ECLI:NL:RBZWB:2016:4429

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 mei 2016
Publicatiedatum
19 juli 2016
Zaaknummer
C/02/312434 / FA RK 16-1311
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. Slot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van een Keniaanse adoptie en inschrijving van geboortegegevens

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 mei 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot erkenning van een Keniaanse adoptie. De verzoekers, een man en een vrouw, beiden wonende te Etten-Leur, hebben een minderjarige geadopteerd die op 27 maart 2013 in Kenia is geboren. De adoptie is tot stand gekomen op basis van een uitspraak van de High Court of Kenya, maar de schriftelijke verklaring zoals vereist door artikel 23 van het Haags Adoptieverdrag ontbreekt. Hierdoor is de adoptie niet rechtstreeks voor erkenning vatbaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers en de minderjarige hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben, waardoor de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de adoptie voldoet aan de voorwaarden voor erkenning volgens het Burgerlijk Wetboek, ondanks het ontbreken van de vereiste verklaring.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de minderjarige, die geen bekende ouders heeft, in familierechtelijke betrekking met de verzoekers komt te staan door de erkenning van de adoptie. De verzoekers hebben verzocht om de geslachtsnaam van de minderjarige vast te stellen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat dit verzoek geen belang heeft, aangezien de minderjarige van rechtswege de geslachtsnaam van de verzoekers zal dragen. Daarnaast heeft de rechtbank de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag gelast om de geboortegegevens van de minderjarige vast te stellen en een latere vermelding van de adoptie aan de geboorteakte toe te voegen.

De rechtbank heeft de beslissing als volgt geformuleerd: de adoptie van de minderjarige door de verzoekers wordt erkend, en de minderjarige zal de geslachtsnaam van de verzoekers dragen. Het meer of anders verzochte is afgewezen. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Jeugdrecht
Zittingsplaats: Breda
zaakgegevens : C/02/312434 / FA RK 16-1311
datum uitspraak: 17 mei 2016
beschikking erkenning adoptie
in de zaak van
[naam van de mannelijk verzoeker] ,
geboren te Etten-Leur op [geboortedatum 1] ,
en
[naam vrouwelijke verzoeker] ,
geboren te Roosendaal en Nispen op [geboortedatum 2] ,
beiden wonende te Etten-Leur,
hierna te noemen verzoekers,
advocaat mr. D. van de Lockant-Geschiere.
Als belanghebbende ten aanzien van het verzoek tot inschrijving van de geboorteakte dan wel vaststelling van de geboortegegevens wordt aangemerkt:
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE DEN HAAG, zetelend te Den Haag, hierna: de ambtenaar.
1. Het verloop van het geding
Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 3 maart 2016 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- het uittreksel uit het gezagsregister betreffende na te noemen minderjarige;
- de brief van de griffier aan de ambtenaar van 23 maart 2016;
- de op 19 april 2016 ontvangen brief van de ambtenaar;
- het op 25 april 2016 ontvangen F9-formulier van de advocaat van verzoekers met bijlage.

2.Het verzoek

Het verzoek strekt tot
een verklaring voor recht af te geven van de Keniaanse adoptie uitspraak van de minderjarige [geboortedatum 2] , welke uitspraak op 5 juni 2015 naar Keniaans recht tot stand is gekomen en welke uitspraak naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand, dan wel de adoptie door verzoekers uit te spreken van voornoemde minderjarige;
onder vermelding van de [geslachtsnaam] en onder vaststelling van voornoemde geboortegegevens, zodat hij zal heten [geboortedatum 2] ;
en tevens de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag te gelasten een latere vermelding van de daarvoor in aanmerking komende akten toe te voegen, alsmede over te gaan tot inschrijving van de buitenlandse geboorteakte in de daartoe bestemde registers.

