ECLI:NL:RBZWB:2015:9014

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 september 2015
Publicatiedatum
24 januari 2020
Zaaknummer
C/02/276704 / HA ZA 14-83
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. van Geloven
  • A. Combee
  • C. Collombon
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en doorbetaling van commissiegelden in het kader van het Fugro/Oakwell project

In deze civiele procedure vorderden de eiseressen, Try-Angle Holding B.V. en Groovy Enterprises B.V., schadevergoeding van de gedaagden, Sparcs Projects B.V., Sparcs Ventures B.V. en Sparcs Solutions B.V., in verband met de doorbetaling van commissiegelden die zij zouden hebben ontvangen in het kader van het Fugro/Oakwell project. De eiseressen stelden dat zij recht hadden op een bedrag van € 1.216.320,- aan schadevergoeding, vermeerderd met rente en proceskosten, omdat de gedaagden de ontvangen commissiegelden niet hadden doorbetaald. De gedaagden voerden verweer en stelden dat er geen verplichting tot doorbetaling bestond en dat de eiseressen geen schade hadden geleden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen rechtsverhouding was tussen de gedaagden en de opdrachtgever Oakwell, waardoor de exceptio plurium litis consortium niet van toepassing was. De rechtbank oordeelde dat de eiseressen onvoldoende bewijs hadden geleverd voor hun vorderingen en dat de gedaagden niet onrechtmatig hadden gehandeld. De rechtbank verwierp ook het verweer van de gedaagden over de klachtplicht, omdat de eiseressen tijdig hadden geklaagd over de ontvangen commissiegelden.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van de eiseressen afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die in totaal € 16.673,- bedroegen. Dit vonnis is gewezen op 2 september 2015 door de rechters M. van Geloven, A. Combee en C. Collombon.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Handelsrecht
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/276704 / HA ZA 14-83
Vonnis van 2 september 2015
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRY-ANGLE HOLDING B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GROOVY ENTERPRISES B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
eiseressen,
advocaat mr. N. Hoogeboom te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SPARCS PROJECTS B.V.,
gevestigd te Roosendaal,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SPARCS VENTURES B.V.,
gevestigd te Roosendaal,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SPARCS SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Roosendaal,
4.
[gedaagde sub 4],
wonende te [plaatsnaam 1] ,
gedaagden,
advocaat mr. H.G.A.M. Spoormans te Breda.
Eiseressen zullen hierna afzonderlijk Try-Angle en Groovy genoemd worden en gezamenlijk Groovy c.s. (vrouwelijk enkelvoud). Gedaagden zullen hierna afzonderlijk Sparcs Projects, Sparcs Ventures, Sparcs Solutions en [gedaagde sub 4] genoemd worden en gezamenlijk Sparcs c.s. (vrouwelijk enkelvoud).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, met producties 1 tot en met 13, waarbij productie 3 43 bijlagen omvat en productie 4 97 bijlagen;
  • de akte omrekenen geldelijk belang naar euro’s van Groovy c.s.;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 52;
  • de akte houdende vermeerdering van eis tevens akte houdende overlegging producties, met
producties 14 tot en met 20 van Groovy c.s.;
  • de conclusie van repliek, met producties 21 tot en met 40;
  • de conclusie van dupliek, met producties 53 tot en met 58;
  • de akte van depot van 25 maart 2015, waarbij zijdens Sparcs c.s. producties 65 en 66 zijn gedeponeerd;
  • de akte overlegging producties ten behoeve van het pleidooi van Sparcs c.s., met
producties 59 tot en met 64;
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Groovy c.s. vordert na eerst vermeerdering en later vermindering van eis samengevat - veroordeling van Sparcs c.s., althans één of meer van hen, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, tot betaling van € 1.216.320,- aan schadevergoeding, vermeerderd met rente en (proces)kosten en € 950,10 aan beslagkosten.
2.2.
Sparcs c.s. voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Groovy c.s., met veroordeling van Groovy c.s. in de kosten van de procedure.

