5.4.Eiser wil met zijn beroep voorts nog bereiken dat in het bestreden besluit meer controlevoorschriften worden opgenomen. Eiser doet in dat kader een beroep op artikel 5.5, vierde lid van het Bor.
De rechtbank stelt vast dat het college in de vergunningvoorschriften onder 7.1.10 een controlevoorschrift heeft opgenomen, dat betrekking heeft op voorschrift 7.1.2. Eiser stelt zich evenwel op het standpunt dat ook ten aanzien van de voorschriften 7.1.3, 7.1.4 en 7.1.5 controlevoorschriften hadden moeten worden opgenomen, meer specifiek ter voorkoming van piekgeluiden in de vorm van gedragsvoorschriften gericht op de chauffeurs van de verreiker, zo is ter zitting nader toegelicht. Het college heeft ter zitting opgemerkt dat het dergelijke controlevoorschriften niet noodzakelijk en lastig handhaafbaar acht. Het college heeft toegelicht dat het met het opleggen van controlevoorschriften niet kan garanderen dat chauffeurs altijd rustig rijgedrag zullen vertonen.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college met de gestelde voorschriften voldoende rekening gehouden met de belangen van eisers en heeft het college voldoende aannemelijk gemaakt dat aanvullende controle- of gedragsvoorschriften niet noodzakelijk of doelmatig zijn.
6. Op basis van het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat het college op goede gronden heeft besloten om een omgevingsvergunning aan de maatschap te verlenen voor het veranderen van de inrichting, met dien verstande dat voorschrift 7.1.4. wordt gesplitst en gewijzigd en voorschrift 7.1.5 wordt gewijzigd. Dat leidt ertoe dat het beroep gegrond zal worden verklaard. Het bestreden besluit zal in zoverre (gedeeltelijk) worden vernietigd. De rechtbank ziet aanleiding zelf in de zaak te voorzien, in die zin dat voorschrift 7.1.4 als volgt wordt gesplitst en gewijzigd door de navolgende voorschriften 7.1.4a en 7.1.4b aan de omgevingsvergunning te verbinden.
7.1.4a
In tegenstelling tot het gestelde in voorschrift 7.1.2 mag, maximaal vijf dagen per kalenderjaar, op die dagen dat de afvoer van kuikens plaatsvindt, het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr, LT) geproduceerd door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en plaatsvindende activiteiten, ter plaatse van de in onderstaande tabel genoemde woningen van derden niet meer bedragen dan:
Omschrijving
Dagperiode07.00 – 19.00 uur
Avondperiode19.00 – 23.00 uur
Nachtperiode23.00 – 07.00 uur
Heuvelstraat 18
Als RBS
Als RBS
Als RBS
Heuvelstraat 17
Als RBS
Als RBS
37 dB(A)
Heuvelstraat 14A
Als RBS
Als RBS
42 dB(A)
Overige woningen
Als RBS
Als RBS
Als RBS
7.1.4b
In tegenstelling tot het gestelde in voorschrift 7.1.2 mag, maximaal zeven dagen per kalenderjaar, op die dagen dat de afvoer van kuikens en mest plaatsvindt, het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr, LT) geproduceerd door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en plaatsvindende activiteiten, ter plaatse van de in onderstaande tabel genoemde woningen van derden niet meer bedragen dan:
Omschrijving
Dagperiode07.00 – 19.00 uur
Avondperiode19.00 – 23.00 uur
Nachtperiode23.00 – 07.00 uur
Heuvelstraat 18
Als RBS
Als RBS
40 dB(A)
Heuvelstraat 17
Als RBS
Als RBS
43 dB(A)
Heuvelstraat 14A
47 dB(A)
Als RBS
48 dB(A)
Overige woningen
Als RBS
Als RBS
Als RBS
Daarnaast wordt voorschrift 7.1.5 als volgt aangepast.
7.1.5
In tegenstelling tot het gestelde in voorschrift 7.1.3 mag, maximaal twaalf dagen per kalenderjaar, op die dagen dat de afvoer van kuikens en mest plaatsvindt, het maximale geluidsniveau (LAmax) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en plaatsvindende activiteiten, gemeten in de meterstand ‘fast’, ter plaatse van de gevels van de in de onderstaande tabel genoemde woningen van derden niet meer bedragen dan:
Omschrijving
Nachtperiode 23.00 – 07.00 uur
Heuvelstraat 17
63 dB(A)
Heuvelstraat 14A
64 dB(A)
Overige woningen
Als RBS
7. Nu het beroep gegrond wordt verklaard, dient het griffierecht aan eiser te worden vergoed. De rechtbank zal het college veroordelen in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 992,= (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 496,= en wegingsfactor 1).