3.De beoordeling

3.1
Uit de overgelegde stukken staat het volgende vast.
  • Op 27 maart 2013 is te [geboorteplaats] , Kenia geboren de minderjarige [geboortedatum 2] .
  • De moeder van de minderjarige is onbekend.
  • De minderjarige heeft de Keniaanse nationaliteit.
  • De verzoekers hebben de Nederlandse nationaliteit.
  • De Minister van Justitie heeft bij besluit van 14 augustus 2013 aan verzoekers toestemming verleend tot opneming ter adoptie van een buitenlands kind.
  • Blijkens de brief van Muthangari Police Station, Nairobi, Kenia, van 1 augustus 2013 blijkt dat mevrouw [naam] bij de politie een melding heeft gedaan over een bij haar achtergelaten baby van drie maanden oud.
  • Blijkens de ‘Final Police Report For Abondoned Baby Boy [geboortedatum 2] ’ van Muthangari Police Station, Nairobi, Kenia, van 26 augustus 2014 heeft niemand zich gemeld voor de baby en bestaat er geen bezwaar tegen een adoptie van de baby.
  • Blijkens de ‘Report to Declare a Child Free For Adoption Pursuant to Section 156 (1)’ van 30 juli 2014 van Little Angels Network, welke de bevoegdheid heeft om toestemming te geven tot adoptie, is de minderjarige beschikbaar voor adoptie.
  • Blijkens de ‘Adoption Order’ van de High Court of Kenya, Nairobi, Family Division, adoption [zaaknummer en datum] hebben verzoekers naar het recht van Kenia geadopteerd de minderjarige: [geboortedatum 2] , geboren te [geboorteplaats] (Kenia) op [geboortedatum 3] . De minderjarige heeft bij deze beslissing de [geslachtsnaam] gekregen.
3.2
Op grond van artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe nu de verzoekers en de minderjarige hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben.
3.3
Zowel Nederland als Kenia is lid van het Verdrag inzake de bescherming van kinderen en samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie (hierna: Haags Adoptieverdrag).
3.4
Artikel 23 van het Haags Adoptieverdrag bepaalt dat, indien de bevoegde autoriteit van de verdragsstaat, waar de adoptie is uitgesproken, een schriftelijke verklaring afgeeft waarin wordt geconstateerd dat de adoptie in overeenstemming met het verdrag tot stand is gebracht, de adoptie in de andere verdragsstaten van rechtswege wordt erkend. Een dergelijke verklaring ontbreekt echter bij de overgelegde stukken waardoor de adoptie niet rechtstreeks voor erkenning vatbaar is.
3.5
De rechtbank zal derhalve dienen te beoordelen of de adoptie kan worden erkend aan de hand van de bepalingen in afdeling 3 van titel 6 van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
3.6
Nu de minderjarige al in Kenia door verzoekers is geadopteerd en de minderjarige geen bekende ouders heeft, kan de oproeping van de natuurlijke ouders achterwege blijven.
3.7
Voldoende is komen vast te staan dat de bepalingen van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Stb. 1988, 566) in acht zijn genomen en dat de erkenning van de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is. De adoptie voldoet derhalve aan de voorwaarden voor erkenning als bedoeld in artikel 10:109 BW.
3.8
Verzoekers hebben verzocht te bepalen dat de minderjarige de geslachtsnaam [achternaam] zal dragen. De rechtbank is van oordeel dat er met de erkenning van de adoptie op basis van de bij deze te geven beschikking sprake is van een adoptie waardoor de minderjarige in familierechtelijke betrekking met verzoekers komt te staan, zodat artikel 1:5 lid 3 BW van rechtstreekse toepassing is en de minderjarige van rechtswege de geslachtsnaam [achternaam] ’ krijgt. Verzoekers hebben derhalve geen belang bij dit verzoek.
3.9
Tot slot hebben verzoekers verzocht de ambtenaar van de burgerlijke stand te gelasten over te gaan tot inschrijving van de buitenlandse geboorteakte in de daartoe bestemde registers. In reactie op dit verzoek heeft de ambtenaar bij voormelde brief aangegeven dat het bij de stukken overgelegde “certificate of entry in the adopted children register” op grond van artikel 169 van de Keniaans “The Children Act, 2001 [nummer] )” gelijk wordt gesteld met een geboorteakte. Hoewel deze geboorteakte is gelegaliseerd en lijkt te voldoen aan de eisen van artikel 1:25 BW, zou het uitvoeren van een last tot inschrijving van deze geboorteakte tot een naar Nederlandse begrippen onjuiste en onbegrijpelijke akte leiden. Dit zou namelijk tot gevolg hebben dat de oorspronkelijke geboortegegevens van de minderjarige niet (correct) worden vermeld. Op de Keniaanse geboorteakte staat immers de minderjarige reeds met verzoekers als ouders en met de namen verkregen na de Keniaanse adoptie vermeld. Inschrijving van deze akte zou suggereren dat de minderjarige vanaf zijn geboorte verzoekers als ouders heeft gehad. Gelet op het voorgaande alsmede de omstandigheid dat de bij het verzoekschrift gevoegde documenten voldoende bewijzen bevatten om de geboortegegevens vast te stellen, adviseert de ambtenaar hiertoe over te gaan. Blijkens voormelde brief van de advocaat van verzoekers hebben zij geen bezwaar tegen het advies van de ambtenaar op dit punt.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank bij afzonderlijke beschikking de geboortegegevens van de minderjarige vaststellen en zal de toevoeging van een latere vermelding van de adoptie aan de aldus opgemaakte geboorteakte worden gelast.
3.1
De rechtbank zal beslissen als hierna te melden.

4.De beslissing

De rechtbank
verklaart voor recht dat wordt erkend de beslissing ‘Adoption Order’ van de High Court of Kenya, Nairobi, Family Division, adoption Case [nummer en datum] tot adoptie naar Keniaans recht van de minderjarige:
[geboortedatum 2] , oorspronkelijk genaamd [geboortedatum 2] , geboren te [geboorteplaats] (Kenia) op [geboortedatum 3]
door: [naam van de mannelijk verzoeker] en [naam vrouwelijke verzoeker] , verzoekers voornoemd;
verstaat dat de minderjarige als geslachtsnaam [achternaam] zal hebben.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Slot, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 mei 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.
Mededeling van de griffier
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te
's-Hertogenbosch.
verzonden op:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van de rechtbank Breda.