ECLI:NL:RBZWB:2015:8770

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 december 2015
Publicatiedatum
10 maart 2016
Zaaknummer
C/02/294178 / HA ZA 15-72
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale overeenkomst tot levering van aardappelen met toepassing van het Weens Koopverdrag

In deze zaak, die voor de Rechtbank Zeeland-West-Brabant is behandeld, betreft het een geschil tussen de rechtspersoon Countryside S.A.L., gevestigd in Beiroet, Libanon, en de besloten vennootschap Terrapoint B.V., gevestigd in Breskens, Nederland. De kern van het geschil draait om een overeenkomst tot levering van pootaardappelen, waarbij de betaling vooraf diende te geschieden. Countryside vorderde terugbetaling van een bedrag van € 310.000,00, dat als aanbetaling was gedaan, omdat Terrapoint niet de overeengekomen soort pootaardappelen had geleverd. De rechtbank oordeelde dat het Weens Koopverdrag van toepassing was op de overeenkomst en dat Terrapoint tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst door niet de juiste aardappelen te leveren. Countryside had de overeenkomst rechtsgeldig ontbonden en had recht op terugbetaling van de aanbetaling, vermeerderd met rente. Daarnaast werd Terrapoint veroordeeld tot schadevergoeding wegens de tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank oordeelde dat de vordering van Countryside tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten ook toewijsbaar was, omdat zij Terrapoint had gesommeerd tot betaling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Handelsrecht
Middelburg
zaaknummer / rolnummer: C/02/294178 / HA ZA 15-72
Vonnis van 16 december 2015
in de zaak van
rechtspersoon naar buitenlandsrecht
COUNTRYSIDE S.A.L.,
gevestigd te Beiroet, Libanon,
eiseres,
advocaat mr. Z. Alkan te Almelo,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TERRAPOINT B.V.,
gevestigd te Breskens,
gedaagde,
advocaat voorheen mr. E.C.W. de Haas te Veghel, onttrokken.
Partijen zullen hierna Countrysite en Terrapoint genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • tussenvonnis d.d. 27 mei 2015
  • de conclusie van repliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Terrapoint houdt zich bezig met het opslaan, sorteren, wassen, verwerken en bewerken van agrarische producten en aanverwante producten, alsmede (groot)handel, in- en export daarin. Partijen hebben op 17 oktober 2014 een overeenkomst gesloten op grond van welke overeenkomst Terrapoint tussen week 47 en 51 van 2014 onder andere 4 containers (poot)aardappelen van de soort Orchestra 28/55 aan Countryside zou leveren. Op 22 oktober 2014 hebben partijen twee overeenkomsten gesloten. Ook op grond van deze overeenkomsten zou Terrapoint pootaardappelen leveren aan Countryside.
2.2.
Aan Terrapoint is op 24 oktober 2014 een bedrag van € 110.000,00 aanbetaald en op 10 december 2014 een bedrag van € 200.000,00.
2.3.
Terrapoint heeft uit hoofde van de overeenkomst van 17 oktober 2014 op 9 december 2014 aan Countryside voor een bedrag van € 90.600,00 aardappelen verscheept waaronder vier containers van de soort Agata in plaats van de soort Orchestra 28/55.
2.4.
Terrapoint heeft Countryside tijdens diverse contacten die tussen partijen in week 51 van 2014 hebben plaatsgevonden meegedeeld dat zij de op grond van de overeenkomsten van 22 oktober 2014 in week 49 of 50 2014 naar Countryside te verschepen aardappelen niet kan leveren. Terrapoint heeft meegedeeld consumptieaardappelen te kunnen leveren voor het door Countryside betaalde bedrag van € 310.000,00. Countryside heeft daar geen genoegen mee genomen.
2.5.
Countryside heeft bij brief van haar advocaat van 31 december 2014 de overeenkomsten van 17 oktober 2014 en van 22 oktober 2014 buitengerechtelijk ontbonden. Countryside heeft daarbij aanspraak gemaakt op terugbetaling door Terrapoint van de door Terrapoint ontvangen aanbetalingen tot een bedrag van € 310.000,00, vermeerderd met de buitengerechtelijke kosten tot een bedrag van € 4.023,25 inclusief BTW en rente. Countryside heeft Terrapoint bij voormelde brief van 31 december 2014 voorts aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden en nog te lijden schade als gevolg van het tekortkomen in de nakoming door Terrapoint en de ontbinding van de overeenkomsten.