3.De beoordeling

3.1.1
De rechtbank stelt tussen partijen de volgende feiten vast.
3.1.2
The Offshore Partners B.V. (hierna: TOP) is een besloten vennootschap waarvan de bedrijfsomschrijving in de statuten (onder meer) luidt:
“de vennootschap heeft ten doel het ontwerpen, repareren, verbouwen, nieuwbouwen en de aan- en verkoop van vaartuigen, offshore installaties en aanverwante produkten, zowel in opdracht van derden als voor eigen rekening en risico, alsmede het managen en toezicht houden op deze activiteiten en het exploiteren van een of meer scheepswerven, constructiebedrijven of handelshuizen”
3.1.3
Het bestuur van TOP werd tot 20 januari 2011 gevormd door Groovy, Try-Angle en Sparcs Solutions. Deze vennootschappen hielden ieder een derde deel van de aandelen in het geplaatste kapitaal van TOP.
Enig aandeelhouder en bestuurder van Groovy is [naam 1] (hierna: [naam 1] ). [naam 2] (hierna: [naam 2] ) is enig aandeelhouder en bestuurder van Try-Angle.
3.1.4
Sparcs Ventures is enig aandeelhouder en bestuurder van Sparcs Solutions en Sparcs Projects. W. [gedaagde sub 4] (hierna: [gedaagde sub 4] ) is enig aandeelhouder en bestuurder van Sparcs Ventures B.V. en daarmee indirect bestuurder van Sparcs Solutions B.V.
3.1.5
Bij het bedrijf Fugro bestonden in 2008 plannen om haar vloot (deels) te vervangen door nieuw te bouwen schepen. Oakwell Shipbuilding Engineering & Construction PTE LTD (hierna: Oakwell) was één van de bedrijven die bereid waren deze schepen voor Fugro te bouwen.
3.1.6
In het e-mailbericht van [gedaagde sub 4] van 18 juni 2008, 10.41 PM bericht hij aan [naam 3] , in die periode werkzaam voor TOP:

[voornaam] ,
Huidige status is dat we 800k per boot zouden vangen. Dat keer 4 is 3,2 miljoen.
Als we dat nu door 5 delen krijgt iedereen bijna 6.5 ton
3.1.7
In het e-mailbericht van [naam 3] van 19 juni 2008, 10.04 AM bericht hij aan [gedaagde sub 4] :

goedemorgen [voornaam 2] , ik zal het overleggen met x. M.i. inderdaad fair. En de marge op het evt nieuwbouwteam? Zoals afgesproken in de vergadering afgelopen vrijdag met [voornaam 3] en [voornaam 4] ?
3.1.8
In het e-mailbericht van [naam 3] van 19 juni 2008, 10.46 AM bericht hij
aan [gedaagde sub 4] :

X kan zich er prima in vinden.
3.1.9
In de overeenkomst tussen Sparcs Projects en Oakwell van 1 juli 2008, genoemd ‘representation agreement’, welke overeenkomst door [gedaagde sub 4] is ondertekend, is afgesproken dat Sparcs Projects als broker voor Oakwell gaat optreden.
3.1.10
In de op 25 juli 2008 tussen Fugro en Oakwell gesloten ‘Letter of Intent’ (hierna: LOI) is onder 1.3 opgenomen:

The Parties will have agreed the final price for the Vessels, each one not to exceed the sum of US$ 24.8 million inclusive of the brokerage fee for The Offshore Partners but excluding the costs of procuring the basic and detail design from Fassmer, Account Service described in paragraph 1.2 (a) above (…)
De hiervoor genoemde LOI is diverse keren, waaronder op 18 september 2008 en op 9 december 2008, verlengd. Daarbij is TOP telkens opnieuw vermeld als broker.
3.1.11
In de notulen van de aandeelhoudersvergadering van TOP van 18 december 2008 onder 2.5 is opgenomen:

Gezien het huidige financiele klimaat, de eventuele investerings plannen en de lopende afspraken met betrekking tot Fugro project is er door de aandeelhouders besloten voorlopig geen dividend uit te keren. De commissie mbt het Fugro project (indien het project doorgaat) worden in de individuele holding BV’s opgenomen. Later wordt er gekeken wat de eventuele investeringsbehoefte binnen de TOP groep zou zijn.
3.1.12
Bij e-mailbericht van 3 december 2010 van [naam 1] aan [gedaagde sub 4] , met als onderwerp ‘Oakwell - Fugro’ heeft deze bericht:

Tot mijn grote spijt heb ik een betaling aan Sparcs gezien vanuit Oakwell voor de kiel legging van de Fugro Equator.
Dit terwijl ondanks enkele keren vragen je heb gezegd dat de gemaakte afspraken niet meer gelden en dat er gewoon geen geld meer in zat.
Wat er met de afspraken naar [voornaam] en [voornaam 4] is gebeurd kan ik alleen maar raden.
Ik ga nadenken hoe wij nu verder moeten gaan.
3.1.13
Bij dagvaarding van 15 juli 2011 heeft Sparcs Solutions een procedure tegen TOP aanhangig gemaakt bij de rechtbank Rotterdam. Sparcs Solutions heeft daarbij in conventie gevorderd dat TOP wordt veroordeeld tot betaling van - onder meer - facturen voor bestuurderswerkzaamheden van Sparcs Solutions voor TOP en een uitkering van dividend door TOP aan Sparcs Solutions. In reconventie heeft TOP onder meer een verklaring voor recht gevorderd dat TOP rechthebbende is op de commissiegelden inzake Fugro/Oakwell, een verklaring voor recht dat TOP haar vordering rechtsgeldig heeft verrekend en veroordeling van Sparcs Solutions tot betaling van de commissiegelden van de projecten waarvoor TOP als broker heeft te gelden, vanaf het moment dat deze opeisbaar zijn.
3.1.14
Bij vonnis van de rechtbank Rotterdam van 24 juli 2013 heeft de rechtbank in de hiervoor genoemde procedure tussen Sparcs Solutions en TOP voor recht verklaard dat TOP rechthebbende is op de commissiegelden inzake het Fugro/Oakwellproject. De rechtbank heeft in dit vonnis voorts vastgesteld dat TOP niet vorderingsgerechtigd is tot incasso van de commissiegelden in de rechtsverhouding tot Sparcs Solutions, omdat - kort gezegd - de afspraak is gemaakt dat de commissiegelden niet in het vermogen van TOP zouden vallen, maar in de bv’s van de individuele aandeelhouders. Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld.
3.1.15
Bij arbitraal vonnis van 14 september 2012 tussen [naam 1] , Groovy, [naam 2] , Try-Angle en TOP als eiseressen en Sparcs Solutions, Sparcs Ventures en [gedaagde sub 4] als verweersters zijn (onder meer) de vorderingen van eiseressen tot ontbinding van de samenwerkingswerkingsovereenkomst en overdracht van de door Sparcs Solutions gehouden aandelen in TOP toegewezen om reden dat van eiseressen redelijkerwijs geen verdere samenwerking kan worden gevergd met verweersters.
3.1.16
In de schriftelijke verklaring van [naam 2] van 13 maart 2012 is op bladzijde 5 onder meer opgenomen:

[voornaam 2] heeft mij en [voornaam 3] in juni 2008 medegedeeld dat er een brokerage fee was afgesproken met Oakwell voor een bedrag van USD 800.000,- per schip, te verdelen in vijf gelijke delen tussen de drie aandeelhouders van TOP, [voornaam 4] en [voornaam] .
3.1.17
In de schriftelijke verklaring van [naam 1] van 13 maart 2012 is onder meer opgenomen:
bladzijde 5: “
(…) maakt [naam 2] [de rechtbank begrijpt: [gedaagde sub 4] ] namens TOP ook commissieafspraken. In onze dagelijkse telefoongesprekken praten we daar over. [naam 5] zijn idee is om per geplaatste order voor de Fugro schepen USD 800k commissie zouden krijgen en dit dan te verdelen. [naam 5] geeft in de gesprekken aan dat er door 5-en gedeeld moet worden, zijnde [naam 3] , [voornaam 4] [naam 4] , DvdH, [naam 5] en mijzelf. (…)
[naam 5] maakt verdere afspraken met Oakwell, en zorgt voor een representation agreement, welke tussen Oakwell en Sparcs Projects B.V. wordt afgesloten (…). Dit om de commissie voorlopig even buiten TOP te houden. (…)
bladzijde 12: (…)
M.b.t. Fugro, gezien het feit dat we naast het Oakwell verhaal, ondersteuning leverden voor bouwtoezicht op een aantal Fugro projecten, leek het ons beter de commissie even buiten TOP te houden. Dit was een heel normale zaak voor ons drieën.”
In eerste instantie zou het dus over 4 survey schepen gaan, de ROV schepen zouden in een later stadium komen, en mogelijk op een andere werf met meer ervaring. Voor de 4 schepen spraken we dus over een totaal aan USD 3,2 miljoen aan commissie, wat de man USD 640k zou opleveren. [naam 5] informeert mij later mondeling dat hij en [naam 3] contact hebben gehad met [voornaam 4] [naam 4] en dat deze zich prima in de gemaakte afspraken kan vinden.
3.2
Groovy c.s. heeft aan haar vorderingen - kort gezegd - ten grondslag gelegd dat - telkens bij één of meer van gedaagden - sprake is van toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de verbintenis tot doorbetaling van commissiegelden en/of van onrechtmatige daad en/of van ongerechtvaardigde verrijking door de ten onrechte ontvangen commissie voor het Fugro/Oakwell project onder zich te houden dan wel door er niet voor te zorgen dat deze commissiegelden doorbetaald werden. Sparcs c.s. betwist dat sprake is van onterecht ontvangen commissie, dan wel van een verplichting tot doorbetaling.
3.3
Groovy c.s. heeft met betrekking tot deze grondslagen (telkens) aangevoerd dat TOP als broker bij het Fugro/Oakwell project gerechtigd was de commissiegelden van Oakwell te ontvangen en dat binnen TOP afspraken zijn gemaakt over de doorbetaling van deze commissiegelden (hierna: de commissie). Deze afspraken zouden inhouden dat de commissie zou worden ontvangen door Sparcs Projects en dat Sparcs Projects de ontvangen commissie zou doorbetalen. Sparcs Projects en Sparcs Ventures hebben volgens Groovy c.s. commissie voor het Fugro/Oakwell project ontvangen en hadden deze moeten doorbetalen. Groovy c.s. stelt dat er op basis van de door Oakwell verschuldigde commissie van USD 2.400.000,- en de afspraken over de doorbetaling van de commissie in totaal twee derde deel van dit bedrag, hetgeen overeenkomt met € 1.216.320,- toekomt aan Groovy c.s., waarbij Groovy c.s. op grond van de afspraken binnen TOP vorderingsgerechtigde is wat betreft de commissie.
exceptio plurium litis consortium
3.4
