegtijdstip van het bewezen geachte subsidiaire feit 5, namelijk tussen 05.17 uur en 05.30 uur en de tijd die nodig is voor het afleggen van de afstand tussen Prinsenbeek (feit 4) en Etten-Leur (feit 5), kan verdachte feit 4 naar het oordeel van de rechtbank niet gepleegd hebben, zodat hij hiervan zal worden vrijgesproken.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Parketnummer 02/800133-15
Feit 1
hijop
of omstreeks24 februari 2015 te Breda met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een restaurant genaamd [naam restaurant 1] heeft
weggenomen een laptop (merk HP),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan restaurant [naam restaurant 1] en/of [eigenaar restaurant 1] ,
in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte,waarbij verdachte zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren)
onder zijn bereik heeft gebrachtdoor middel van braak
, verbreking en/of
inklimming;
Feit 2
hijop
of omstreeks 12 november 2014 en/of13 november 2014 te Breda met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een restaurant genaamd [naam restaurant 2]
heeft weggenomen meerdere
, althans éénportemonnee
(s
)onder meer
inhoudende
een of meergeldbedrag
(en
)(totaal ongeveer 150 euro) en
/ofeen
navigatiesysteem,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
restaurant [naam restaurant 2] en/of [eigenaar restaurant 2] ,
in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte,waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn
bereik heeft gebrachtdoor middel van braak
, verbreking en/of inklimming;
Feit 3
hijop
of omstreeks23 november 2014 te Breda ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in/uit een cafetaria genaamd [naam restaurant 3] weg te nemen
goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan cafetaria [naam restaurant 3]
en/of [eigenaar restaurant 3] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachteen
zich daarbij de toegang tot die cafetaria te verschaffen
en/of die/dat weg te
nemen goederen en/of geld onder zijn bereik te brengendoor middel van braak,
verbreking en/of inklimming,met een koevoet, althans een breekvoorwerp, de
(voor
)deur en
/oftuindeur
(en
)van die cafetaria heeft getracht te forceren
en/of open te breken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet
is voltooid;
Parketnummer 02/800338-15
Feit 1
hij op een tijdstip gelegenin
of omstreeksde periode van 30 maart tot en
met 31 maart 2015 te Raamsdonksveer met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een slagerij/winkel (gelegen aan de [straat 1] )
heeft weggenomen
goed(eren) van zijn/hun gading en/ofgeld (totaal ongeveer
400,00 euro),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
[naam slagerij] en/of [eigenaar slagerij] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte,waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft verschaft
en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of geld
onder zijn bereik heeft gebrachtdoor middel van braak
, verbreking en/of
inklimming;
Feit 2
hij op een tijdstip gelegenin
of omstreeksde periode van 12 april 2015 tot
en met 13 april 2015 te Hank tezamen en in vereniging met een ander
of
anderen, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een restaurant (gelegen aan de [straat 2] ) heeft weggenomen een
(grote) hoeveelheid geld (totaal ongeveer 600,00 euro),
in elk geval enig
goed, geheel of ten deletoebehorende aan [naam restaurant 4] ,
in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs
heeft/hebben verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor middel van braak
, verbreking en/of
inklimming;
Feit 3
hijop
of omstreeks13 april 2015 te Hoeven, gemeente Halderberge, tezamen en
in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een restaurant heeft weggenomen een
hoeveelheid geld (totaal ongeveer 200,00 euro) en
/ofeen computer (merk Dell)
en
/ofeen cd-speler,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende
aan [naam restaurant 5] en/of [eigenaar restaurant 5] ,
in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij verdachte en
/of
zijn mededader
(s)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben
verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebrachtdoor middel van braak
, verbreking en/of inklimming;
Feit 5
Subsidiair
hijop
of omstreeks03 mei 2015 te Etten-Leur ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een winkel (gelegen aan de [straat 4] )
weg te nemen goed(eren) van zijn
hun/gading, geheel of ten dele toebehorende
aan [kantoorpand] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachteen zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te
verschaffen
en/of die/dat weg te nemen goed(eren) van zijn hun/gading onder
zijn bereik te brengendoor middel van braak,
verbreking en/of inklimming,een
(achter)deur heeft open gebroken
/vernield/geforceerden
/of(vervolgens) die
winkel is binnen gegaan en
/ofdie winkel heeft doorzocht en
/ofeen kluis
en
/oflades (in die winkel) heeft open gebroken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 30 maanden (onvoorwaardelijk).
