ECLI:NL:RBZWB:2016:3460
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand op basis van verzwegen betrokkenheid bij commanditaire vennootschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van Orionis van 23 juli 2015, waarin de herziening en terugvordering van haar bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet werd aangekondigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres ten tijde van de bijstandsverlening gevolmachtigde was van een commanditaire vennootschap, waarvan haar voormalige partner de directeur was. Eiseres heeft verzuimd om relevante informatie over deze vennootschap te verstrekken, wat heeft geleid tot de intrekking van haar bijstandsuitkering over de periode van 20 maart 2013 tot en met 28 december 2014.
De rechtbank oordeelde dat eiseres, ondanks haar beweringen dat zij geen toegang had tot de benodigde documenten, in ieder geval over deze stukken had kunnen beschikken toen zij nog gevolmachtigde was. De rechtbank concludeerde dat de intrekking van de bijstandsuitkering gerechtvaardigd was, omdat eiseres niet aan haar inlichtingenplicht had voldaan. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de beslissing van Orionis om de bijstandsuitkering terug te vorderen. De uitspraak benadrukt het belang van het verstrekken van volledige en juiste informatie door de aanvrager van bijstand, en dat het niet voldoen aan deze verplichting kan leiden tot terugvordering van ten onrechte ontvangen bijstand.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.