Sparcs c.s. heeft als principaal verweer aangevoerd dat in deze zaak sprake is van een ondeelbare rechtsverhouding en dat met inachtneming daarvan de exceptio plurium litis consortium van toepassing is. Sparcs c.s. heeft daartoe aangevoerd dat in deze zaak een oordeel wordt gevraagd over de rechtsverhouding tussen TOP (als gestelde broker) en Oakwell (als opdrachtgever), terwijl geen van deze partijen partij is in deze procedure. Op de vorderingen van Groovy c.s. zou pas kunnen worden beslist nadat - in ieder geval - de opdrachtgever Oakwell in de procedure wordt betrokken. Groovy c.s. betwist dat dit verweer opgaat.
3.5
Zoals is geoordeeld in - onder meer - het arrest van de Hoge Raad van 21 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2904, kan een beroep op dit verweer alleen dan slagen indien een rechtsverhouding in geschil is waarbij het rechtens noodzakelijk is dat de beslissing ten aanzien van alle bij die verhouding betrokkenen in dezelfde zin luidt. Van een dergelijke situatie is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. Weliswaar zou het wenselijk zijn geweest dat TOP en/of Oakwell in de procedure zouden zijn betrokken, omdat daarmee het risico op tegenstrijdige uitspraken kan worden verkleind, maar wenselijkheid is onvoldoende voor gegrondbevinding van dit verweer. Alleen wanneer tegenstrijdige uitspraken tussen de betrokkenen zouden leiden tot problemen bij de executie van de uitspraak, zoals bijvoorbeeld het geval is wanneer een vordering tot verdeling niet tegen alle deelgenoten in een gemeenschap is ingesteld, is het rechtens noodzakelijk om een ander in de procedure te betrekken. Dat is in deze procedure niet het geval. Van Oakwell of TOP wordt thans immers geen prestatie verlangd en een uitspraak in deze zaak zal geen gezag van gewijsde hebben in een procedure waarbij TOP en/of Oakwell wel betrokken zijn. De rechtbank passeert dan ook dit verweer.
schade en causaal verband
3.6
Sparcs c.s. heeft aangevoerd dat er geen schade is geleden door Groovy c.s. en dat, voor zover er wel schade is geleden, causaal verband tussen deze schade en het gestelde handelen/nalaten van Sparcs c.s. ontbreekt. Sparcs c.s. heeft daartoe aangevoerd dat Groovy c.s. van TOP € 888.533,30 aan commissie heeft ontvangen - hetgeen een hoger bedrag betreft dan twee derde deel van de netto van Oakwell ontvangen commissie - en dat Groovy c.s. deze commissie vrijwillig aan TOP heeft terugbetaald. De rechtbank overweegt ten aanzien van dit verweer dat Groovy c.s. een vordering heeft ingesteld ter hoogte van € 1.216.320,-, hetgeen het door Groovy c.s. van TOP ontvangen bedrag overtreft. Het verweer van Sparcs c.s. kan met inachtneming daarvan al niet tot afwijzing van de volledige vordering van Groovy c.s. leiden, zodat eerst de grondslagen en de (hoogte van de) vordering van Groovy c.s. beoordeeld dienen te worden. Voor zover nodig zal de rechtbank dit verweer van Sparcs c.s. hierna nog bespreken.
klachtplicht
3.7
Sparcs c.s. heeft voorts een beroep gedaan op schending van de klachtplicht door Groovy c.s., hetgeen zou moeten leiden tot afwijzing van de vorderingen van Groovy c.s. jegens Sparcs Projects. Groovy c.s. heeft, zo stelt Sparcs c.s., pas drie jaar nadat zij ervan op de hoogte is geraakt dat Sparcs Projects commissiegelden onder zich heeft gehouden geklaagd over een vermeend gebrek in de prestatie van Sparcs Projects en dat is daarmee niet tijdig gebeurd. Sparcs c.s. heeft een gelijkluidend verweer gevoerd met betrekking tot de vorderingen van Groovy c.s. ten opzichte van Sparcs Ventures en [gedaagde sub 4] .
3.8
