Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2] ,
[gedaagde sub 3] ,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres 1] en [gedaagde partij] over de loondoorbetaling tijdens ziekte. [eiseres 1] vorderde betaling van haar loon vanaf 5 februari 2015 tot 1 mei 2015, nadat zij zich ziek had gemeld. De werkgever, [gedaagde partij], had de loonbetaling stopgezet, omdat zij de ziekmelding niet accepteerde. De kantonrechter oordeelde dat volgens artikel 7:629a BW een deskundigenverklaring van het UWV vereist is voor een werknemer die een loonvordering indient in geval van ziekte. De rechter benadrukte dat de deskundigenprocedure een verplicht voorportaal is voor toegang tot de rechter en dat het niet noodzakelijk is dat de werknemer eerst door een arts is gezien of gehoord. De kantonrechter verklaarde [eiseres 1] niet-ontvankelijk in haar vordering, omdat zij geen deskundigenverklaring had overgelegd. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.