3.Het geschil

3.1.
Countrysite vordert samengevat - Terrapoint te veroordelen om aan haar te betalen een bedrag van € 314.023,25 vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag van € 110.000,00 vanaf 24 oktober 2014 en over het bedrag van € 200.000,00 vanaf 10 december 2014 tot aan de dag van voldoening. Voorts vordert Countryside veroordeling van Terrapoint tot vergoeding van de door Countryside als gevolg van de tekortkoming van Terrapoint in de nakoming en ontbinding van de overeenkomsten van 17 en 22 oktober 2014 geleden en te lijden schade, op te maken bij staat, met veroordeling van Terrapoint in de proceskosten, de kosten van het beslag en de nakosten te vermeerderen met de wettelijke rente bij niet voldoening binnen de gestelde termijn.
3.2.
Countryside stelt dat levering van de in de overeenkomst van 17 oktober 2014 overeengekomen (poot)aardappelen, zowel qua soort als qua kwaliteit tussen week 47 en 51 niet meer mogelijk is. De van de soort Agata geleverde pootaardappelen waren niet alleen niet de overeengekomen soort maar ook slecht van kwaliteit. De ingevolge de overeenkomst van 17 oktober 2014 geleverde aardappelen van de soort Musica 28/55 zijn van slechte kwaliteit en daardoor onverkoopbaar. Uit de mededeling van Terrapoint aan het adres van Countryside gedaan in week 51 volgt dat Terrapoint in de nakoming van de overeenkomsten van 22 oktober 2014 zal tekortschieten. Terrapoint komt daarmee de op haar ex artikel 33 en 35 van het Weens Koopverdrag – verder het Verdrag – rustende verplichtingen niet na. Nu sprake is van een wezenlijke tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomsten kan Countryside de overeenkomsten op grond van artikel 49 van het Verdrag ontbinden. Op grond van artikel 81 en 84 van het Verdrag heeft Countryside aanspraak op terugbetaling van de door Terrapoint van haar ontvangen aanbetalingen tot een bedrag van € 310.000,00.
Op grond van artikel 45 lid 2 juncto artikel 74 van het Verdrag maakt Countryside aanspraak op schadevergoeding. De schade van Countryside bestaat uit de gemaakte buitengerechtelijke kosten, gederfde winst, en vanaf 25 december 2014 gemaakte en nog te maken opslag- en koelingskosten in de haven van Iskenderun (Turkije) voor de van Terrapoint ontvangen aardappelen. Countryside heeft geleden en lijdt voorts enorme omzetschade als gevolg van verlies van haar goede naam in de regio nu zij haar de op haar rustende verplichtingen als gevolg van tekortkomen door Terrapoint niet kon nakomen. Countryside kan deze kosten op grond van artikel 86 van het Verdrag op Terrapoint verhalen. Deze kosten lopen dagelijks op zodat de hoogte van de schade nog niet kan worden vastgesteld. Ook de omvang van de omzetschade is nog niet vast te stellen. Ter betwisting van de stellingen dat niet duidelijk is van wie het bedrag van € 310.000,00 afkomstig is en dat Countryside niet gerechtigd zou zijn de vordering in eigen naam te innen verwijst Countryside naar de door Terrapoint als productie 2 in het geding gebrachte “Power of Attorney”. Terrapoint schort haar terugbetalingsverplichting derhalve ten onrechte op. Countryside betwist dat [naam] van MMZ voor haar optrad. Hij was niet bevoegd namens haar in te stemmen met de levering van de Agata aardappel en namens haar de kwaliteit te controleren. Door Terrapoint zijn geen feiten en/of omstandigheden gesteld waaruit dat volgt. Countryside betwist dat de tussen MMZ en Terrapoint gemaakte afspraken haar aangaan en Terrapoint kan daar jegens Countryside geen enkel recht aan ontlenen. Op 21 november 2014 zijn geen aardappelen geleverd die betrekking hebben op de deelbetaling van € 110.000,00. De aardappelen zijn op 9 december 2014 verscheept vanuit Antwerpen en op 25 december 2014 aangekomen in Iskenderun (Turkije). Countryside betwist na het sluiten van de overeenkomst van 17 oktober 2014 overeengekomen te zijn dat Terrapoint aardappelen van de soort Agata zou leveren in plaats van Orchestra 28/55. Op 26 december 2014 heeft Countryside geklaagd over het leveren van de verkeerde soort en op 21 januari 2015 heeft Countryside geklaagd over de kwaliteit. Dit is binnen één maand en dus binnen de redelijke termijn in de zin van artikel 39 van het Verdrag. Countryside heeft op grond van artikel 74 van het Verdrag recht op vergoeding van buitengerechtelijke kosten en op grond van artikel 84 heeft zij recht op vergoeding van rente. Terrapoint heeft de op 22 oktober 2014 gesloten overeenkomsten niet ontbonden, nog afgezien daarvan bestond er voor haar geen recht op ontbinding en derhalve ook niet op schadevergoeding.