De rechtbank stelt met betrekking tot dit verweer voorop dat bij de beoordeling of Groovy c.s. tijdig heeft geklaagd over een gebrek in de prestatie alle relevante omstandigheden van het geval moeten worden meegenomen. Met inachtneming van die omstandigheden oordeelt de rechtbank dat het beroep van Sparcs c.s. op dit verweer niet slaagt. Daarbij heeft de rechtbank betrokken dat de vordering van Groovy c.s. ten aanzien van Sparcs Projects is gebaseerd op nakoming van een afspraak tot doorbetaling van commissie voor het Fugro/Oakwell project. Tussen partijen staat vast dat, nadat door de bestuurders, tevens aandeelhouders van Groovy c.s., [naam 1] en [naam 2] , op 3 december 2010 is geconstateerd dat er betalingen door Oakwell aan Sparcs Projects zijn gedaan, [naam 1] per e-mailbericht van diezelfde dag (hiervoor genoemd onder 3.1.12) bij [gedaagde sub 4] - indirect bestuurder van Sparcs Projects - vragen heeft gesteld over de commissie voor het Fugro/Oakwell project, waarbij hij heeft gerefereerd aan daarover gemaakte afspraken. Daarna is deze commissie onder meer tijdens de aandeelhoudersvergadering van 20 januari 2010 door [naam 1] en [naam 2] bij [gedaagde sub 4] aan de orde gesteld, waarbij aanspraken op die commissie zijn gemaakt. [gedaagde sub 4] heeft zich toen op het standpunt gesteld dat de betalingen niet aan TOP, maar aan Sparcs Projects zouden toekomen. TOP heeft haar aanspraken op de commissie herhaald, heeft in juni 2011 verklaard dat zij deze (deels) verrekent met een dividenduitkering aan Sparcs Solutions en heeft in de hiervoor onder 3.13 genoemde procedure bij de rechtbank in Rotterdam een daarop betrekking hebbende vordering in reconventie ingediend. [gedaagde sub 4] , indirect bestuurder van Sparcs Projects, is dus direct na de ontdekking van de betalingen door Oakwell door [gedaagde sub 4] en [naam 1] - dat wil zeggen op het eerst mogelijke tijdstip - op de hoogte gebracht van het feit dat er aanspraak werd gemaakt op commissie voor het Fugro/Oakwell project. Voor zover die aanspraken als niet door Groovy c.s. gemaakt moeten worden beschouwd, maar door TOP, geldt dat op geen enkele wijze aannemelijk is geworden dat Sparcs Projects daardoor op enige wijze nadeel heeft ondervonden. Sparcs Projects heeft tegenover de betwisting daarvan door Groovy c.s., op geen enkele wijze gesteld, laat staan onderbouwd, dat zij enig nadeel heeft ondervonden doordat zij later (naar zij stelt eerst door conservatoire beslagen op 22 november 2013) bekend is geworden met de aanspraken van Groovy c.s. De rechtbank verwerpt dan ook dit verweer.
3.9
Met betrekking tot het beroep door Sparcs c.s. op schending van de klachtplicht door Groovy c.s. ten aanzien van de aanspraken op Sparcs Ventures en [gedaagde sub 4] overweegt de rechtbank nog het volgende. [gedaagde sub 4] is tevens enig aandeelhouder en bestuurder van Sparcs Ventures. De wetenschap van [gedaagde sub 4] van de aanspraken op de commissie dient naar het oordeel van de rechtbank gelet daarop ook aan Sparcs Ventures te worden toegerekend. Groovy c.s. stelt - hetgeen door Sparcs c.s. niet wordt betwist - dat zij nog in december 2010 een factuur van Sparcs Ventures aan Oakwell heeft ontdekt en dat zij alle ontdekkingen, waaronder deze factuur, bij de bespreking met [gedaagde sub 4] op 14 december 2010 aan de orde heeft gesteld. Ook deze factuur is dus zeer kort na de ontdekking daarvan aan [gedaagde sub 4] voorgehouden waarbij aanspraak is gemaakt op de commissie van Oakwell. Met inachtneming daarvan bestond er niet alleen bij [gedaagde sub 4] , maar ook bij Sparcs Ventures (en Sparcs Projects) wetenschap van de aanspraken die op de door Oakwell betaalde commissie werden gemaakt. Die aanspraken hebben een vervolg gekregen, zoals hiervoor al met betrekking tot Sparcs Projects is vermeld. Sparcs c.s. heeft ook ten aanzien van Sparcs Ventures en [gedaagde sub 4] gesteld noch onderbouwd dat zij op enige wijze door het tijdstip van het gestelde later bekend worden van de aanspraken van Groovy c.s. nadeel hebben ondervonden. Gelet daarop verwerpt de rechtbank dit verweer ook ten aanzien van Sparcs Ventures en [gedaagde sub 4] .
