In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een slopersbedrijf en de Algemeen Directeur van de RDW. De zaak betreft de intrekking van de erkenning bedrijfsvoorraad van het slopersbedrijf voor de duur van zes weken, naar aanleiding van een vermeende overtreding van registratievoorschriften. De verzoekster, die ongeveer 100 mensen in dienst heeft, heeft op 8 april 2015 een Volkswagen Polo aangemeld voor sloop, maar de RDW stelde dat deze aanmelding niet correct was geregistreerd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de RDW op 8 april 2015 een demontagecode heeft verstrekt, maar dat de registratie van de Polo in het systeem van de RDW niet correct was. De voorzieningenrechter was van oordeel dat niet vaststaat dat verzoekster een overtreding heeft begaan, en dat de RDW niet bevoegd was om de erkenning in te trekken. De voorzieningenrechter heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen. Tevens is de RDW veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan verzoekster.