3.3.
Terrapoint voert verweer. Zij stelt dat de betaling van het bedrag van in totaal € 310.000,00 is gedaan door Fahri Yumusak Transport. Ter onderbouwing legt zij als productie 2 de “Power of Attorney” over voor Fahri Yumusak Transport ondertekend door [naam] . Terrapoint betwist dat daaruit blijkt dat Countryside rechtsgeldig gemachtigd is om de door Fahri Yumusak betaalde bedragen terug te vorderen. Het is ook geen authentiek geregistreerd document c.q. akte en niet blijkt van een rechtsgeldige cessie ex artikel 3:94 BW. Nu het Terrapoint onduidelijk is van wie de bedragen afkomstig zijn schort zij terugbetaling van de bedragen op. Terrapoint zet uiteen dat MMZ General Trading & Projects – verder MMZ –, klant was van Terrapoint en voor Terrapoint verantwoordelijk was voor alle handels- en geldstromen met het buitenland, voor haar factureerde en betalingen inde, en de fysieke kwaliteitscontrole van leveringen uitvoerde. Terrapoint betoogt dat MMZ een groot aantal facturen van Terrapoint onbetaald heeft gelaten. MMZ stelde zich jegens Terrapoint ook garant voor betalingen aan Terrapoint voor direct door Terrapoint aan klanten gefactureerde bedragen. Totaal stelt Terrapoint een bedrag van € 214.331,00 van MMZ te vorderen te hebben. Volgens Terrapoint is zij met MMZ in augustus overeengekomen dat MMZ met nieuwe verkopen aan zijn klanten de nog openstaande vordering van Terrapoint zou betalen. De overeenkomsten zijn door Terrapoint middels MMZ met Countryside gesloten. Terrapoint stelt na het sluiten van de koopovereenkomst op 17 oktober 2014 met Countryside overeengekomen te zijn de aardappel van het merk Agata te leveren omdat de beschikbare aardappelen Orchestra 28/55 volgens de Nederlandse Algemene Keuringsdienst niet voldeden aan de normen en wettelijk niet geleverd konden worden. Overeengekomen is dat de kwaliteit zou worden gecontroleerd door [naam] h.o.d.n. MMZ. MMZ heeft de aardappelen goedgekeurd waarna ze aan Countryside zijn geleverd. Als gevolg van goedkeuring van de Agata aardappel door MMZ heeft Countryside ingestemd met levering van de Agata aardappel. Countryside heeft vervolgens bij brief van 21 januari 2015, ruim één maand na ontvangst van de aardappelen geklaagd over de kwaliteit. Aangezien de kwaliteit al was goedgekeurd door MMZ bestond voor Countryside niet langer de mogelijkheid om over de kwaliteit klagen. Countryside heeft haar klacht ook niet onderbouwd en haar klachtplicht verzaakt. Aangezien de 50% vooruitbetaling op de contracten van 22 oktober uitbleef beschouwt Terrapoint deze contracten als ontbonden. Het bedrag van € 200.000,00 is door Fahri Yumusak Transport op 10 december 2014 betaald aan MMZ. Dit bedrag wordt toegerekend aan de openstaande vordering die Terrapoint op MMZ had. Terrapoint is dus niet gehouden dit bedrag terug te betalen. Terrapoint betwist dat zij de voor haar op grond van de artikelen 33 en 35 van het Verdrag niet is nagekomen. Countryside heeft, indien en voor zover voor haar de mogelijkheid tot keuring nog bestond na goedkeuring door MMZ niet voldaan aan de voor haar uit artikel 38 van het Verdrag bestaande verplichting de afgeleverde zaken op een zo kort mogelijke termijn te keuren of doen keuren nu zij