misbruik van procesrecht
3.1
Groovy c.s. heeft nog aangevoerd dat Sparcs c.s. misbruik van procesrecht maakt door in deze procedure opnieuw te betwisten dat TOP broker was in het Fugro/Oakwell project, terwijl dit eerder in de procedure in Rotterdam die is geëindigd in het vonnis van 24 juli 2013 wel is vastgesteld door de rechtbank en dit - naar Groovy c.s. stelt, maar door Sparcs c.s. wordt betwist - ook in de arbitrageprocedure is vastgesteld.
3.11
In de onderhavige procedure - die niet door Sparcs c.s. aanhangig is gemaakt - zijn andere partijen betrokken dan in de eerdergenoemde procedure bij de rechtbank Rotterdam en de arbitrageprocedure. Dat vonnis bindt hen niet. Bovendien geldt dat er hoger beroep is ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam waarin is vastgesteld dat TOP als broker voor het Fugro/Oakwell project dient te gelden, zodat dat vonnis ook ten opzichte van de partijen in dat geding geen gezag van gewijsde heeft. Nu ook overigens geen gronden zijn gesteld of gebleken die kunnen leiden tot het oordeel dat door het aanvoeren van deze stelling sprake is van misbruik van procesrecht aan de zijde van Sparcs c.s., gaat de rechtbank aan dit beroep van Groovy c.s. voorbij.
het Fugro/Oakwell project
3.12
Tussen partijen is in geschil welke partij als broker voor het Fugro/Oakwell project optrad en welk bedrag aan commissie is betaald, dan wel is verschuldigd door Oakwell. Groovy c.s. stelt dat TOP, onder meer gelet op de hiervoor genoemde ‘Letter of Intent’, als broker heeft te gelden en heeft na vermeerdering van eis gesteld dat Oakwell gehouden was om USD 2.400.000,- aan commissie voor het Fugro/Oakwell project te betalen. Sparcs c.s., die stelt dat Sparcs Projects broker was, zoals onder meer zou blijken uit de hiervoor genoemde ‘Representation Agreement’, betwist dat dit bedrag door Oakwell was verschuldigd, dan wel betaald. Sparcs c.s. stelt dat er niet meer dan USD 646.848,- (€ 481.484,12) aan commissie is verschuldigd en betaald, waarvan bovendien USD 431.616,- na de beëindiging van het project op grond van de bepalingen in de representation agreement diende te worden terugbetaald, hetgeen resulteert in een netto ontvangen commissie van USD 215.232,-. Voorts stelt Groovy c.s. dat er afspraken zijn gemaakt over de ontvangst en de doorbetaling van de commissie, op grond waarvan Groovy c.s. aanspraak maakt op twee derde deel van de door Oakwell verschuldigde commissie, welke afspraken door Sparcs c.s. worden betwist. Om proceseconomische redenen zal de rechtbank dit laatste punt als eerste bespreken.
afspraak over de verdeling van de commissie
3.13
Groovy c.s. beroept zich ten aanzien van de gestelde afspraken over de doorbetaling en de verdeling van de commissie op het volgende. Door de aandeelhouders van TOP zou zijn afgesproken dat het contract met Oakwell zou worden gesloten door Sparcs Projects, om de commissie voor het Fugro/Oakwell project buiten TOP te houden. Groovy c.s. heeft echter onvoldoende gesteld om aan te kunnen nemen dat er (voorts) een afspraak is gemaakt dat Sparcs Projects dan wel Sparcs Ventures deze commissie zou doorbetalen.
3.14