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt om rekening te houden met de omstandigheid dat verdachte zijn leven wil beteren en zich daartoe ook heeft ingezet, maar dat door toedoen van de bewindvoerder van verdachte problemen zijn ontstaan. De verdediging meent dat een lange gevangenisstraf contraproductief zal werken.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee pogingen tot diefstal met braak uit een bedrijfspand en aan vijf geslaagde diefstallen met braak uit een bedrijfspand, waarvan twee diefstallen zijn gepleegd met een mededader. Dit zijn kwalijke feiten, omdat bedrijfsinbraken veel hinder opleveren voor de gebruikers van die panden en zij veel kosten moeten maken om hun bedrijfspand te beveiligen tegen diefstal.
De rechtbank houdt er daarnaast rekening mee dat verdachte al vele malen is veroordeeld voor vermogensdelicten en dat op 28 juli 2010 voor de duur van twee jaar een ISD-maatregel aan hem is opgelegd. Deze eerdere veroordelingen hebben hem er blijkbaar niet van weerhouden om opnieuw in de fout te gaan. Gezien het strafblad van verdachte is sprake van frequente recidive, zodat bij toepassing van de “Oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken” per bedrijfsinbraak een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden passend zou zijn.
In de rapportages van de reclassering over de persoon van verdachte van 20 mei 2015 en
16 juli 2015 leest de rechtbank geen aanknopingspunten om af te zien van de door de reclassering geadviseerde onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De reclassering acht het recidiverisico hoog, mede gezien het drugsgebruik van verdachte. Een deels voorwaardelijke straf acht de rechtbank niet passend, nu de reclassering rapporteert dat een toezicht met bijzondere voorwaarden niet geïndiceerd is gezien het gebrek aan motivatie bij verdachte, zijn onvermogen om in systemen te passen en zijn onvermogen om zich te houden aan afspraken.
Alles overwegend legt de rechtbank een onvoorwaardelijke
gevangenisstrafop voor de duur van
twee jaar, met aftrek van voorarrest.
Deze straf is lager dan door de officier van justitie is gevorderd nu verdachte wordt vrijgesproken van feit 4 van parketnummer 02/800338-15 en de rechtbank de straffen voor de verschillende bewezen verklaarde feiten niet onbeperkt bij elkaar optelt.

7.De benadeelde partijen

De benadeelde partij [eigenaar restaurant 2] vordert een schadevergoeding van € 307,50 voor feit 2 van parketnummer 02/800133-15.
De rechtbank acht het gevorderde bedrag onvoldoende aannemelijk gemaakt, omdat geen bewijsstukken ter onderbouwing zijn overgelegd. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering. Hij kan zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De benadeelde partij [eigenaar restaurant 3] vordert een schadevergoeding van € 332,75 voor feit 3 van parketnummer 02/800133-15.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt, zodat de vordering zal worden toegewezen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

8.Het beslag

8.1
De onttrekking aan het verkeer
De in beslag genomen voorwerpen, welke op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd 5 tot en met 8 en 10 (breekijzer, stanleymes, ratelsleutel, hamer en kruissleutel), zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer.
Gebleken is dat de feiten zijn begaan of voorbereid met behulp van die voorwerpen.
Verder zijn de voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan
in strijd is met de wet en/of het algemeen belang.
8.2
De teruggave
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in beslag genomen voorwerpen, die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd 2, 3 en 9 (rijbewijs, kentekenbewijs en documenten), aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende van elk van die voorwerpen is aan te merken. De rechtbank maakt uit het dossier op dat het op de beslaglijst onder 1 genoemde voorwerp al aan de rechthebbende is teruggegeven, zodat zij daarover niet meer zal beslissen.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 10, 24c, 27, 36b, 36c, 36f, 45, 47, 57, 310, 311 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan de onder 4 en 5 primair van parketnummer 02/800338-15 ten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 02/800133-15:
feit 1:diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2:diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 3:poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
parketnummer 02/800338-15:
feit 1:diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2:medeplegen van diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 3:medeplegen van diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 5, subsidiair:
poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van twee jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd: 5 tot en met 8 en 10 (breekijzer, stanleymes, ratelsleutel, hamer en kruissleutel);
- gelast de teruggave van de voorwerpen die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd 2, 3 en 9 (rijbewijs, kentekenbewijs en documenten), aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende van elk van die voorwerpen is aan te merken;
Benadeelde partijen
- verklaart de benadeelde partij [eigenaar restaurant 2] niet-ontvankelijk in zijn vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij [eigenaar restaurant 2] in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil; (BP.15)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [eigenaar restaurant 3] van € 332,75 ter zake van materiële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil; (BP.06)
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij ter zake van rechtsbijstand heeft gemaakt, te weten nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[eigenaar restaurant 3] (parketnummer 02/800133-15, feit 3), € 332,75 te betalen, bij niet betaling te vervangen door zes dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd. (BP.04)
Dit vonnis is gewezen door mr. Hindriks-Roose, voorzitter, mr. Kooijman en mr. Ebben, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Koks, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 16 oktober 2015.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar pagina’s van eindproces-verbaal I wordt daarmee, tenzij anders vermeld, bedoeld het onderdeel van het eindproces-verbaal met dossiernummer PL2000-2015051621 van de politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 95.