pas bij brief van 21 januari 2015 heeft geklaagd over de soort en kwaliteit en de klacht niet heeft onderbouwd. Countryside komt geen beroep op tekortkoming door Terrapoint meer toe. Terrapoint betwist dat sprake is van een (wezenlijke) tekortkoming omdat zij de overeengekomen, goedgekeurde, aardappelen tussen week 47 en 51 2014 heeft geleverd. Een beroep op ontbinding komt Countryside dan ook niet toe. Terrapoint is niet gehouden tot terugbetaling van het bedrag van € 310.000,00 nog afgezien van het feit dat het bedrag niet door Countryside is betaald en Terrapoint niet weet aan wie zij bevrijdend kan betalen. Terrapoint is niet in verzuim en geen wettelijke rente verschuldigd. Terrapoint betwist dat Countryside schade lijdt en/of heeft geleden, het oorzakelijk verband tussen de vermeende tekortkoming en de schade en dat deze Terrapoint toe te rekenen zou zijn. Zo er al sprake van schade zou zijn heeft Countryside onvoldoende gedaan om de schade te beperken. Countryside kan geen aanspraak maken op schadevergoeding ex art. 74 van het Verdrag. Niet is sprake van een wezenlijke tekortkoming als bedoeld in artikel 25 van het Verdrag. Terrapoint betwist de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Countryside is de op haar ex art. 59 van het Verdrag rustende betalingsverplichting niet nagekomen nu zij de 50% aanbetaling op de contracten van 22 oktober 2014 niet tijdig heeft voldaan. Terrapoint kon de overeenkomsten derhalve op grond van artikel 64 van het Verdrag ontbinden en vordert de voor haar daardoor ontstane schade nader op te maken bij staat. Gelet op de omvang van de vordering dient een veroordelend vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard te worden.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank zal, nu Countryside in Libanon is gevestigd en Terrapoint in Nederland en sprake is van een internationaal geschil eerst beoordelen of zij rechtsmacht heeft. De rechtbank is van oordeel dat zij ingevolge artikel 2 Rv in beginsel rechtsmacht heeft. De rechtbank verwijst naar rechtsoverweging 4.1. in het vonnis in het incident van 27 mei 2015.
4.2.
De rechtbank overweegt dat op de tussen partijen gesloten overeenkomsten het Weens Koopverdrag (het Verdrag) van toepassing is. De rechtbank verwijst naar rechtsoverweging 4.2. in het vonnis in het incident van 27 mei 2015.
4.3.
Met betrekking tot het betoog van Terrapoint dat Countryside niet gerechtigd is om de onderhavige vordering in te stellen omdat de betaling van het bedrag van in totaal € 310.000,00 is gedaan door Fahri Yumusak Transport en uit de door Terrapoint als productie 2 overgelegde “Power of Attorney” niet blijkt dat Countryside rechtsgeldig gemachtigd is om de door Fahri Yumusak Transport betaalde bedragen terug te vorderen overweegt de rechtbank als volgt. Uit artikel 2 van voormelde “Power of Attorney” volgt dat Fahri Yumusak Transport Industry de betalingen uit naam van Countryside heeft voldaan. Uit artikel 4 volgt dat Fahri Yumusak Transport Countryside volmacht verleend om de overeenkomst te ontbinden, de betaalde bedragen van Terrapoint te vorderen en de benodigde rechtsmaatregelen te treffen. De rechtbank passeert derhalve het standpunt van Terrapoint.
4.4.