Groovy c.s. heeft allereerst niet duidelijk gemaakt wat de inhoud is van de afspraken op grond waarvan Sparcs Projects de commissie had moeten doorbetalen. Groovy c.s. heeft immers niet verduidelijkt of afgesproken is dat er aan TOP of aan de aandeelhouders van TOP doorbetaald had moeten worden. Zo stelt Groovy c.s. - onder meer - in de dagvaarding onder 62 dat er een afspraak bestond om de gelden door te betalen aan de aandeelhouders van TOP, maar daarnaast ook - onder meer - in de conclusie van repliek onder 179 dat de afspraak is gemaakt om de gelden door te betalen aan TOP, waarna TOP de gelden zou doorbetalen aan haar drie aandeelhouders.
3.15
Groovy c.s. heeft evenmin gesteld wanneer, door wie en op welke wijze er afspraken zijn gemaakt met Sparcs Projects. Groovy c.s. beroept zich onder meer op de hiervoor onder 3.1.6, 3.1.7 en 3.1.8 vermelde e-mailberichten tussen [gedaagde sub 4] en Van Tongerlo, de notulen van de aandeelhoudersvergadering van TOP van 18 december 2008 zoals weergegeven onder 3.1.11 en de schriftelijke verklaringen van [naam 2] en [naam 1] zoals weergegeven onder 3.1.16 en 3.1.17. Hierin worden echter geen afspraken (tot doorbetaling) met Sparcs Projects genoemd. De afspraken met betrekking tot de verdeling van de commissie die voor het Fugro/Oakwell project zou worden ontvangen, hebben bovendien betrekking op een verdeling tussen vijf (rechts)personen, niet tussen drie. Groovy c.s. heeft niet gesteld dat de afspraken ten aanzien van de doorbetaling door Sparcs Projects op enig moment zijn gewijzigd, maar volstaan met de opmerking dat, nu Van Tongerlo en [naam 4] hebben aangegeven niet bekend te zijn met de commissieafspraken, het ervoor gehouden moet worden dat de commissie toekomt aan de drie aandeelhouders van TOP. Nu volgens Groovy c.s. op Sparcs Projects een verplichting tot doorbetaling zou rusten, had het op de weg van Groovy c.s. gelegen om toe te lichten of deze verplichting in zou houden dat Sparcs Projects aan de vijf deelnemers aan de verdelingsregeling zou doorbetalen, dan wel aan TOP, waarna TOP voor een nadere verdeling tussen de vijf deelnemers zou zorgen. Dat heeft Groovy c.s. echter niet gedaan.
3.16
Met inachtneming van het bovenstaande heeft Groovy c.s. tegenover de gemotiveerde betwisting van Sparcs c.s. naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gesteld om aan te kunnen nemen dat er afspraken zijn gemaakt die ertoe strekken dat Sparcs Projects de voor het Fugro/Oakwell project te ontvangen commissie diende door te betalen. De stellingen van Groovy c.s. over de feitelijke toedracht van de beweerdelijke afspraak zijn tegenstrijdig, wisselend en te mager gemotiveerd om op grond daarvan bewijslevering op te dragen of toe te staan. Een gespecificeerd bewijsaanbod van concrete feiten is niet gedaan door Groovy c.s. Aan een bewijsopdracht komt de rechtbank dan ook niet toe. Nu de vorderingen van Groovy c.s. telkens gebaseerd zijn op het bestaan van deze afspraken en deze niet zijn komen vast te staan, kunnen de vorderingen van Groovy c.s. dan ook niet tot toewijzing leiden.

4.Slotsom

De rechtbank zal de vorderingen van Groovy c.s. afwijzen. Groovy c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld. Aan de zijde van Sparcs c.s. worden de kosten begroot op:
€ 3.829,- voor griffierecht en
€ 12.844,-voor salaris advocaat (4 punten x tarief € 3.211,-),
€ 16.673,- in totaal.

5.De beslissing

De rechtbank
wijst de vorderingen van Groovy c.s. af;
veroordeelt Groovy c.s. in de kosten van de procedure, aan de zijde van Sparcs c.s. tot op heden begroot op € 16.673,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Geloven, mr. Combee en mr. Collombon en in het openbaar uitgesproken op 2 september 2015.