2.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 1] van 24 februari 2015, p. 34 en 35 eindproces-verbaal I.
3.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 2] van 24 februari 2015, p. 36 en 37 eindproces-verbaal I.
4.De eigen waarneming van de rechtbank tijdens de zitting van 2 oktober 2015.
5.Proces-verbaal van aangifte [eigenaar restaurant 2] van 15 november 2014, p. 57 en 58 eindproces-verbaal I.
6.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1] van 27 november 2014, p. 67 eindproces-verbaal I.
7.Proces-verbaal verhoor getuige [eigenaar restaurant 2] van 27 november 2014, p. 63 eindproces-verbaal I.
8.Proces-verbaal van aanhouding door burger van 27 november 2014, p. 61 eindproces-verbaal I.
9.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 3] van 27 november 2014, p. 73 eindproces-verbaal I.
10.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 3] van 27 november 2014, p. 74 eindproces-verbaal I.
11.Proces-verbaal van aangifte [eigenaar restaurant 3] van 24 november 2014, p. 79 eindproces-verbaal I.
12.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 4] van 28 november 2014, p. 86 eindproces-verbaal I.
13.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 5] van 28 november 2014, p. 85 eindproces-verbaal I.
14.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 6] van 28 november 2014, p. 82-84 eindproces-verbaal I.
15.De eigen waarneming van de rechtbank tijdens de zitting van 2 oktober 2015.
16.Proces-verbaal van aangifte [eigenaar slagerij] van 31 maart 2015, p. 65 en 66 eindproces-verbaal II.
17.Proces-verbaal sporenonderzoek van 31 maart 2015, p. 72 eindproces-verbaal II.
18.Proces-verbaal van bevindingen Unit Forensisch Technisch Onderzoek van 19 mei 2015, p. 77 eindproces-verbaal II.
19.Proces-verbaal van bevindingen Unit Forensisch Technisch Onderzoek van 19 mei 2015, p. 82 eindproces-verbaal II.
20.Proces-verbaal van bevindingen Unit Forensisch Technisch Onderzoek van 19 mei 2015, p. 79 eindproces-verbaal II.
21.Proces-verbaal van aangifte [eigenaar restaurant 4] van 15 april 2015, p. 85 eindproces-verbaal II.
22.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 7] van 13 mei 2015, p. 87 eindproces-verbaal II.
23.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 8] van 13 mei 2015, p. 89 eindproces-verbaal II.
24.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 9] van 13 mei 2015, p. 91 eindproces-verbaal II.
25.De eigen waarneming van de rechtbank tijdens de zitting van 2 oktober 2015.
26.Proces-verbaal van aangifte [eigenaar restaurant 5] van 13 april 2015, p. 94-96 eindproces-verbaal II.
27.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 8] van 18 mei 2015, p. 99 eindproces-verbaal II.
28.De eigen waarneming van de rechtbank tijdens de zitting van 2 oktober 2015.
29.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 10] van 20 april 2015, ongenummerde zeventiende pagina proces-verbaal verzoek opheffing schorsing.
30.Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte] van 20 april april 2015, ongenummerde veertiende pagina proces-verbaal verzoek opheffing schorsing.
31.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 12] van 26 mei 2015, p. 105 en 106 eindproces-verbaal II.
32.Proces-verbaal van aangifte [eigenaar kantoorpand] van 3 mei 2015, p. 117 eindproces-verbaal II.
33.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 8] van 15 mei 2015, p. 121 eindproces-verbaal II.
34.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [naam verbalisant 11] van 15 mei 2015, p. 124 eindproces-verbaal II.
35.De eigen waarneming van de rechtbank tijdens de zitting van 2 oktober 2015.