De rechtbank overweegt dat vast staat dat Terrapoint niet de op grond van de overeenkomst van 17 oktober 2014 overeengekomen aardappelen van het soort Orchestra 28/55 heeft geleverd, maar van het merk Agata. Door Countryside is bestreden dat zij, na sluiten van de overeenkomst, met Terrapoint overeengekomen zou zijn dat in plaats van de soort Orchestra 28/55 de soort Agata geleverd zou worden. Het zou aan Terrapoint, die haar standpunt overigens op geen enkele wijze nader heeft onderbouwd, geweest zijn om dit te bewijzen. Nu haar advocaat zich heeft onttrokken kan de rechtbank haar niet tot dit bewijs toelaten. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat Terrapoint op grond van de overeenkomst van 17 oktober 2014 gehouden was aardappelen van het merk Orchestra 28/55 te leveren. Nu zij dat niet heeft gedaan is zij reeds op die grond tekortgekomen in de nakoming van de overeenkomst. Hetgeen door partijen over en weer is gesteld ten aanzien van de kwaliteit van de geleverde partij Agata kan dan ook onbesproken blijven. Door Countryside is voorts onbestreden gesteld dat de op grond van de voormelde overeenkomst geleverde aardappelen van de soort Musica 28/55 van slechte kwaliteit en daardoor onverkoopbaar waren. Onbestreden is eveneens gebleven dat door Terrapoint aan de overeenkomst van 22 oktober 2014 in het geheel geen uitvoering is gegeven en uit de mededeling van Terrapoint in week 51 gedaan aan Countryside volgt dat Terrapoint in de nakoming van de overeenkomsten van 22 oktober 2014 zal tekortschieten. De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat Terrapoint tekortgekomen is in de nakoming van de overeenkomst van 17 en van 22 oktober 2014 en dat ook sprake is van een wezenlijke tekortkoming in de zin van artikel 25 van het Verdrag. De rechtbank gaat aan het betoog van Terrapoint dat Countryside de aanbetaling op de overeenkomsten van 22 oktober 2014 niet tijdig heeft gedaan en dat zij die dus kon ontbinden voorbij. Aangezien Terrpoint niet tot ontbinding is overgegaan kan zij dat niet aan de ontbinding door Countryside bij de brief van 31 december 2014 tegenwerpen. Countryside komt derhalve op grond van artikel 49 van het Verdrag het recht toe de overeenkomsten te ontbinden. De rechtbank overweegt dat Countryside de overeenkomsten bij brief van 31 december 2014 gelet op het vorenstaande rechtsgeldig heeft ontbonden. Hetgeen partijen over en weer stellen met betrekking tot de omstandigheid of door Countryside met het verzenden van haar brief van 21 januari 2015 binnen de in artikel 39 van het Verdrag bedoelde redelijke termijn heeft voldaan kan dan ook onbesproken blijven.
4.5.
Ingevolge artikel 81 lid 1 van het Verdrag bevrijdt de ontbinding beide partijen van hun verplichtingen uit de overeenkomst, onverminderd een eventueel verschuldigde schadevergoeding. Een partij die de overeenkomst geheel of ten dele heeft uitgevoerd kan van de andere partij teruggave eisen van hetgeen zij uit hoofde van de overeenkomst heeft gepresteerd. De vordering Terrapoint te veroordelen tot betaling aan Countryside van het bedrag van € 310.000,00 ligt dan ook voor toewijzing gereed. Wat er ook zij van hetgeen door Terrapoint met MMZ is overeengekomen, dit regardeert Countryside, nu zij geen partij is bij een overeenkomst tussen MMZ en Terrapoint, niet. Terrapoint kan zich ter bevrijding van haar verbintenis tot terugbetaling aan Countryside van het bedrag van € 310.000,00 dan ook niet op de overeenkomst die zij met MMZ gesloten zou hebben beroepen. Ingevolge artikel 84 van het Verdrag kan Countryside aanspraak maken op rente vanaf het tijdstip waarop de prijs werd betaald. Verzuim is daarvoor niet vereist. Het Verdrag regelt niet de hoogte van de te vergoeden rente. Countryside heeft een rechtskeuze voor Nederlands recht gemaakt welke rechtskeuze door Terrapoint onbestreden is gebleven. Naar Nederlands recht is over een ongedaanmakingsverplichting de wettelijke rente ex art. 6:119 BW verschuldigd. De rechtbank zal de wettelijke rente over het bedrag van € 110.000,00 toewijzen vanaf 24 oktober 2014 en over het bedrag van € 200.000,00 vanaf 10 december 2014.
4.6.
Ingevolge artikel 74 van het Verdrag kan Countryside aanspraak maken op schadevergoeding wegens tekortkoming van Terrapoint in het nakomen van de overeenkomsten. Door Terrapoint is ongemotiveerd betwist dat Countryside schade lijdt en/of heeft geleden, er een oorzakelijk verband tussen de vermeende tekortkoming en de schade zou bestaan en dat deze Terrapoint toe te rekenen zou zijn. Ook het betoog van Terrapoint dat zo er al sprake van schade zou zijn Countryside onvoldoende heeft gedaan om de schade te beperken is ongemotiveerd. De rechtbank zal daaraan dan ook voorbij gaan. Aannemelijk is dat Countryside als gevolg van de tekortkoming in de nakoming door Terrapoint de door haar gestelde schade heeft geleden en lijdt en deze thans nog niet in volle omvang begroot kan worden. De rechtbank zal de vordering Terrapoint te veroordelen tot vergoeding van de door Countryside als gevolg van de tekortkoming van Terrapoint in de nakoming en ontbinding van de overeenkomsten van 17 en 22 oktober 2014 geleden en te lijden schade, op te maken bij staat, derhalve toewijzen.
4.7.
Countryside vordert de buitengerechtelijke incassokosten als schadevergoeding op grond van artikel 74 van het Verdrag. De rechtbank overweegt dat het Verdrag niet de hoogte van de buitengerechtelijke kosten regelt. Ingevolge Nederlands recht is op de onderhavige vordering van toepassing het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten – verder het Besluit –. De rechtbank is van oordeel dat, nu Countryside Terrapoint bij brief van 31 december 2014 heeft gesommeerd tot betaling van € 310.000,00 aan haar, dat voldoende is voor toewijzing van de gevorderde buitengerechtelijke kosten. Nu het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten overeenkomt met het in het Besluit bepaalde tarief zal het ter zake van incassokosten gevorderde bedrag worden toegewezen.
4.8.
De rechtbank laat hetgeen Terrapoint heeft betoogt ten aanzien van haar recht op ontbinding en aansprakelijkheid van Countryside voor de als gevolg daarvan voor haar geleden schadevergoeding onbesproken omdat Terrapoint niet tot ontbinding van de overeenkomsten is overgegaan.
4.9.
De rechtbank zal de gevorderde uitvoerbaar bij voorraadverklaring toewijzen nu Terrapoint als bezwaar tegen toewijzing daarvan niet meer heeft aangevoerd dan de omvang van de vordering van Countryside.
4.10.
Terrapoint zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Countryside worden begroot op:
- dagvaarding € 94,19
- exploitkosten beslag € 276,36
- griffierecht € 3.864,00 (inclusief griffierecht beslagrekest)
- salaris advocaat € 6.000,00 (3 punten, inclusief beslagrekest x tarief
€ 2.000,00)
Totaal: € 10.234,55.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Terrapoint tot betaling aan Countryside een bedrag van € 314.023,25 vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag van € 110.000,00 vanaf 24 oktober 2014 en over een bedrag van € 200.000,00 vanaf 10 december 2014 tot de dag van algehele voldoening,
5.2.
veroordeelt Terrapoint tot vergoeding aan Countryside van de door Countryside als gevolg in de tekortkoming in de nakoming door Terrapoint van de overeenkomsten van 17 oktober 2014 en 22 oktober 2014 en de ontbinding daarvan geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat,
5.3.
veroordeelt Terrapoint in de proceskosten aan de zijde van Countryside tot op heden begroot op € 10.234,55, te vermeerderen met de nakosten begroot op € 131,00, en op € 199,00 indien de Terrapoint de proceskosten niet binnen 14 dagen na aanschrijving heeft voldaan en er betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.J. van Dijk en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2015.
MdB